Brussel beschouwt heropbouw al geruime tijd als een middel om mensen weer aan het werk te krijgen. Deze trend verandert nu stilaan in een krachtlijn van de bouwsector. Zowat overal in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zien we nu bouwwerven die uitdrukkelijk aandacht besteden aan hergebruik, upcycling en urban mining. Een toepassing van de circulaire economie, dus.
De resultaten van de Be Circular projectoproep 2019 spreken boekdelen. Het is duidelijk dat het Brusselse Gewest op het vlak van kringloopbouw een nieuw tijdperk inluidt. Dit geldt niet alleen voor nieuwe projecten, maar ook voor wederopbouw. Onder de winnaars die een sterke indruk maakten, vinden we bijvoorbeeld Alexis Pierrard. Op de Warland-bouwwerf die hij voor een particulier leidde, won deze ondernemer die aan het hoofd staat van de KMO Global Art Concept Carrara-marmer terug dat anders helaas als opvulmateriaal had gediend. Hij koos bovendien voor hergebruik-parketvloeren, op een onderlaag van kurk en rubber. Deze ongebruikelijke praktijk bevordert het kringloopprincipe. Alexis Pierrard geeft graag toe dat deze aanpak meer denkwerk vergde en dus duurder uitviel dan de klassieke benadering. Nochtans gaf het hem en de opdrachtgever de grote voldoening om bij te dragen aan een circulaire opvatting van het bouwwezen. En het zou hoe dan ook jammer zijn geweest om marmer ter waarde van 80 tot 150 euro per vierkante meter te laten gebruiken als onderlaag van om het even welke bestrating.
60 m³ bakstenen
Op een andere plek ging het om een verschillend probleem en andere hoeveelheden materialen. In Brussel Stad werkte ondernemer Jacques Delens op de site van een oude gieterij, die nu volledig gerenoveerd is. De buitenmuren werden bijna integraal behouden en de werf gebruikte 60 m³ teruggewonnen bakstenen. Dit hield een dubbel voordeel in: de productie van nieuwe materialen en dus het verbruik van grondstoffen werd vermeden, terwijl de hoeveelheid afval op nul bleef. Arnaud Dawans, R&D manager bij Jacques Delens, vindt dit geen gemakkelijke aanpak, maar het heeft zijn troeven: “Het zet de sector ertoe aan zich de juiste vragen te stellen en vervolgens de juiste acties te ondernemen”. Zeker als je beseft dat dit alles werd gedaan tegen dezelfde prijs als met nieuwe bakstenen. Het zou zonde zijn geweest om dit niet te doen.
Marie-Laure Maerckx heeft deze inschrijvers gedurende hun hele loopbaan kunnen volgen. Als Senior Consultant bij Cenergie, een van de kantoren die in opdracht van Be Circular optreden, zag ze haar intuïtie al
vele malen bevestigd: “Kringloopbouw mag je niet herleiden tot een technische aangelegenheid of tot bakstenen die je zou terugwinnen en opnieuw gebruiken. Kringloopbouw is ook en vooral rekening houden met een aantal menselijke parameters, waarbij nieuwe vormen van samenwerking dienen te worden opgezet.” Dit moet gepaard gaan met een mentaliteitsverandering binnen de beroepen van de bouwsector, maar eveneens bij de opdrachtgevers. Marie-Laure Maerckx vermeldt het verhaal van een oude parketvloer die de eigenaar van een gebouw in renovatie uiteindelijk besloot te behouden, ook al was dit niet gepland. Natuurlijk kan dit de duur van een project verlengen en eventueel een budget verhogen, maar het is duidelijk dat de reflex nu bij iedereen is doorgedrongen.
Gemakkelijk te deconstrueren materialen
Al deze verschuivingen resulteren uit de uitdrukkelijke wens van sommige ondernemers en opdrachtgevers om de zaken anders aan te pakken. Toegegeven, deze beweging werd geïnitieerd door Gewest. Ze kreeg steun van leefmilieu Brussel. En ze werd technisch opgevolgd door organen als de Confederatie Bouw. Hierdoor slaagden de voorstanders er veel gemakkelijker in de nog steeds bestaande onzekerheden te overbruggen. Een paar dagen geleden verschenen de notulen van de seminars Duurzaam Bouwen. Die zijn een ware goudmijn voor wie de bouw of de renovatie van zijn gebouw op een duurzame manier wil aanpakken. Ambroise Romnée, Project Leader bij het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB): “De ervaringen die wij op het terrein hebben gevolgd, stelden ons in staat de beginselen van kringloopbouw te definiëren aan de hand van eenvoudige principes. Zo bijvoorbeeld het beperken van het aantal verschillende materialen, het vermijden van onafscheidelijke composieten, het afstemmen van de levensduur van materialen op hun functie, het volledig modulair omgaan met omkeerbaarheid, het behouden van een goede zichtbaarheid van aansluitpunten of nog de voorkeur aan geprefabriceerde materialen, met bouwmaterialen die gemakkelijk te hanteren en te deconstrueren zijn. Het is trouwens de bedoeling om het gebouw maximaal de mogelijkheid te geven om zich aan te passen aan een vaak veranderende omgeving en om rekening te houden met het einde van de eerste levensduur van het pand.” Daarmee zegt het WTCB niets anders dan Le Corbusier, de grote naam van de architectuur, duidelijk de eerste die de beginselen van de kringloopbouw ontwierp (zie kaderverhaal).
Urban mining en diensteneconomie
Ambroise Romnée stelt dat een kringloopbouwproject in feite omgekeerd wordt aangepakt, te beginnen aan het einde van het project, dus, waar je zou denken dat je uitermate stroomopwaarts zou moeten werken. Het is je natuurlijk ook steeds van belang om de productie van afval en de uitstoot van broeikasgassen te vermijden. Hier dient gezegd dat de sector in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ongeveer een derde van alle afval produceert. Toch nog steeds 645.000 ton per jaar, betreurt de ingenieur. Het echte nieuws met deze aanpak is echter dat ‘urban mining’ een veel groter aantal min of meer gekwalificeerde werknemers mobiliseert, zowel stroomopwaarts als stroomafwaarts van de werf. “Denk bijvoorbeeld aan behandeling, opslag, reconditionering, documentatie, promotie en herverkoop (nvdr: van de teruggewonnen materialen). Bovendien betrekt de verkoop van hergebruikselementen verscheidene functies: de logistiek (magazijn, transport …), de informatie (beschrijving en zoeken naar informatie over het product), de techniek (reparatie en reconditionering, technische documentatie) en de commerciële activiteiten (verkoop, beheer van de bestellingen, boekhouding en zelfs service na verkoop).”
De circulaire economie zorgt dus ook voor extra werkgelegenheid, via de diensten.
Le Corbusier, de vader van kringloopbouw
Door de voorkeur te geven aan modulariteit en deze in haar kleinste details te bedenken, dacht Le Corbusier aan de meerdere levens van een gebouw, of liever gezegd aan de verschillende toepassingen die het gebouw gedurende zijn verschillende levens kan hebben. De beroemde architect riep het monomaan ontwerpen van gebouwen een halt toe. Hij weigerde een verdeling van de ruimtes in functie van één enkel gebruik waartoe zij zouden worden bestemd. Hij wilde geen woonkamers meer die niets anders konden zijn. En dat gold ook voor keukens en slaapkamers. Idem voor tertiaire gebouwen, met kantoren die misschien ooit woningen zouden worden, en opslagruimten die tot lofts konden worden omgevormd.