De lockdown-maatregelen naar aanleiding van de gezondheidscrisis stellen de huurmarkt voor winkels en kantoren serieus op de proef/handelshuurovereenkomsten. Wegens tijdelijke sluitingen of een daling van de activiteit ondervinden veel winkeliers en ondernemers nu moeilijkheden om hun huur te betalen. Eric Vanden Bemden, Real Estate Officer binnen de ‘Covid’-eenheid die Beci heeft opgericht, speelt in op de bezorgdheden van huurders en verhuurders.
“Onder de mensen die ons contacteren, zijn er natuurlijk huurders die niet meer kunnen betalen. En ook eigenaars die kampen met betalingsachterstanden en daarom zelf ten opzichte van hun bank in de problemen raken als ze een lening moeten terugbetalen. Welke rechten hebben zij? Wat zijn de mogelijkheden? Wie kan hen helpen? Dat zijn de vragen die ons meestal worden gesteld.”
Eric vertelt er meteen bij dat hij noch jurist, noch immobiliënexpert is. “Wel was ik destijds zelf ondernemer en toen ook huurder. Vandaag ben ik mede-eigenaar van een handelszaak. De materie ken ik dus redelijk goed. Bovendien begeleid ik als coördinator van het reStart programma al bijna vier jaar ondernemers die een faillissement hebben ondergaan. Dat zijn complexe dossiers met meerdere vraagstukken, waaronder ook problemen rond handelshuurovereenkomsten.”
“Zoals bij elke ondernemer die in moeilijkheden verkeert, bestaat mijn taak er in de eerste plaats in om de mensen gerust te stellen en met hen een duidelijk en objectief overzicht te krijgen. Samen met het team van Beci moedigen we die mensen aan om eerst te proberen een minnelijke schikking te treffen. Meestal is dit een kwestie van gezond verstand, want handelshuurovereenkomsten zijn in principe langlopend en dat biedt uitzichten voor het spreiden van achterstallige betalingen. De eigenaars moeten van hun kant tot het besef komen dat ze er geen baat bij hebben de relatie te verbreken. Het is vandaag moeilijk om een nieuwe solvente huurder te vinden. Hoelang riskeert het pand leeg te staan? En wat de bank betreft, misschien kan die de oplossing vergemakkelijken door, in geval van een lening, de terugbetalingen van de eigenaar tijdelijk op te schorten.”
Als een dergelijke onderhandeling niet mogelijk blijkt, kan de Covid-eenheid de tussenkomst van een bemiddelaar voorstellen, om geen beroep hoeven te doen op het gerecht: “Naar de rechtbank stappen is tijdrovend, kost veel geld en is riskant, omdat er geen waarborg bestaat voor een gunstig vonnis. Bemiddeling is vaak sneller en goedkoper. Ze gaat niet voor confrontatie, maar probeert de relatie tussen de partijen in stand te houden.”
Onze experten: