Op 6 maart presenteerde de OESO haar rapport over de Brusselse arbeidsmarkt bij BECI. De vertegenwoordigers van de ondernemingen, de regering en de vakbonden van het Gewest kwamen samen om het rapport te bespreken. Wat zijn de aanbevelingen om de werkgelegenheidsgraad in het Brussels Gewest te verhogen? Werkgelegenheid, onzekerheid, bestuur en oplossingen: een terugblik op deze discussies.
De oproep aan Brussel is gedaan en het doel is duidelijk: het werkgelegenheidscijfer verdubbelen. Het laatste rapport van de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) onthult de grootste problemen van de Brusselse arbeidsmarkt. Jan De Brabanter, CEO a.i. bij BECI, Bernard Clerfayt, Brussels Minister van Werk, Caroline Aelvoet, Director bij Sodexo en Michael Dufrane, Brussels gewestelijk secretaris van de ACLVB (Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België) spraken over de oplossingen die de organisatie aanbeveelt.
Karen Maguire, afdelingshoofd bij de OESO, benadrukte het potentieel en de diversiteit aan vaardigheden in ons Gewest: “Brussel is een metropool van talent, waarvan 50% in het buitenland geboren is”. Maar ondanks deze rijkdom aan talent heeft Brussel het moeilijk om er het beste uit halen. Hoe kan de werkgelegenheidsgraad worden verhoogd in een situatie waarin een groot aantal mensen inactief blijft?
De uitdagingen voor de Brusselse arbeidsmarkt
De OESO wees enkele problemen aan, waaronder een lage geografische mobiliteit van laaggeschoolde werknemers en een gebrek aan bijscholing. De OESO wijst ook op de obstakels die nieuwkomers ondervinden bij hun integratie in het beroepsleven, de hoge taalvereisten en “de arbeidsomstandigheden die de aantrekkelijkheid van bepaalde knelpuntberoepen beïnvloeden”.
Michael Dufrane vermeldt de complexiteit van deze kwesties en wijst erop dat er niet één eenvoudige oplossing bestaat. Toch ziet de OESO een reeks oplossingen die kunnen worden toegepast om de werkgelegenheidsgraad in het Gewest te verhogen.
Op weg naar professionele integratie
Mobiliteit en opleiding: Om de lage geografische mobiliteit van laaggeschoolde Brusselaars aan te pakken, stelt de OESO voor om de toegang tot vervoer te vergemakkelijken en mensen aan te moedigen om buiten de hoofdstad te gaan werken. Tegelijkertijd vermeldt ze het belang van het stimuleren van opleidingen.
Erkenning van vaardigheden: “Het hebben van een professionele certificering is van cruciaal belang om het werk te behouden”, zegt Caroline Aelvoet van Sodexo. De OESO adviseert instellingen om regelmatig een geregionaliseerde openbare enquête te voeren over de profielen die werkgevers zoeken. Ze pleit voor een nauwere samenwerking tussen Actiris en het opleidingssysteem.
Integratie van nieuwkomers: Om hun integratie op de arbeidsmarkt te vergemakkelijken, beveelt de OESO aan om de toegang tot kinderopvang te vergemakkelijken voor ouders die een opleiding gaan volgen. Ze stelt ook voor om de erkenning van kwalificaties verworven in het buitenland te versnellen en benadrukt de noodzaak om diversiteit in de publieke sector te bevorderen en discriminatie op de arbeidsmarkt actief te bestrijden.
Verwerving van taal: De OESO beveelt aan om de taalverwerving in beroepsopleidingen te stimuleren en de taalvereisten aan te passen aan de werkelijke behoeften van de sector.
Kwaliteit van de job: Om de aantrekkelijkheid van knelpuntberoepen te verbeteren, is het van cruciaal belang om de kwaliteit van banen te ondersteunen, in het bijzonder door mentorinitiatieven binnen bedrijven. Om op een coherente manier vooruitgang te boeken, is het echter noodzakelijk om het eens te worden over een gemeenschappelijke definitie van “jobkwaliteit”, waarschuwt BECI’s gedelegeerd bestuurd a.i.
Deze aanbevelingen streven naar het wegnemen van obstakels die specifiek zijn voor de lokale werkgelegenheidssector en om het volledige potentieel ervan te benutten. Maar zijn deze verwachtingen realistisch? Ja, onder bepaalde voorwaarden.
Het lokaal bestuur heroverwegen
Het antwoord is unaniem: jobcreatie hangt af van de overheidsbegroting, en de institutionele complexiteit van het Brussels Gewest verstoort de efficiëntie. Het is dus meer dan noodzakelijk om “het lokale bestuur te heroverwegen”, legt de Brusselse minister van Werk en Beroepsopleiding, Bernard Clerfayt, uit. Jan De Brabanter stelt voor om de voorkeur te geven aan onderlinge verbindingen en de beslissingen van de overheid te decentraliseren: “We moeten de toegang tot werk centraliseren en vereenvoudigen”. Om de arbeidsmarkt te stimuleren moeten “politieke partijen en bedrijven nauw samenwerken”.
In de aanloop naar de verkiezingen erkennen de Kamer van Koophandel van Brussel en het Verbond van Ondernemingen te Brussel het belang van deze kwestie. Van 20 maart tot 24 april zet BECI zich in en roept het de vertegenwoordigers van de regionale politieke partijen op om het woord te nemen tijdens vier avonden van verkiezingsdebatten.
➤ Neem deel aan het debat tussen Barbara Trachte (Ecolo), David Leisterh (MR) en Jan Busselen (PVDA) op 20 maart om 18 uur door u hier in te schrijven.