De uitvoering van een ESG-beleid (environment, social, governance) is een langdurig proces. Ter ondersteuning van KMO’s hebben Grant Thornton en BECI een reeks maandelijkse webinars opgezet, georganiseerd door het CONNECTS-platform. De sessies zijn voor iedereen toegankelijk en brengen talrijke deskundigen en bedrijfsleiders samen. Naast theoretische concepten en methodologische instrumenten delen de sprekers praktische ervaringen, tips en ideeën.
Milieustrategie: identificeer materiële problemen vóór je actie onderneemt
“Als je een effectief ESG-beleid wil, focus dan op de voornaamste hefbomen…” Ons derde webinar, op 22 december jl., besprak een cruciale stap: de identificatie van materialiteiten bij de ontwikkeling van een duurzaamheidsplan. De sprekers gingen vooral in op de E-aspecten van ESG.
Waar begin ik mee?
Na de inleiding door Joost Visser, CEO van CONNECTS, gaf Isabel Derison, Partner bij Grant Thornton, een kort semantisch geheugensteuntje. Een materialiteit is een significant en impactvol risico of kans. Het kan verwijzen naar het effect van milieuveranderingen op je organisatie of, omgekeerd, het effect van je activiteiten op het milieu.
Denk bijvoorbeeld aan de manier waarop uitputting van hulpbronnen, ontbossing, verlies van biodiversiteit, vervuiling of extreme weersomstandigheden je bedrijf kunnen beïnvloeden. Denk ook aan hoe je dergelijke risico’s kunt beperken door je waterbeheer, koolstofvoetafdruk, circulaire economie, materiaalgebruik enz. opnieuw te evalueren.
“Met de identificatie van deze materialiteiten kan je bedrijf echt een verschil te maken. Totaal iets anders dan hier en daar vinkjes in vakjes te zetten,” stelt Isabel Derison. Een luchtvaartmaatschappij, bijvoorbeeld, zal veel efficiënter haar CO2 emissies verminderen in haar brandstof- of vlootbeheer dan in de manier waarop het papier in haar kantoren wordt gerecycled.
Een dergelijk inventaris betekent nog niet dat je alles tegelijk moet doen. “Begin bijvoorbeeld met een inside-out benadering”, legt Isabelle Derison uit. Bovendien kan een bedrijf deze ‘kernpunten’ op verschillende manieren bepalen. Onder andere via een dialoog met belanghebbenden (werknemers, klanten, leveranciers, enz.), waarvan je de conclusies later in je hele ESG-proces verwerkt. Of door je eigen situatie te vergelijken met die van je concurrenten en andere spelers in de sector.
“De identificatie van materialiteiten stelt je bedrijf in staat om echt een verschil te maken. Totaal iets anders dan hier en daar vinkjes in vakjes te zetten.” – Isabel Derison, Grant Thornton.
“De gebieden die we als ‘materieel’ hebben gedefinieerd zijn nu waar het bedrijf de meeste inspanningen op richt, met het oog op zeer concrete doelen die het zichzelf heeft gesteld.” – Romy De Mayer, Proximus
Circulair
Niels Breugelmans, haar collega bij Grant Thornton, legt uit hoe de toepassing van de circulaire economie en haar beginselen een goede manier is om simultaan met verschillende milieuaspecten om te gaan. Om dit te bereiken, ontwikkel je een strategie die eerst en vooral bepaalt waar in je ontwerp-, inkoop-, productie-, ondersteunende diensten-processen en in de levenscyclus van de producten de ‘R’-concepten kunnen worden toegepast… Namelijk ‘Refuse’ (afwijzen van niet-groene materialen of processen), ‘Rethink’ (heroverwegen) en ‘Recover’ (energie terugwinnen). Of, binnen je productieproces, ‘Re-use’ (hergebruiken), ‘Repair’ (repareren), ‘Recondition’ (reconditioneren), ‘Remanufacture’ (herwerken), ‘Recycle’ (recyclen). “Deze product- en procesoptimalisaties genereren bovendien een enorme waarde”, vertelt de expert.
“Deze product- en procesoptimalisaties genereren bovendien een enorme waarde.” – Niels Breugelmans, Grant Thornton
Versnellen
Proximus is het eerste telecombedrijf ter wereld dat doelstellingen voor koolstofneutraliteit heeft bepaald voor zijn eigen activiteiten, en dan wel op basis van ‘Science Based Targets’ protocollen. Romy De Mayer, specialiste duurzame ontwikkeling, had hierover een interessant verhaal.
Ze licht toe hoe Proximus aan de hand van verscheidene evaluaties zijn eigen ‘inside-out’ materialiteitsthema’s (identificatie van zijn impact op het milieu) heeft gedefinieerd in samenwerking met alle belanghebbenden. Op milieugebied bestrijken de onderwerpen vooral de beperking van de koolstofvoetafdruk en van het energieverbruik, duurzame infrastructuur, circulaire economie en milieuvriendelijke oplossingen.
