[Coproductie] Wordt de fiets binnenkort het economische vervoersalternatief bij uitstek? Hoe dan ook, zijn populariteit neemt toe. Werknemers waardeerden dit vervoermiddel en beschouwen het als een comfortabele mobiliteitsoplossing in hun flexibele beloningspakket. Ook aan de werkgever kan dit voordelen opleveren. Maar hoe introduceren we deze formule op de juiste wijze in de onderneming?
File of geen file, de gewoonten van de Belg zijn bijzonder hardnekkig. Eén op vijf werknemers in ons land rijdt trouwens nog steeds met een bedrijfswagen. Het gebruik van de fiets en het openbaar vervoer nemen ontegensprekelijk toe, maar verdere inspanningen blijven nodig om tweewielers als alternatieve oplossing in het stadsverkeer te promoten. Het nieuwe mobiliteitsbudget kan hier zeker toe bijdragen. Bedrijfsleiders en HR-managers bevestigen dat werknemers steeds vaker vragen dat al dan niet elektrische bedrijfsfietsen ter beschikking zouden worden gesteld. Als we het volledig vastlopen van het verkeer willen vermijden en tegelijk een gezonde maatschappelijke verantwoordelijkheid willen opnemen, wordt het tijd om deze wens te vervullen. Voor het imago van de werkgever is dit bovendien een mooie, moderne en duurzame troef, zonder de loonkosten de hoogte in te jagen.
Het mobiliteitsbudget is op 1 maart in werking getreden. Vergeleken met de bijzonder weinig succesvolle ‘cash for car’ regeling, reikt het mobiliteitsbudget verder. Mensen die afzien van hun bedrijfswagen (of van de wagen waarop ze recht hebben) krijgen een budget dat ze aan één of meer vervoermiddelen mogen besteden. Hiermee kiezen ze voor de mobiliteitsformule die het best beantwoordt aan de af te leggen afstanden. Het goede nieuws hierbij is dat het brutobedrag van het mobiliteitsbudget hoger ligt dan de brutomobiliteitstoelage en dat uitgaven gevarieerder van aard kunnen zijn. De verschillende keuzes staan gegroepeerd onder drie pijlers die een specifieke (para)fiscale behandeling genieten.
Comfort voor de werknemer, sociale verantwoordelijkheid voor de werkgever
Indien een werknemer beslist om zijn of haar mobiliteitsbudget te gebruiken voor een (elektrische) fiets of een abonnement op het openbaar vervoer, is dit deel van het budget belastingvrij. Naast de duidelijke voordelen voor de gezondheid – een gezonde en ontspannen collega is ook productiever en vriendelijker – kan het budget voor bv. een elektrische of vouwfiets om meerdere vervoermodi te combineren zeer lonend zijn voor de werknemer. De integratie van het mobiliteitsbudget in het HR-beleid is bovendien een goed aanwervingsargument voor de werkgever.
De opname van de fiets in een mobiliteitsbudget kan als voordelig fiscaal alternatief verscheidene vormen aannemen. In dit opzicht hebben diverse gespecialiseerde organisaties het voortouw genomen en overeenkomsten gesloten met banken om de leasing van (meestal elektrische) fietsen te organiseren. Dit is een interessante optie als de werknemers redelijk lange afstanden moeten afleggen. Ondernemingen in of nabij het stadscentrum kunnen echter een abonnement op een gedeelde fietsservice overwegen. Dit is ook een praktische oplossing voor werknemers die met de trein of bus naar het werk gaan.
De fiets is populair bij werknemers. De mobiliteitsbarometer 2018 van Acerta de 2018 wijst op een toename van het aantal werknemers dat met de fiets naar het werk pendelt (van 22,4 tot 24,2% in één jaar). 13,8% van de werkkrachten in ons land wil niets anders dan een fiets. De werknemers wensen meer flexibiliteit in hun salarispakket. De fiets laat het peloton achter zich en onderscheidt zich als een gezonde en comfortabele mobiliteitsoplossing. Werkgevers die de integratie van de fiets overwegen zouden met een dergelijk initiatief duidelijk aantonen welk belang zij hechten aan sociale verantwoordelijkheid.