Het ondernemingsklimaat verbeterde in de bouwnijverheid en, voor de tweede keer op rij, in de
dienstverlening aan bedrijven. De ondernemers bleken daarentegen iets pessimistischer in de handel en in de verwerkende nijverheid. De bezettingsgraad van het productievermogen herstelt zich verder.
De conjunctuur verstevigde in januari in de bouwnijverheid. Alle componenten van de indicator werden opwaarts herzien,
met name voor die betreffende de recente ontwikkelingen van zowel de orderpositie als het gebruikte materiaal.
Het vertrouwen verbeterde ook in de dienstverlening aan bedrijven, zij het in een langzamer tempo dan in december. Deze
versteviging werd vooral geschraagd door de beoordelingen en vooruitzichten inzake de eigen activiteit van de
ondervraagde ondernemingen.
De lichte daling in de handel vloeit voort uit de zwakkere werkgelegenheids- en vraagvooruitzichten.
Voor het eerst sinds juni 2020 verzwakte de indicator zeer matig in de verwerkende nijverheid. De beoordeling van de
orderpositie verslechterde. De ondernemers waren bovendien negatiever gestemd over de verwachte ontwikkeling van de
vraag in de komende drie maanden. Daarentegen liep het aandeel van de ondernemers die vinden dat hun voorraden
hoger zijn dan normaal, terug tot een historisch dieptepunt.
De algemene synthetische afgevlakte curve, die de onderliggende conjunctuurtendens weergeeft, blijft opwaarts gericht.
Volgens de resultaten van de driemaandelijkse enquête naar het productievermogen, ten slotte, blijft de bezettingsgraad
van het productievermogen toenemen, waardoor de zeer zware daling van april vorig jaar wordt tenietgedaan.
De seizoengezuiverde bezettingsgraad kwam in januari op 78,9 % uit, tegen 76,7 % in oktober 2020.