De grote impact van de gezondheidscrisis op de Brusselse bevolking en economie is een feit.
Voor de socio-economische balans van de crisis schatten Beci en de sectoren de financiële verliezen van de Brusselse bedrijven op 223 miljoen euro alleen al voor de maand maart, met 44.600 banen in de balans. Reeds eind februari nam Beci het initiatief om samen met de sectoren, bedrijven, sociale partners en de Brusselse regering de te nemen maatregelen te evalueren.
In de huidige context is het essentieel dat bedrijven de burgers en de bevolking kunnen blijven voorzien van de goederen en diensten die zij nodig hebben. Vandaag, morgen, over een maand, over een jaar. Om dit te bereiken staan werkgevers, bedrijven en werknemers in de frontlinie. Om te kunnen blijven functioneren hebben sectoren en bedrijven massale politieke steun nodig. Alle sectoren en spelers worden getroffen, en sommige van hen worden op een bijzonder brute manier getroffen.
Het is in deze context dat de Brusselse Task Force, de sociale partners en de regering, die verantwoordelijk zijn voor het beheer van de sociaal-economische aspecten van de crisis, aanstaande vrijdag 20 maart bijeenkomen. Hier zijn de belangrijkste onderwerpen die worden besproken.
Om bedrijven en handelaars de zuurstof te geven die ze absoluut nodig hebben, vraagt Beci aan de Brusselse overheid om hen vrij te stellen van gewestelijke en gemeentelijke belastingen. Op de middellange en lange termijn moet dit lage belastingniveau worden gehandhaafd, in plaats van te handelen via subsidies. We zijn klaar om deze weg in te slaan”, reageerde minister van Financiën Sven Gatz, “het is belangrijk dat we deze periode kunnen doorbreken.
Terwijl Vlaanderen heeft besloten tot een forfaitaire vergoeding van 4.000 euro voor zelfstandigen die hun activiteiten opschorten en Wallonië een crisisfonds van 100 miljoen euro heeft opgericht, evenals de bevriezing van de gewestelijke belastingen, heeft Jan De Brabanter, secretaris-generaal van Beci, opgemerkt dat Brussel bedrijven moet vrijstellen van gewestelijke en lokale belastingen die voor hen fataal zouden zijn.
De voedingssector speelt zijn rol ten volle. Met het oog op de duurzaamheid van deze rol dringt de sector erop aan dat de kinderopvang op scholen wordt uitgebreid tot de kinderen van de werknemers die het voedsel produceren.
De sector van de dienstencheques wordt hard getroffen, net als de sector van de uitzendarbeid: de vermindering van het aantal contacten leidt tot een drastische vermindering van hun activiteiten. Zonder de steun van het Gewest voor de bedrijven in deze sector en hun werknemers zullen veel mensen grote sociale problemen ondervinden.
De bouwsector wordt getroffen door het tekort aan mondmaskers (technische werkloosheid) en door het verbod op de toegang tot bepaalde bouwplaatsen. Zij vraagt om maatregelen om te voorkomen dat zij, gezien de omstandigheden (materiaal, personeel), voor vertraging wordt beboet.
In het geval van wijdverbreide opsluiting moet ervoor worden gezorgd dat de burger kan blijven profiteren van verwarming en warm water. Daartoe moet de levering van stookolie worden toegestaan. De sector van de distributie van brandstoffen en brandbare stoffen moet officieel gemachtigd zijn om zijn taak van energiedienstverlening aan de bevolking voort te zetten. Om logistieke redenen, en gezien de huidige opschorting van de recycling, moet de geldigheidsduur van de rijbewijzen C met ten minste één maand worden verlengd.
Wat het onderwijs betreft, is het absoluut noodzakelijk dat leerlingen en studenten hun opleidingen voortzetten. Scholen die dat nog niet hebben gedaan, moeten zo snel mogelijk de nodige hulpmiddelen inzetten om cursussen te kunnen volgen of online instructies te ontvangen.
En tenslotte : om de vervoersondernemingen in staat te stellen hun activiteiten uit te oefenen, moet de kilometerheffing tot nader order worden opgeschort. Dit komt omdat deze bedrijven de komende weken en maanden te maken zullen krijgen met liquiditeitsproblemen.