De vergrijzing van de bevolking en de groei van de thuishospitalisatie vereisen de verdere ontwikkeling van de digitale gezondheid in Brussel.
Een geïmmobiliseerde patiënt kan van zijn ziekenhuisbed vallen zonder dat de zorgverleners zich daarvan bewust zijn. “Een verpleegkundige of arts moet echter weten wanneer een patiënt valt, zelfs als deze zelf opnieuw rechtstaat,” vertelt Jérôme Laurent-Michel, een van de oprichters van de Brusselse starter MintT. Deze voormalige verpleger ontwikkelde in Brussel samen met een klein team een valdetector (foto hiernaast). Via een 3D-sensor in de hoek van de kamer van de patiënt kunnen de valtijden en –frequentie van een patiënt opgevolgd worden. “Weten hoe vaak een patiënt valt laat toe om zijn kwetsbaarheid in te schatten en zo de beste zorg te verlenen,” vervolgt hij.
MintT wordt sinds zijn commercialisering in januari 2009 onder meer gebruikt door het Sint-Pietersziekenhuis in Brussel en het Centre Hospitalier de Wallonie Picarde in Doornik (CHWapi). “Er zijn al een honderdtal kamers aangesloten en we ontwikkelen de markt in België en Frankrijk,” aldus de enthousiaste Eric Krzeslo, CEO. De dienst die MintT mee ontwikkelde is een van de concrete uitwerkingen van de vele startersups die actief zijn rond e-health, of ‘digitale gezondheid’. Sommigen zijn zelfs al bekend in het buitenland, zoals LindaCare, een hartmonitoringsysteem voor patiënten op afstand, of MoveUp, waarmee patiënten thuis revalidatieoefeningen doen. In 2013 werd er op het gebied van e-gezondheidszorg in het Brusselse Gewest zelfs een cluster gelanceerd. Dat bundelt en ontwikkelt initiatieven. “Toen we zes jaar geleden begonnen, waren er een tiental bedrijven actief in de e-gezondheidszorg. Vandaag zijn het er 55,” weet Azèle Mathieu, coördinator van de cluster Lifetech.brussels.
“Brussel staat open voor starters rond e-gezondheid“
De meeste deskundigen zijn het erover eens: digitale gezondheid kan enkel groeien, vooral omdat de mens de hoeveelheid gegevens niet langer kan verwerken. Zelfs op Belgische schaal wijzen enkele indicatoren erop dat e-gezondheidszorg een mooie toekomst tegemoet gaat. De Belgische samenleving vergrijst inderdaad en onder impuls van Maggie De Block zet de federale regering zich in voor thuishospitalisatie, om de ziekenhuizen te ontlasten.
“Thuiszorg zal de komende jaren waarschijnlijk groeien,” zegt Azèle Mathieu. “In de eerste plaats om politieke redenen, maar ook omdat er een toename is van chronische ziekten en langdurige patiënten. Mensen willen niet altijd in het ziekenhuis opgenomen worden. Daarom speelt technologie een rol bij het faciliteren van thuishospitalisatie.”
Maar is het Brusselse Gewest een pionier op het gebied van e-gezondheidszorg? “We kunnen niet echt beweren dat Brussel een voorloper is, maar het staat op Europees vlak relatief sterk,” merkt Azèle Mathieu op. “Andere Europese hubs vragen ons om mee deel te nemen aan gedachtewisselingen. Ons ecosysteem is levend en dynamisch. Financiering door de overheid is toegankelijk en we trekken ook buitenlandse starters aan. Op het vlak van veilige gegevensuitwisseling staat bovendien Brussel aan de top.” Eric Krzeslo, CEO van MintT, gelooft dat België een goed gastland is. “Je zou kunnen denken dat het kleine en geregionaliseerde België niet meteen de beste plaats is om een starter rond e-gezondheid te ontwikkelen. In de praktijk ontstaan echter vele starters in dit ecosysteem – en kennen ze een zeker succes. Bovendien kunnen deze startende ondernemingen financiële steun van de overheid genieten.”