Voor of tegen minder reclameborden in de stad?

26 september 2019 door
BECI Community

Een efficiënt en economisch nuttig medium of eerder een bron van “visuele vervuiling”? Reclameborden zorgen voor felle debatten. Sommige lokale overheden willen de impact ervan op de stad verminderen. Twee meningen van beroepsmensen 

 

Vóór 

Jérôme Blanchevoye 

Adjunct-directeur generaal bij JC Decaux Belux  

In Brussel zou een beter overleg tussen het Gewest, de 19 gemeenten, de MIVB en de verschillende spelers van de reclamesector de alomtegenwoordigheid van reclame kunnen verminderen. En het zou tegelijk alle belanghebbenden een zelfde of zelfs hoger niveau van dienstverlening of inkomsten kunnen garanderen 

Het nieuwe project van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening (GSV) wil het aantal reclamevoorwerpen op de openbare weg beperken – op zich een goede zaak. Deze verordening zal echter haar doel missen als de gemeenten ervan afwijken en de administratie geen middelen krijgt om de naleving ervan te controleren. Dat is nu het geval. Bovendien brengt dit GSV-project, door de willekeurige afbakening van zones en formaten, het risico met zich mee dat het niveau van de inkomens (bijdragen, belastingen) gaat dalen of dat de daarvan afhangende diensten (Villo, bushokjes, enz.) zonder financiering komen te zitten. Dit zou spijtig zijn, ook omdat het geld dan naar andere media zou vloeien, waarvan sommige geen enkele euro aan de Belgische Staat herverdelen. 

Plaatselijke affichage is positief voor de stad. Het oudste medium ter wereld is bovendien een effectief communicatiemiddel, zowel voor economische als culturele actoren. Het creëert lokale werkgelegenheid, stimuleert de lokale economie en financiert diensten voor burgers. 

Ja, wij zijn voorstander van minder reclameborden in de stad, maar op een intelligente en harmonieuze manier. Het is een van de meest gewaardeerde media voor de jongere generatie, die het als vriendelijk, creatief en dynamisch beschouwt. Ik ben ervan overtuigd dat we met het Gewest, de MIVB en de gemeenten ambitieuzer kunnen werken aan een betere integratie van de reclame in de stad, met behoud van de levenskwaliteit van de burgers en de voordelen die dit medium voor de gemeenschap oplevert. 

 

Tegen 

Charles Dejean 

Bestuurder bij Belgian Posters 

Wij zijn tegen het beperken van de reclameborden, maar op een genuanceerde manier. Het Brussels Gewest wenst een nieuwe GSV te stemmen die de reclame regelt. Maar die is in haar eerste versie niet erg geruststellend voor ondernemingen als het onze. Ze is veel te ingrijpend en bedreigt het behoud van veel borden in de hoofdstad. Verhoudingsgewijs zouden er op 100 panelen amper een vijftiental worden behouden. Onaanvaardbaar! 

Geef de adverteerders wat speelruimte, zodat ze zich kunnen aanpassen aan de nieuwe regels. Net als in het verleden trouwens, toen het nodig bleek om het (overdreven) aantal uithangborden te verminderen. Maar vandaag wordt nagenoeg geen overleg gepleegd. De bedrijven die instaan voor de reclameborden worden niet aan de onderhandelingstafel uitgenodigd 

Deze verordening zal waarschijnlijk veel verlies teweegbrengen. Reclameborden brengen veel geld op: niet zozeer voor de exploitant van het bord, maar vooral voor de gemeenten (het belastingtarief ligt zeer hoog) of voor de NMBS (die aanzienlijke huurgelden int voor de huur van haar spoordijken). Bovendien wordt naar schatting 80% van de reclameomzet opnieuw in de lokale economie geïnvesteerd, in tegenstelling tot andere media, waaronder het internet.  

Het verdwijnen van onze systemen zal leiden tot banenverlies, vaak van laaggeschoolden die geografisch afhankelijk zijn van ons werkgebied, naast inkomensverlies voor het Gewest, de gemeenten, de overheid, de MIVB en de NMBS. Om al deze redenen is overleg tussen de overheid en de sector zeer wenselijk. Het zou goed zijn als we werden uitgenodigd voor overleg, als naar ons werd geluisterd en we de tijd kregen om ons aan te passen 

 

BECI Community 26 september 2019
Deel deze post
TAGS 
Archiveren