Gezien het bijzondere en universele karakter van het coronavirus (of Covid-19) is het duidelijk dat de uitvoering van veel commerciële contracten, zowel nationaal als internationaal, op de proef zal worden gesteld: vertragingen, onderbrekingen, heronderhandelingen of annuleringen zullen de komende weken aan de orde van de dag zijn.
De oorzaken van deze moeilijkheden kunnen variëren van het gebrek aan grondstoffen uit China tot quarantainemaatregelen van de nationale autoriteiten en moeilijkheden bij de invoer/uitvoer.
Maar in hoeverre zijn de partijen bij een overeenkomst gerechtvaardigd om deze op te schorten of te beëindigen vanwege het coronavirus? Kan deze uitbraak een geval van overmacht vormen naar Belgisch recht?
Het beroep op overmacht laat de opschorting van een verplichting toe wanneer de belemmering tijdelijk is of de ontbinding van de overeenkomst wanneer de belemmering definitief is. Om als zodanig te worden gekenmerkt, moet een evenement aan drie cumulatieve voorwaarden voldoen: uiterlijkheid, onweerstaanbaarheid en onvoorspelbaarheid.
Concreet
Laten we een concreet voorbeeld nemen: een in Europa gevestigd computerfabrikant koopt moederborden, chips en verschillende technologieën van Chinese leveranciers. De Chinese fabrieken in kwestie worden echter geconfronteerd met een aanzienlijke daling van de productie als gevolg van de besmetting van hun werknemers en de inperkingsmaatregelen.
De computerfabrikant ontvangt niet langer de onderdelen die nodig zijn voor de productie en kan deze niet meer verkopen. Zij had zich ertoe verbonden om binnen een bepaalde termijn honderd computers aan bedrijf X te leveren. Aangezien de fabrikant niet in staat is zijn verplichtingen na te komen, kan hij zich dan beroepen op een geval van overmacht?
De uiterlijke kenmerken van deze situatie lijken vrij duidelijk: de fabrikant heeft op geen enkele wijze bijgedragen aan de verspreiding van het virus dat de werknemers besmette en de stopzetting van de productie van onderdelen in China veroorzaakte.
Als men ervan uitgaat dat hij ook het productiebeheer van het Chinese bedrijf niet kon controleren, zal de onweerstaanbaarheid moeten worden vastgesteld. Als echter zou blijken dat de fabrikant de mogelijkheid heeft om technologische componenten van een andere leverancier te betrekken, dan zou het onweerstaanbare karakter van de situatie ontbreken.
Overmacht
Tot slot zal de kwestie die de meeste problemen zal opleveren, die van de onvoorspelbaarheid zijn. Indien de partijen bij het sluiten van het contract op de hoogte waren van het bestaan van het virus, hadden zij de problematische gevolgen kunnen/moeten voorzien.
Maar op welk moment kan worden aangenomen dat zij zich bewust moeten zijn geweest van het virus? Ten tijde van de uitbraak? Toen de Chinese autoriteiten hierover communiceerden? Wanneer is het in Europa of België aangekomen? Vanaf de datum dat de WHO het risico ernstig achtte?
Het is waarschijnlijk dat de rechters bij hun beslissing over de voorzienbaarheid van de gevolgen van Covid-19 elke zaak concreet zullen beoordelen en de situatie zullen vergelijken met die van een redelijk en normaal gesproken voorzichtig persoon die in dezelfde omstandigheden op de markt zou opereren als de persoon die zich op overmacht heeft beroepen.
Daarom kan de handelaar, afhankelijk van het moment waarop de overmacht wordt ingeroepen, zijn verplichtingen al dan niet opschorten (als de belemmering tijdelijk is) of beëindigen (als de belemmering blijvend is).
Advies voor het opstellen van het contract
In de eerste plaats moet overmacht altijd in een contract worden opgenomen. De partijen worden geadviseerd om mogelijke (niet-exhaustieve) gevallen van overmacht te identificeren die, indien bewezen, het mogelijk maken om opnieuw over het contract te onderhandelen.
In het geval van Covid-19 is het waarschijnlijk dat contracten waarin pandemieën en epidemieën specifiek als overmacht worden aangemerkt, de partijen in staat stellen dergelijke clausules ten uitvoer te leggen. Het is nuttig om in dergelijke gevallen te voorzien in een optie om opnieuw te onderhandelen over het contract, in plaats van het te ontbinden, waardoor de contractuele relatie flexibeler wordt.
Bovendien is het sterk aanbevolen om een hardheidsclausule op te nemen in nieuwe contracten: dit maakt het mogelijk om opnieuw te onderhandelen over het contract wanneer de uitvoering van het contract, terwijl het toch mogelijk is (in tegenstelling tot overmacht), buitensporig belastend wordt: u kunt bijvoorbeeld nog steeds grondstoffen aanschaffen voor de uitvoering van het contract, maar dan wel tegen buitensporige voorwaarden.
Een wijziging in de omstandigheden, waarvan de intensiteit is vastgesteld en het evenwicht van het contract heeft verstoord, is voldoende zodat een van de partijen de andere kan vragen opnieuw over het oorspronkelijke contract te onderhandelen.
Denis PHILIPPE (Partner,Philippe & Partners)
Advocaat bij de balies van Brussel en Luxemburg
Jean-François LIBERT (Partner, Philippe & Partners)
Advocaat bij de Balie van Brussel