Mogelijkheid gebouw per e-mail te verkopen nu bevestigd

10 oktober 2018 door
BECI Community

In juli 2017 publiceerde Judit Karlsson, advocate bij het kantoor Crosslaw, in Immospector een hevige kritiek op de rechtspraak van het Hof van Beroep te Antwerpen, dat oordeelde dat een overeenkomst van verkoop van onroerende goederen niet elektronisch tot stand kon komen in het licht van de artikelen XII.15 en XII.16 van het Wetboek van Economisch Recht (WER). Artikel XII.16 van het WER vermeldt een reeks rechtshandelingen (waaronder de verkoop van een gebouw) waarop artikel XII.15 niet van toepassing is en waarvoor dus nog een “papieren” document nodig is. Het Hof van Beroep aanvaardde zelfs niet eens het bewijs van een mondelinge overeenkomst tot verkoop van onroerende goederen door middel van een elektronisch schrijven, waardoor het consensuele karakter van de verkoop buiten beschouwing is gelaten (artikel 1583 van het Burgerlijk Wetboek).

De wetgever wilde de zaken verduidelijken met de wet van 20 september 2018, die op 20 oktober in werking is getreden. Deze wet had tot doel de begrippen elektronische handtekening en duurzame drager te harmoniseren en belemmeringen weg te nemen bij het sluiten van contracten langs elektronische weg. Deze wet bepaalt dat de rechter de toepassing van artikel XII.15 van het WER slechts kan weigeren indien hij “het bestaan van praktische belemmeringen voor de vervulling van een wettelijke of reglementaire vereiste in het kader van het sluiten van een overeenkomst langs elektronische weg” vaststelt. In de praktijk verbiedt de wet de rechter bij de verkoop van onroerend goed het bewijs van verkoop uit te sluiten van de verkoopovereenkomst op de enkele grond dat het om een bewijs in elektronische vorm gaat.

Laten we hopen dat deze wetgeving de rechtszekerheid op het gebied van de verkoop van onroerend goed (opnieuw) zal garanderen.

Info : www.deloitte.com

BECI Community 10 oktober 2018
Deel deze post
Archiveren