De Brusselse regering besloot om vanaf 2035 alle voertuigen op benzine, diesel en LPG te verbieden. Tegen dan moet de elektrificatie van het Brusselse wagenpark dus een feit zijn. Naar schatting zullen tot 8500 laadpalen geïnstalleerd moeten worden. Is het Brusselse elektriciteitsnet daar klaar voor?
Dat iets meer dan 80 % van het Brusselse stroomnet uitgerust is met 230 volt, terwijl 400 volt nodig is om snelle laadpalen te installeren, wordt soms als de grote zwakte van het huidige elektriciteitsnet aangehaald. Een onterechte kritiek, zegt Sibelga. De beheerder van het Brusselse elektriciteitsnet onderstreept dat alle snelle laadpalen – waar ze ook geïnstalleerd zijn – rechtstreeks aangesloten zullen zijn op 3000 400 volt-punten in het netwerk, verspreid over het hele grondgebied. Het stroomnet in Oslo, wereldleider in elektrische mobiliteit, toont aan dat dit voldoende is.
Sibelga heeft de Brusselse regering laten weten een coördinerende rol op zich te willen nemen voor de transitie en maakt er een erezaak van goed voorbereid richting 2035 te gaan. Zeker als het laden genoeg in de tijd en de ruimte gespreid wordt, is er geen enkel risico op overbelasting op korte en middellange termijn, zo heet het. “Een recente studie, uitgevoerd met de andere beheerders van het Belgische elektriciteitsnet, bevestigt dat er geen enkele overbelasting dreigt bij een penetratiegraad van 20 % elektrische voertuigen, zoals voorzien in het plan Horizon 2030. Wat meer is: dankzij slim laadbeheer zullen we buitensporige investeringen in het netwerk kunnen vermijden”, zegt Mehdi Khrouz, expert alternatieve mobiliteit bij Sibelga. “We denken volop na over hoe we een intelligente en geïntegreerde infrastructuur van laadpalen kunnen bouwen. We hebben nood aan mechanismen die rekening houden met de wensen van de gebruikers, maar ook toelaten dat je goedkoop kan laden als er grote stroomoverschotten zijn op het net.”
Febiac zit op dezelfde lijn. De automobielfederatie wijst eveneens op het belang van spreiding, gezien de grote impact die vooral het thuisladen op het lokale net heeft. “Om de stroomvraag uit te balanceren en om ongewenste effecten te vermijden, moeten de elektrische auto’s en hun laadpalen met het net gaan communiceren”, stelt Joost Kaesemans, directeur communicatie van Febiac. “Allemaal simultaan om zes uur ’s avonds koken, de wasmachine in gang steken én de auto inpluggen, is geen goed plan. Het laden van de auto kun je, in tegenstelling tot die huishoudelijke taken, uitstellen tot de daluren in de nacht. Daarom zijn slimme laders onontbeerlijk. Als je ook nog een slimme teller hebt die werkt aan gedifferentieerde tarieven in functie van de stroomvraag, dan kan je als consument profijt doen door te laden op de momenten die het net het minst belasten.”
Sibelga geeft het goede voorbeeld
Sibelga is een voorloper in de energietransitie en vergroent fors zijn eigen wagenpark. Tegen 2021 zou de helft op CNG of elektriciteit moeten rijden, tegen 2028 hoopt het alle 373 bedrijfsvoertuigen groen te krijgen. Sibelga beschikt over twee slow-fill CNG-pompen en meer dan 20 elektrische laadpalen op haar bedrijfsterrein aan de Werkhuizenkaai. De expertise in alternatieve mobiliteit die het bedrijf opbouwt, wil het delen met lokale overheden. Elke gemeente, politiezone of gewestelijke overheid kan bij Sibelga aankloppen voor advies over de vergroening van de bedrijfsvloot en de installatie van laadpalen en CNG-pompen. Dit jaar nog roept de netbeheerder een aankoopcentrale in het leven om het overheden gemakkelijker te maken groene voertuigen en laadoplossingen aan te schaffen.