[Coproductie] Op de dag van de sociale verkiezingen is alles niet voorbij. Integendeel. De afronding van een verkiezingsprocedure die 150 dagen in beslag heeft genomen, betekent vooral een aanloop naar een nieuwe legislatuur van sociaal overleg binnen de ondernemingen. Die legislatuur begint in principe 45 dagen na de sociale verkiezingen.
De eerste vergadering van de ondernemingsraad (OR) en/of van het comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW) moet immers uiterlijk 30 dagen na het verstrijken van de wettelijke beroepstermijn plaatsvinden.
Even ter herinnering: werkgevers, werknemers en vakbondsorganisaties hebben het recht beroep aan te tekenen tegen de uitslag van de stemming binnen een termijn van 13 dagen na de bekendmaking van die resultaten. Die bekendmaking moet bovendien binnen twee dagen na de stemming zijn gebeurd.
RO
Dat betekent concreet dat de nieuw verkozen vertegenwoordigers uit de verkiezingen van 2020 moeten aantreden tussen 25 juni en 8 juli 2020, namelijk tijdens de eerste vergadering van de nieuwe OR en CPBW.
Het is nuttig en zelfs noodzakelijk om zich zo goed mogelijk voor te bereiden op de installatie van de nieuwe sociale organen. Ook hun werkingsregels worden dan best geactualiseerd.
Die periode moet bevorderlijk zijn voor een denkproces over de aanpassing en/of de goedkeuring van het reglement van orde (RO). Dat interne reglement is meer dan een wettelijke verplichting: het moet dienen als een ware gps voor een vlotte werking van de sociale instanties.
Talrijke paritaire comités hebben al standaard RO’s uitgewerkt voor bedrijven die onder hun bevoegdheid vallen. Werkgevers kunnen ze dus meteen gebruiken, in hun bestaande vorm. Toch wordt het aanbevolen om dat document te voorzien van verbeteringen en aanpassingen die rekening houden met de specifieke kenmerken van de betrokken onderneming.
Indien het paritair comité geen standaard RO heeft opgesteld, dient elke onderneming haar eigen RO uit te werken en er rekening mee te houden dat het RO tien verplichte vermeldingen moet bevatten.
Om het RO zo op te vatten dat het de sociale organen op een correcte manier laat functioneren, is het hoe dan ook noodzakelijk om te voorzien in besluitvormings- en quorumregels die afwijken van de eenparigheid van stemmen. Met soepeler regels is het namelijk mogelijk om een impasse te vermijden in de besluitvorming.
Een van de voornaamste punten op de agenda van de eerste vergadering van deze organen is dan ook het bestaan en de inhoud van het RO.
Sociaal overleg
De leden van de OR en/of het CPBW zullen zich bij deze gelegenheid trouwens moet uitspreken over de goedkeuring van een RO of over het behoud, al dan niet met wijzigingen, van een bestaand RO.
Dit instrument moet als leidraad dienen voor de komende vier jaar van sociaal overleg.
Een ander punt van aandacht zijn de faciliteiten in tijd en middelen die de vertegenwoordigers van de werknemers moeten krijgen om precies dat vertegenwoordigingsmandaat in de beste omstandigheden te kunnen uitoefenen.
In dat verband dient een zeer duidelijk onderscheid te worden gemaakt tussen de tijd die wordt besteed aan vakbondsmissies enerzijds en aan vakbondsopleidingen anderzijds. De tijd die vereist is om de functie van personeelsvertegenwoordiger naar believen te vervullen, moet zoveel mogelijk worden beheerd.
Sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten stellen zich in dat opzicht meestal zeer richtinggevend op. Maar niets verbiedt de werkgevers uiteraard om te voorzien in – en afspraken te maken met de vakbondsorganisaties over – meer specifieke werkwijzen.
Ten slotte zullen ook de kaderleden en het lijnpersoneel een opleiding moeten krijgen over – en bewust worden gemaakt van – het vraagstuk van het vakbondswezen in bedrijven, zodat elke personeelsvertegenwoordiger het mandaat waarvoor hij of zij werd verkozen, in alle vrijheid kan uitoefenen.