Hoe meet u het exportrisico?

7 maart 2018 door
BECI Community

Op 20 maart organiseert Credendo (de voormalige Delcredere), het overheidsorgaan voor exportkredietverzekering dat onder leiding staat van Nabil Jijakli, een seminar over sub-Saharisch Afrika. U krijgt er een stand van zaken van de manier waarop een risicoland wordt geëvalueerd, naast de economische, politieke en sociale eigenheden die meespelen.

 

Brussel Metropool: Export gaat soms gepaard met risico’s. Hoe evalueert u die?

Nabil Jijakli: De beste manier blijft een ‘rating’, een soort puntensysteem dat rekening houdt met een aantal indicatoren: de stabiliteit van het land, de kredietwaardigheid, de situatie van de overheidsfinanciën, de inflatie enzovoort. Dit soort criteria hanteren we bij Credendo, en dan wel op een zeer gedetailleerde manier voor de 250 landen en regio’s die in dit klassement verschijnen. Afrika is bijvoorbeeld flink verbrokkeld, met niveaus die aanzienlijk kunnen verschillen tussen regio’s (waaronder een aantal conflictgebieden). Dit is onder andere het geval in Congo en in Nigeria, met Boko Haram.

 

Zulke hulpmiddelen moeten waarschijnlijk regelmatig worden bijgewerkt …

Automatisch om de drie maanden, maar ook onmiddellijk in geval van een politieke verschuiving. Als bijvoorbeeld ergens een economische sanctie wordt opgelegd, passen wij onmiddellijk de ranking aan. Dit geldt ook in geval van een staatsgreep, een aanslag of een revolutie. De bijwerking is in feite constant, want de export vereist de jongste informatie over een mogelijk risico van oorlog of instabiliteit. Precies daarom gebruikt ook de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) dit model.

 

Met deze tool komt u dus te weten wanneer en waar handelsactiviteiten mogelijk zijn …

Inderdaad. De rating gebruikt een schaal van 1 tot 7. Vanaf 5 is voorzichtigheid geboden, wat niet betekent dat de handel afgeraden is. Er bestaat namelijk een andere rangschikking, naast de politieke risico’s, namelijk het risico van niet-overdracht. Hier moeten we nagaan of de debiteur eventueel met betalingsproblemen kampt. En we houden ook rekening met geopolitieke risico’s, bv. in Afrika, het Midden-Oosten en zelfs in de westerse wereld, met een geval als Oekraïne. Verdere risico’s hebben te maken met de terreurdreiging en de huidige gevaren in de Verenigde Staten, door de onvoorspelbaarheid van de nieuwe administratie. En sinds twee of drie jaar vertoont sub-Saharisch Afrika ook moeilijkheden.

 

Namelijk?

Het risico is daar verdubbeld of zelfs verdriedubbeld. Dit heeft te maken met meerdere landen die, in dit gebied, enkele jaren geleden dankzij de Club van Parijs een kwijtschelding van de schuldenlast hebben genoten. Vanaf toen zijn de prijzen van grondstoffen als aardolie, metalen en landbouwproducten gaan stijgen. Deze landen hebben natuurlijk een grote behoefte aan investeringen in infrastructuur, naast het welzijn van de bevolking. Maar sinds 2014 constateren we een forse daling van de prijzen die blijft aanhouden en nog niet opgelost is. De grootste uitdaging daar is orde brengen in de overheidsfinanciën, zodat deze landen de neerwaartse spiraal van de staatsschuld kunnen doorbreken.

 

En de vertraging van de Chinese markt?

Dit is nog een ander risico, dat zou kunnen aanslepen, met gevolgen voor de ganse wereld. 40 jaar lang is China blijven groeien, maar sinds de jongste vijf jaar is dit minder het geval. De Chinese overheid wil niet langer de 100% exportgerichte fabriek van de wereld zijn en zoekt een evenwichtiger model die de voorrang geeft aan de binnenlandse consumptie. Er wordt dus ook minder geïmporteerd, met als gevolg een forse daling van de prijzen van de grondstoffen. Ik ben echter optimistisch over de manier waarop de Chinese overheid dit zal aanpakken. Deze vertraging is trouwens een politieke wil en verloopt vrij soepel.