“De gebieden die we als ‘materieel’ hebben gedefinieerd zijn nu waar het bedrijf de meeste inspanningen op richt, met het oog op zeer concrete doelen die het zichzelf heeft gesteld”, vervolgt Romy De Mayer. Voorbeelden van deze doelstellingen zijn ‘netto nul’ emissies tegen 2040 en een echt circulair bedrijf tegen 2030. Dit betekent onder andere dat tegen het einde van het decennium 100% hernieuwbare elektriciteit wordt gebruikt, dat 90% van het afval wordt gerecycled en dat het bedrijfswagenpark tegen 2025 volledig groen zal zijn.
Deze ambitie berust op een ‘R’-beleid, toegepast op de aankoopprocessen, de volledige renovatie van het hoofdkantoor van Proximus of het delen van zijn kabelnetwerk met andere operatoren.
Tot slot benadrukt Romy De Mayer de wettelijke verplichting voor grote ondernemingen om de ‘dubbele materialiteit’ te analyseren. Dit heeft Proximus ertoe aangezet zijn inspanningen te versnellen. Een eerste recente oefening beoordeelde de materialiteit ‘van buiten naar binnen’, inclusief de financiële gevolgen die de klimaatverandering zou kunnen hebben. Dat gebeurde onlangs tijdens workshops met werknemers.
“De ultieme oplossing? Het juiste product op de juiste plaats produceren.” –Sara Asmoarp, Full Stack Supply Co.
Kwaliteit = duurzaamheid
Full Stack Supply Co (FSSC) is een Zwitserse groep die verschillende merken van outdoor producten op de markt brengt, waaronder ski- en snowboarduitrustingen en -kleding. Voor Sara Asmoarp (Head of Change) en Ciara Chauvineau (Head of ESG) stuurt het motto ‘kwaliteit = duurzaamheid’ het bedrijf bij al zijn activiteiten, van toeleveringsketen tot productie.
FSSC sleepte onlangs een ‘B Corp’-certificering in de wacht. “Het is een mooie erkenning, maar vooral het proces is zeer nuttig geweest. Het door B Corp opgestelde materialiteitsbeoordelingsmodel volgt normen die gemakkelijker toe te passen zijn. Dit was erg belangrijk voor een KMO als de onze”, zegt Ciara Chauvineau.
Sara Asmoarp benadrukt de bottom-up benadering bij de integratie van duurzaamheid doorheen FSSC. “ESG is overal aanwezig, zowel bij onze werknemers als bij alle externe belanghebbenden. De missie van ons bedrijf moet ook een toegevoegde waarde voor het milieu inhouden”, zegt ze.
De materialiteitsbeoordeling van FSSC dekt een groot aantal onderwerpen, waaronder waterbeheer, gevaarlijk afval, chemicaliën (ski’s worden bijvoorbeeld gemaakt van hightech polymeren), verpakking en circulariteit. “De milieumaterialiteit van een bedrijf is noch lineair, noch statisch. Al onze indicatoren zullen de komende 5 tot 10 jaar evolueren tot ze verplicht worden”, voegt ze eraan toe. Ze benadrukt ook het belang van het wettelijke kader.
“Het ESG-denkproces gaat hand in hand met meer efficiëntie in industriële procedés. En het moet berusten op goede praktijken inzake beheer – en een vlot bestuur.” – Caroline Grégoire, DEMCO
Samenwerking en transparantie
Volgens de manager is een van de belangrijkste lessen van de FSSC-ervaring dat “onvolmaakt zijn en toch proberen beter is dan niets doen”. Een leercurve doormaken is onvermijdelijk. Ook belangrijk zijn de geest van samenwerking binnen dezelfde sector en een toeleveringsketen die voldoende transparant is om de beoordeling van het milieu-effect te vergemakkelijken. In dit opzicht bevorderen duurzame relaties en lokale bevoorrading niet alleen efficiënte logistieke stromen, maar ook het vertrouwen, de kwaliteit, de traceerbaarheid en de transparantie die nodig zijn om alle relevante ESG-gegevens te verzamelen. “De ultieme oplossing? Het juiste product op de juiste plaats produceren”, vat Sara Asmoarp samen.
De laatste spreker, Caroline Grégoire, illustreerde hoe DEMCO, een Tunesische jeans- en kledingfabrikant, een goede materialiteitsbeoordeling gebruikte om een flink gestructureerd duurzaamheidsplan op te stellen. Hun plan omvat 16 doelstellingen die kunnen worden bereikt via een lange lijst van 32 acties. Ook hier zal de verschuiving naar de circulaire economie van cruciaal belang zijn. Daarbij horen onder andere van het gebruik van zonne-energie, waterrecycling, niet-giftige vloeistoffen en een herontwerp van producten. “Het ESG-denkproces gaat hand in hand met meer efficiëntie in industriële procedés”, benadrukt ze. “En het moet berusten op goede praktijken inzake beheer – en een vlot bestuur.”
Bij BECI organiseren we regelmatig evenementen om bewustwording rond ESG te vergroten.
Ontdek ze nu. |