Meer flexibiliteit en digitalisering in de toekomst
Wat zijn de gevolgen van de gezondheidscrisis voor de coworking-sector? Een update met Mr. Coworking, Edouard Cambier, mede-eigenaar van Seed Factory en voorzitter van de Belgian Workspace Association.
De coworking-ruimten, bedrijvencentra en andere incubatoren incasseerden als eerste de impact van de in maart afgekondigde lockdown. Dit veroorzaakte een onmiddellijke en dramatische daling van het aantal vergaderingen en evenementen in de maanden maart, april en mei. Het percentage annuleringen bereikte 94% in maart en april. De impact nam daarna af en de privékantoren presteerden goed. “Net als de 232 coworking-ruimten die bij de Belgian Workspace Association (BWA) zijn aangesloten, hebben we alle nodige sanitaire maatregelen getroffen (sociale distantiëring, mondmaskers, hydroalcoholische gel enz.) om de veiligheid te garanderen van de mensen die deze ruimten gebruiken”, vertelt Edouard Cambier. “De leden van onze vereniging hebben grote inspanningen geleverd om de activiteiten voort te zetten voor de huurders. Geen enkele van onze gebouwen werd gesloten. Hier bij Seed Factory hadden we steeds iemand aan de onthaalbalie.”
Na enkele bijzonder moeilijke maanden stellen we vast dat de activiteiten hervatten, weliswaar met verschillende situaties van gebouw tot gebouw. Vooral de panden in de buurt van treinstations of luchthavens zijn zwaar getroffen. De coworking-ruimten in de rand van Brussel, Antwerpen of Gent doen het iets beter. “Al bij al zou ik zeggen dat vandaag 25% van de 232 coworking-ruimten het niet goed doen, 50% verkeert in een break-even situatie en 25% stelt het goed”, verduidelijkt Edouard Cambier.
Sinds begin september zijn er enkele trends ontstaan. “We constateren veel boekingen van vergaderruimtes, weinig of geen evenementen, de terugkeer van enkele coworkers, de grote terugkeer van klassieke KMO’s, de aanhoudende afwezigheid van multinationals en Europese organisaties (lobby’s in de Europese Wijk), een moeizame terugkeer van IT-bedrijven (die gebruik maken van Slack, bijvoorbeeld ) en een relatief goede prestatie van privékantoren.” Eveneens opvallend is dat telewerk nog steeds een prioriteit blijft voor tal van privé- en overheidsbedrijven, tenminste als ze het zich kunnen veroorloven. Momenteel zijn de ruimten en lokalen groter om sociale distantiëring mogelijk te maken en de terugkeer naar kantoor te stimuleren. Hoe dan ook, het is duidelijk dat de crisis de visie van de ondernemingen heeft veranderd.
“Volgens Gartner hebben de bedrijven slechts onlangs ingezien dat de digitale veerkracht van hun personeel in de loop van de tijd moet worden opgebouwd, niet alleen tijdens de pandemie, maar ook daarna”, zegt Edouard Cambier. “Dit verklaart de technologische stormloop die we momenteel meemaken en die zal uitmonden op de smart workplace en zijn zes kenmerkende trends:
■ Een ruimte die de digitalisering van fysieke voorwerpen benut om nieuwe manieren van werken aan te bieden en de efficiëntie ervan te verbeteren;
■ Een nieuwe ‘set hulpmiddelen’ die persoonlijke tools in SaaS-modus combineert binnen één enkele oplossing in de cloud (bijvoorbeeld Microsoft 365 of Slack);
■ Mensen die gebruik beginnen te maken van persoonlijke hulpmiddelen, afkomstig van het Internet of Things (IoT) – die trend heet ‘bring your own thing’ (BYOT);
■ Desktop-as-a-Service, die on-demand een virtuele desktopervaring biedt;
■ De snelle opkomst van een economie op afstand;
■ Technologische diensten die door de gebruikers zelf werden ontwikkeld.”
Het is moeilijker dan ooit om de toekomst te voorspellen in deze onrustige en onzekere tijden. Toch ziet het er naar uit dat nog meer mensen naar telewerk zullen overstappen, al blijft kantoorwerk om talrijke redenen essentieel. “De werknemers zijn het er mee eens dat het kantoor een vitale plek blijft om te leren, te socialiseren en samen te werken. Dit is trouwens ook de conclusie van een onderzoek dat werd uitgevoerd door het Britse tijdschrift Property Week. Hieruit blijkt dat meer dan een derde (38%) van de 50.000 respondenten oordeelt dat telewerk geen mogelijkheden biedt voor informele sociale interactie. Werknemers blijven afhangen van het kantoor voor essentiële taken in hun werk evenals voor persoonlijke ontwikkeling via samenwerking en leerprocessen. Toch zal niemand maandag op kantoor opdagen om van 9 tot 17 uur met collega’s te praten en de volgende dag thuis blijven om vandaaruit al het werk proberen te verrichten. Het zou nogal naïef zijn om te denken dat het werk op die manier kan worden gesegmenteerd. Kortom, 30% van de coworking-ruimtes zullen in 2030 van het ‘Flex’-type zijn”, besluit Edouard Cambier.
Over de auteur
Guy Van den Noortgate