 

Tegelijk zien we de opkomst van verscheidene vormen van protectionisme …

Ook een risico! We hebben het in Europa meegemaakt met de sancties tegen Rusland, met de Brexit … Maar de trend neemt ook de vorm aan van populistische stromingen, waarbij landen zich naar binnen gaan keren. Wanneer Trump het heeft over America First, weten we dat er iets in de wereldhandel kapot kan gaan. En toch zien we sinds een jaar of twee de terugkeer van de groei en het opfleuren van de wereldhandel. In feite is de handel nog nooit zo positief geweest sinds de crisis van 2007!

 

Bent u verrast?

In feite niet, want dit illustreert een van de basisprincipes: hoe sterker de beweging in één richting, hoe meer de situatie naar normaliteit neigt! Dit geeft aanleiding tot 5% groei van de internationale handel. Wat niet wegneemt dat alles opnieuw op de helling kan komen te staan door de risico’s die we al besproken hebben.

 

Kortom, een afwisseling tussen goed en minder goed nieuws …

Dat klopt, al zeg ik er meteen bij dat we sinds een tiental jaren weer gebukt gaan onder de politieke risico’s. Sinds de jaren 80 volgen de crisissen elkaar op: de crisis van de Zuid-Amerikaanse schuld, de geldcrisis in Europa en ondertussen ook problemen in Azië, Mexico en met de Russische roebel. Als gevolg zijn de ratings tussen 1995 en 2010 eerder gestegen dan gedaald. Sinds 2014 is de trend omgekeerd, onder andere sinds de Arabische lente, die aanleiding gaf tot een daling van de prijzen van de grondstoffen. Maar daar komt ondertussen weer verandering in.

 

 

Wat is dan voor een exporteur de beste manier om zich in te dekken?

In onze beroepen gaan we preventief te werk. Bovendien begeleiden we de exporteur met verscheidene hulpmiddelen. We moeten hem eerst beschermen tegen schadegevallen, geannuleerde bestellingen, faillissementen, uitgestelde betalingen, geschillen over de kwaliteit enz. Toch blijft de grootste vrees van een exporteur het uitblijven van betaling, wat zich in 40% van de gevallen kan voordoen. De exporteur beschermen we dus best met een kredietverzekering. De bescherming dekt ook de bank voor grote projecten. Als een Belgische ondernemer bijvoorbeeld een torengebouw in Dubai opricht, kan het zijn dat hij niet alles rechtstreeks kan betalen. In dat geval zorgen wij voor de nodige dekking. Een onderneming kan ook in Rusland willen investeren. Daar kunnen we de investeringen beschermen tegen het risico van onteigening, kapitaalverlies en andere geschillen. En ten slotte kunnen wij soms moeilijk te verkrijgen financieringen aanbieden voor projecten in exotische landen. Samengevat bestaan er dus kredietverzekeringen, verzekeringen voor de kredietverlener en rechtstreekse financieringsvormen. De exporteur krijgt dus een flinke ruggensteun wanneer hij in het buitenland investeert en geniet bovendien de nodige bescherming.

 

In welk geval moet een ondernemer afzien van elke vorm van handel?

Voor sommige gebieden waarschuwen we de ondernemer dat hij riskeert niet betaald te worden of dat zijn fabriek bijna zeker zal worden vernietigd. Toch gebeurt het dat exporteurs relaties aanknopen met risicolanden omdat ze de klanten ter plaatse al lang kennen. Wij zijn dan natuurlijk minder enthousiast, maar we mogen deze ondernemers niet tegenhouden. Dit geldt voor domeinen als dienstverlening of levensnoodzakelijke producten.

 

Uw conclusie?

De handel is een opvolging van ups en downs, zou ik zeggen. Als u echter het geval van België neemt, waar de export een uiterst belangrijke plaats inneemt en het niveau van openheid zeer hoog ligt (tussen 85 en 90% van het BBP), dan beseft u dat ons land enorm afhangt van zijn export. 70% hiervan vertrekt naar de meeste landen van de Europese Unie, 5 tot 7% naar de rest van Europa, 10% naar Noord-Amerika en de rest naar Azië, Afrika en het Midden-Oosten. Nu, precies deze laatste drie gebieden kennen de sterkste groei en zullen zich in de toekomst het meest ontwikkelen. Exporteurs die willen groeien, raden we dus aan om daar een kijkje te gaan nemen!

 

Nabil-Jijakli-Deputy-CEO

“De grootste vrees van een exporteur is het uitblijven van betaling, wat zich in 40% van de gevallen kan voordoen!”

 

 

hub.brussels invest export

BECI Community 7 maart 2018
Deel deze post
Archiveren