Om haar sterke economische groei te handhaven moest China haar intellectuele eigendomswetten drastisch hervormen en ook streng toezien op de naleving ervan. Een moeizaam proces dat nu zijn vruchten afwerpt. Goed nieuws voor Westerse ondernemingen, dus, al blijft waakzaamheid geboden. Let op uw handelsgeheimen!
China blijft verbazen. Nog in 2016 kende het land een economische groei van 6,7%. Het vertegenwoordigde 17% van de wereldexport en 12% van de import. Een unicum, zeker gezien de woelige geschiedenis van China en haar economie.
Pas sinds 1976 en met een reusachtige economische achterstand begon het land aan de heropbouw van zijn economie. Dit gebeurde volgens socialistische opvattingen, waardoor de liberalisering aarzelend verliep. De snelle economische ontwikkeling van China, die leidde tot haar toetreding tot de Wereldhandelsorganisatie in 2001, veroorzaakte belangrijke hervormingen van de intellectuele eigendomswetten. De nieuwe wetgeving bestrijkt hier elk aspect van. De meeste Westerse juristen vinden deze wetten nu volledig, systematisch en conform de internationale gebruiken. De verandering was hoognodig. China nam het namelijk in het verleden niet al te nauw met namaak en piraterij, ondanks de bestaande wetgeving. Dit had voornamelijk met nationalistische belangen te maken. China kende een sterke economische groei, hoofdzakelijk door het namaken van Westerse design en technologieën.
China moest echter onder druk van de Westerse wereld actie ondernemen om niet wegens namaak te worden uitgesloten. De verdere economische groei in China vereiste een hervormd Intellectuele Eigendomsrecht. Er bestond geen werkelijke tegenstand, maar de hervorming duurde nog jaren, met discussies op het hoogste niveau.
Eerlijke rechtbanken
Ondanks de wetgeving bleef China veel onrechtmatige producten exporteren. Het beleid diende dus te worden verstrengd, wat China ook deed, zo blijkt uit verschillende acties van vorig jaar. De bescherming verbeterde dankzij een strikter systeem voor aanvraag en registratie van intellectuele eigendomsrechten.
Vandaag beschouwen zelfs buitenlandse bedrijven de Chinese rechtbanken als eerlijke arbiters bij geschillen rond het Intellectuele Eigendomsrecht. Tussen 2006 tot 2014 wonnen buitenlandse octrooihouders 80% van de Chinese octrooi-inbreukzaken tegen plaatselijke bedrijven. Daarom wordt China nu gezien als een gunstiger locatie voor zulke rechtszaken. Dit heeft ook te maken met de snelheid van de procedure. Gemiddeld is de rechtbank belast met het Intellectuele Eigendomsrecht in Peking in 125 dagen met een zaak rond, vergeleken met 18 maanden in Europa.
Startups met innoverende producten worden dus aangespoord de sprong naar de markt te wagen. Innovatie vereist investeringen, die nu aantrekkelijker worden omdat het risico op verlies door namaak vermindert.
Niet enkel de Chinese overheid versterkt deze positie: ook Chinese privé bedrijven als Ali Baba nemen strengere maatregelen tegen namaak. Met een slim systeem worden verdachte producten op de site aangekocht om te worden getest op namaak. Vervalste producten verdwijnen meteen van het platform.
Voor Belgische bedrijven wordt het dus interessanter om met Chinese handelspartners samen te werken. Wees echter op uw hoed en bescherm uw handelsgeheimen voordat u China binnentreedt.