De laatste weken is duidelijk geworden dat verschillende grote ketens in moeilijkheden verkeren terwijl de winkelprijzen de voorbije periode net gestegen zijn. Een schijnbare paradox. Wat is er aan de hand in de handelssector? Ik geef u graag een paar objectieve cijfers.
Winkelprijzen stijgen ook in de buurlanden
De afgelopen maanden zijn de prijzen voor levensmiddelen sterk gestegen. Dat is niet alleen in België het geval, maar ook in de ons omringende landen. Dat is te wijten aan de sterk gestegen kosten in de hele voedingsketen. Dan gaat het niet enkel over grondstofprijzen, maar ook over gestegen brandstofprijzen om het land te bewerken tot energiekosten om de voeding te bereiden en te bewaren.
Supermarkten hebben vaak contracten op lange termijn met al hun leveranciers, dan spreken we van energieleveranciers maar ook over de producenten van voedingswaren. Door die ‘vaste’ contracten was de invloed op de winkelprijzen vorig jaar eerder beperkt maar door de nieuwe onderhandelingen spelen de prijsverhogingen nu voluit.
Marge daalt navenant….
De regering heeft vorig jaar zelf een studie besteld om na te gaan hoe de marges verdeeld zijn in de voedingsketen. Eind december was de studie klaar. Daaruit bleek dat geen enkele schakel in de voedingsketen erin geslaagd is om de gestegen kosten volledig door te rekenen. Maar de supermarkten hebben het meest ingeboet. Zo stelt de FOD Economie dat de marges in de supermarkten in 2021 gedaald zijn tot een historisch dieptepunt van 1,29%. En ze verwacht daarbij een verdere daling in 2022.
Grafiek: Nettoexploitatiemarge detailhandel in niet gespecialiseerde winkels waarbij voedings- en genotsmiddelen overheersen
Na een lichte stijging in 2020 vallen de marges voor de supermarkten drastisch terug in 2021. Dat betekent dus heel concreet dat op een winkelkar van 100 euro een supermarkt 1,29 euro echte winst overhoudt. Dat nuanceert toch heel erg het beeld van de supermarkt waar veel blijft ‘plakken’, zoals een minister het beeldrijk verwoordde. De lage marges bevestigen het beeld van de supermarkt als beste vakbond van de consument, die altijd kan blijven rekenen op betaalbare prijzen.
Ook een recente studie van de Nationale Bank (Bedrijven, prijzen en marges, Gert Bijnens & Cédric Duprez, jan 2023) toonde aan dat de supermarkten achterophinken en dat de marges verder dalen in 2022.
…en verschillende regeringen plannen nieuwe belastingen
Ondanks de magere marges zijn de prijzen in België vaak hoger dan in de buurlanden. Dat leidt ertoe dat heel wat consumenten hun heil over de grens zoeken om daar goedkoper water, frisdrank en andere producten in te slaan. 1 Belg op de 8 steekt nu al maandelijks de grens over voor zijn boodschappen.
Er zijn tal van redenen waarom bepaalde producten in België duurder zijn.
- Hogere loonkost: Voor de handel zitten we met een loonhandicap van 27% t.o.v. van onze buurlanden. Voor de andere sectoren is dat gemiddeld 18%.
- Duurdere energie, in vergelijking met Frankrijk betaalde een Belgische retailer vorig jaar 40% meer voor een kilowattuur.
Nu zijn er plannen die tot gevolg zullen hebben dat de kostenhandicap van de Belgische handel nog zwaarder zal worden door nieuwe belastingen en heffingen:
– Verpakkingstaks: Van 350 miljoen naar 410 miljoen
Zo moet de handelssector elk jaar 350 miljoen betalen aan een federale verpakkingsheffing. Een heffing die niets bijbrengt aan de vergroening van verpakkingen maar b.v. water en frisdranken wel fors duurder maakt. Daar wil de overheid nog eens 60 miljoen extra op belasten.
– Zwerfvuilfactuur: + 189 miljoen
De Vlaamse regering heeft aangekondigd dat er in 2025 statiegeld komt, de digitale optie wordt momenteel onderzocht met pilootprojecten. De kosten van dat systeem bedragen jaarlijks 136 miljoen euro (exclusief investeringskosten) en die kosten moeten gedragen worden door de producenten en de supermarkten. Daarnaast overwegen de drie gewesten om de kosten van zwerfvuil te dekken middels een bijkomende factuur van 189 miljoen euro die ook volledig op de schouders van de sector terechtkomt. Bovenop de blauwe zak, een initiatief van de privésector (Comeos en Fevia), van 208 miljoen EUR per jaar.
– Gezondheidsshift: Geen impact op gezondheid consument (wel op bedrijven)
De overheid wil de consumptie van groenten en fruit stimuleren door de btw daarop te verlagen naar 0%. Dat is een goed idee op papier, maar de consument trekt niet naar het buitenland voor groenten en fruit, die vaak lokaal aangekocht worden. Deze miljoenenoperatie zou dan wel weer gefinancierd worden door andere producten duurder te maken. Terwijl bv. frisdrank en koekjes vandaag al duurder zijn en dus vaak over de grens gekocht worden.
Wat stellen we voor?
Bijkomende taksen leiden tot een onhoudbare situatie. Daarom vragen we dringend aanpassingen.
1. De federale verpakkingsheffing van 351 mln. EUR per jaar niet duurder maken.
Op termijn moet die groener en sturend gemaakt worden. Hoe minder recycled content in flessen, hoe meer overheidsinkomsten. Maar ook, hoe meer de recycled content toeneemt in de komende jaren, hoe minder belastingen de bedrijven moeten betalen. Dat is voor ons de definitie van een echt groene belasting. Tegelijk moet de federale verpakkingsheffing uitdoven naarmate het digitaal statiegeld (met bijhorende kost) ingevoerd wordt.
2. We vragen ook dat alle zwerfvuil- en verpakkingsverplichtingen op federaal en regionaal vlak in lijn liggen met wat in de buurlanden geldt. Het kan niet dat de geraamde kosten van zwerfvuil in Nederland vijf keer lager liggen dan hier.
3. Een ingrijpende fiscale hervorming is nodig, maar kan niet snel en ondoordacht beslist worden. We steunen uiteraard aanpassingen die tot doel hebben om de lasten op arbeid te doen dalen maar btw verlagen op een categorie van producten en tegelijk laten stijgen op een andere is wellicht niet de beste optie en moet vooraf grondig onderzocht worden.