De sociale samenhang bepaalt mede de veerkracht van steden. Daarom legde de Koning Boudewijn Stichting haar oor te luisteren bij de Brusselaars, meteen na de terreuraanslagen. Via het initiatief van BruVoices, kregen we vooral een liefdesverklaring vol wijsheid, die echter de mindere kanten van de stad niet negeert.
De VUB, UCL en ULB analyseerden de diagnose die de Brusselaars gemeenschappelijk stellen. Vanaf eind januari 2017 spraken namelijk 1.026 personen over hun banden met de stad en haar inwoners. 500 mensen namen deel aan 51 gespreksgroepen en 526 personen werden 30 à 45 minuten lang geïnterviewd.
“Op de eerste vraag – wat betekent Brussel voor u ? – kregen we eerst positieve feedback”, vertelt Marie Scheid, die het project bij de Koning Boudewijn Stichting coördineerde. “De inwoners beklemtonen de openheid en de diversiteit. Wanneer de vragen wat dieper gaan peilen, krijgen we natuurlijk meer contrasteerde resultaten, maar op het einde van het gesprek hoorden we weer positieve dingen als ‘Niet alles is hier rozengeur en maneschijn, maar Brussel heeft veel goede kanten en we voelen ons hier goed’.” Bijna 80% van de respondenten oordeelt dat je als Brusselaar trots mag zijn. Ze beschouwen Brussel als een gediversifieerde, boeiende en vooruitstrevende stad.
De menselijke dimensie
Achter de beelden van vuil, stilstaand verkeer en schijnbare chaos schuilt in de Europese hoofdstad een gewaardeerde levensstandaard. Het culturele aanbod en de aantrekkelijke anonimiteit van grote steden combineren zich hier met een levenssfeer op kleine schaal en de nabijheid van handelszaken en diensten in een vrij groene omgeving.
In deze internationaal gerichte dorp-stad of stad-dorp neemt het concept van wijk een bijzonder positieve waarde. De wijk wordt ervaren als een solidariteitskern. Deze levenswijze zouden de Brusselaars ook graag buiten de stadsgrenzen zien prospereren. Ze voelen zich in de wijk ook veiliger dan in de rest van de stad. “Wat de veiligheid aangaat, zijn de conclusies minder duidelijk”, stelt Marie Scheid. “De mensen hebben de neiging zich ‘s nachts minder veilig te voelen. Sommige factoren dragen daartoe bij: de gevolgen van seksuele pesterij op straat, de seksuele geaardheid, de senioren …”
Leven in een cocon
De perceptie van chaos en onveiligheid neemt toe naarmate men het stadscentrum benadert. De omliggende gemeenten worden als rustiger en veiliger ervaren. Naast de kaart van de sociale verschillen bestaat er een andere: “We zien ook mentale stadskaarten. Voor veel mensen geldt het kanaal als een soort noord-zuid as doorheen Brussel”, weet Marie Scheid. “Aan beide kanten hebben de mensen het moeilijk om deze breuklijn over te steken.”
Zowel de respondenten uit het dichter bevolkte noord(-oosten) als die uit het rijkere zuid(-westen) getuigden van een zeker onbehagen wanneer ze bepaalde homogene buurten in Brussel doorkruisen die te veel afwijken van wat ze zelf kennen. De onderzoekers gaven echter de voorkeur aan het beeld van een ‘leven in een cocon’. Deze term is neutraler dan ‘communautarisme’, die te veel clichés inhoudt. Deze ‘cocons’ ontstonden in Brussel zowel door de aanwezigheid van etnische minderheden als door de welgestelde klassen. “Zulke cocons mogen niet verdwijnen”, oordeelt Marie Scheid. “Ik geloof trouwens niet dat dit mogelijk zou zijn. Binnen een cocon kunnen mensen solidariteitsbanden ontwikkelen, relaties aanknopen en een netwerk opbouwen. Al deze wereldjes dragen bij tot de diversiteit en de eigenheid van Brussel. Geen van de respondenten wil Brussel uniformiseren. Multiculturaliteit en contrasten zijn welkom, maar meer openheid van de cocons zou worden geapprecieerd. Ze zouden meer met elkaar in contact moeten komen om de ontdekking van andere facetten van Brussel te vergemakkelijken.”
Het gevoel hier een vreemdeling te zijn, brengt de mensen samen, want heel veel mensen ervaren dit. Denk maar aan de pendelaars uit de rand, de Europese ambtenaren en de kinderen van migranten: zij hebben allen deze ‘status’ aangevoeld, die bijdraagt tot de gastvrijheid van de stad. Het verschil is hier de norm en de stad is voor iedereen.
Gemengdheid op school, de aanleg van ontmoetingsruimten in de wijken … De studie en 150 burgers die op 17 maart samen kwamen, gaven aanleiding tot strategieën die contacten willen bevorderen. In juni komt dit alles ter sprake in het Brusselse parlement.