Na 13 jaar als Secretaris-Generaal van de VOB bij BECI, draagt Jan De Brabanter het stokje over. Een terugblik op een carrière die de Brusselse zakenwereld heeft gevormd en de stem van de bedrijven heeft versterkt.
Brusselaar
en er trots op, heeft Jan De Brabanter zijn carrière gewijd aan de
vertegenwoordiging van bedrijven binnen diverse federaties. Na 20 jaar bij de
Belgische Brouwers en 6 jaar in de grafische sector, werd hij in juli 2011
Secretaris-Generaal van het Verbond van Ondernemingen van Brussel (VOB) bij
BECI. Een rol die hij 13 jaar zou vervullen.
Bekend om zijn vermogen om te
federeren en spanningen te kalmeren, heeft hij BECI door belangrijke
economische en politieke kwesties geleid terwijl hij de belangen van de
bedrijven verdedigde. Vandaag laat Jan een carrière achter die gekenmerkt werd
door luisterbereidheid, diplomatie en een stempel op het economische en
ondernemende leven in Brussel.
Hoewel hij officieel de
fakkel doorgeeft, blijft de (ex-)secretaris-generaal altijd betrokken bij BECI
en blijft hij een steun voor zijn team, klaar om de stem van de bedrijven te
laten horen.
Hoe kijkt u terug op uw carrière na al deze jaren?
Voordat ik in de Brusselse zakenwereld terechtkwam, was ik vooral een
federatie-man. Deze 13 jaar bij BECI waren de beste van mijn carrière,
en ik zeg dat niet omdat ik er mijn laatste jaren heb doorgebracht! Wat de
aantrekkingskracht van een functie zoals die van secretaris-generaal bij BECI
maakte, was het niet weten wat je dag op dag zou doen, maar wel weten dat je
een goed gevuld agenda zou hebben! BECI raakt alle sectoren aan, en dat heeft
me bezighouden en enthousiast gemaakt gedurende deze jaren, ook al was het niet
altijd gemakkelijk, moet ik toegeven.
Is er een moment of project dat uw carrière bij BECI heeft gemarkeerd?
Ik kwam aan
in 2011, en in december van dat jaar was er een zesde staatshervorming. Ik werd
snel betrokken bij de sociale onderhandelingen, omdat op dat moment het gewicht
van de regionale representatieve werkgeversorganisaties
belangrijker werd. Het UEB/VOB-gedeelte van BECI moest verschillende
bevoegdheden op zich nemen die eerder niet bestonden. Ik heb geprobeerd de rol
van BECI zo goed mogelijk te organiseren om de vertegenwoordiging en belangen
van de bedrijven te waarborgen. Vandaag ben ik blij dat ik mijn functie
beëindig in een periode waarin de politiek het beheer van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest zou kunnen veranderen.
Waar bent u bijzonder trots op?
Ik denk dat
ik heb bijgedragen aan de geloofwaardigheid en het welzijn van de bedrijven,
met name via hun vertegenwoordiging bij Brupartners. Ik ben twee keer, meer dan
4 jaar, voorzitter van Brupartners geweest, wat betekende dat wij [BECI] op de
eerste lijn stonden en het eerste contact van de
regering voor alle ordonnanties en besluiten. Ik
denk dat ik heb bijgedragen aan de sociale vrede. Alles wat ik heb gedaan, was
in het belang van onze bedrijven en de ondernemingswereld. Bijvoorbeeld, als
wij hebben gestreden voor de uitrol van 5G in Brussel, was dat niet alleen om
de telecomoperators tevreden te stellen, maar om te voorkomen dat het Brusselse economisch leven zou stilvallen.
Hoe denkt u dat de rol van Secretaris-Generaal zich in de komende jaren zal ontwikkelen met Lisa Isnard, huidige Directrice van het Brusselse kabinet van Economie, aan het roer
Ik ben er vrij gerust in. We hebben al in moeilijke tijden met Lisa samengewerkt
in het verleden. Toen we werden geconfronteerd met de gezondheidscrisis, nam
Lisa, als kabinetschef, haar verantwoordelijkheden. Samen hebben we echt individuele
bedrijven kunnen helpen. Niet alleen tijdens de Covid-19-crisis, maar ook
tijdens de daaropvolgende energiecrisis. Daar begreep ik goed dat we niet
alleen te maken hadden met een kabinet met een duidelijk politiek agenda, maar
dat het ook volledig erkende hoe belangrijk het was om samen te werken met
economische kringen om de welvaart, waarde en economie van Brussel te
beschermen.
Welke advies zou u haar geven voor deze functie?
Ik geloof
niet dat ze advies nodig heeft, hoewel ik beschikbaar zal blijven, niet alleen
voor Lisa, maar ook voor Thierry Geerts, CEO van BECI. Ze kent de
institutionele complexiteit van Brussel goed en zal weten wanneer ze de juiste
beslissingen moet nemen. Het is echter ook belangrijk te onthouden dat BECI
zijn strijd moet kiezen. Lisa zal moeten kiezen waar we aanwezig moeten zijn,
maar ik denk dat ze een goede opvolging van deze strategie zal doen.
Als u uw bilan in enkele woorden zou moeten samenvatten, welke impact denkt u dat u bij BECI hebt achtergelaten?
Ik ben een
‘soldaat’ geweest, niet van een leger maar van een peloton. Ik ben een belangrijke
“pion” geweest, aanwezig waar het nodig was, waarbij ik de belangen van
iedereen heb proberen te verzoenen. Dat was niet altijd gemakkelijk, maar ik
heb de kaart van de diplomatie gespeeld. Bovendien denk ik dat mensen die mij
kennen weten dat ik heel vriendelijk en luisterend kan zijn. Echter, wanneer
bedrijven te veel op hun tenen worden getrapt, kan ik boos worden en het
dossier niet laten passeren. Dat is ook een van de kwaliteiten van BECI. Ik
voeg eraan toe dat gedurende mijn hele carrière de deuren voor mij openbleven.
Wanneer ik instellingen of ministeriële kabinetten benaderde, begrepen ze
altijd dat BECI de juiste vragen stelde en bereid was samen te werken, zelfs
bij zeer sterke bezwaren.
Wat kunnen we u wensen voor de toekomst?
Je spreekt tegen me alsof ik gepensioneerd ben [lacht]! Ik zal heel dicht bij de gebeurtenissen en ontwikkelingen in Brussel blijven, zelfs als ik daar niet meer actief bij betrokken ben. Maar ik wil zeker geen ‘stiefmoeder’ voor Lisa zijn, en ik zal nooit zeggen, zelfs niet over 10 jaar, ‘in mijn tijd was het beter!’ Integendeel, ik denk dat er echt een mooie toekomst is voor BECI, voor ondernemerschap en voor de economie in Brussel. Zoals Thierry Geerts zegt: soms vragen Amerikanen zich af of België niet de hoofdstad van Brussel is. Nou, dat is soms waar! Ik zal Brusselaar blijven en er trots op zijn dat ik een bescheiden belangrijke gesprekspartner ben geweest in de Brusselse economische wereld.