De elektrische fiets is in België een nieuwe mijlpaal voorbij gezoemd. In 2023 overtrof de verkoop van e-bikes voor het eerst die van klassieke fietsen. Karl Lechat, CEO van Lucien, licht het fenomeen toe.
Minder
spectaculair dan in 2022, zal de verkoop in 2023 toch de Belgische fietsgeschiedenis
ingaan, als we de cijfers mogen geloven. Die werden gepubliceerd door TRAXIO,
de federatie voor de auto- en aanverwante sectoren. 51% van de 570.000 vorig
jaar verkochte tweewielers was trouwens elektrisch.
Niche e-fietsen
TRAXIO voorspelt verdere vooruitgang, mede dankzij consumenten die hun mechanische of elektrische tweewielers van "eerste of tweede generatie" nu willen vervangen. Andere redenen zijn de groeiende belangstelling van jongere mensen én het succes van elektrische nicheproducten zoals bakfietsen en longtails. “Eigenlijk bestaat dit soort fietsen al geruime tijd, en dan voornamelijk in Nederland. Maar in heuvelachtige stedelijke omgevingen zoals Brussel heeft de toevoeging van een elektrische motor die fietsen een nieuw impuls gegeven”, vertelt Karl Lechat, CEO van Lucien. Die dochteronderneming van D'Ieteren runt momenteel een netwerk van 20 verkooppunten in stedelijke centra, waaronder 7 in Brussel.
Veel meer
dan in de auto-industrie ontketende elektrificatie een revolutie in het ontwerp
en gebruik van fietsen en in de snelheid waarmee het fietsenpark verandert, stelt
de CEO vast. Accu's op bagagedragers of motoren in voorwielen hebben nu de
plaats geruimd voor voornamelijk door Bosch en Shimano ontwikkelde centrale
systemen rechtstreeks op het fietsframe gemonteerd en gekoppeld aan de trapas. Lechat
gelooft dat de huidige wedloop naar meer vermogen binnenkort zal terugdeinzen voor
een "light electric" trend, met lichtere fietsen en kleinere, discreet
in het frame geïntegreerde accu's.
Niet zonder winkels?
De cijfers van TRAXIO verklappen ook dat kopers van elektrische modellen zich in eerste instantie tot fietsenwinkels wenden. Hun marktaandeel blijft groeien en bereikt nu 70%. Die winkels verkopen vandaag vier keer zoveel elektrische fietsen als het multichannel circuit. E-bikes vertegenwoordigen ondertussen bijna 60% van de verkoop in fietsenwinkels. “In onze winkels is de overstap naar elektrische tweewielers al lang aan de gang,” bevestigt Karl Lechat.
Reden hiervoor is dat de e-bike steeds meer als een dagelijkse mobiliteitsoplossing wordt ingezet, vooral in de stad. Gebruikers zijn uiteraard op zoek naar advies, maar ook naar onderhouds- en aftersalesoplossingen in hun buurt. Dit is heel anders dan traditionele fietsbezitters, die meestal alleen in het weekend op de fiets springen.
Zijn winkels
onmisbaar geworden? Een jaar geleden besliste Cowboy op een netwerk van 200 winkels
te vertrouwen, wat toen enige verbazing opwekte. Tot dan toe verkocht de
Brusselse fabrikant trouwens uitsluitend online. Volgens onze collega's van L'Écho
verloopt tegenwoordig 30% van de verkoop via het netwerk van detailhandelaren –
waar de winkels van Lucien geen deel van uitmaken.
Op bestelling bouwen
Anderzijds is Karl Lechat een groot voorstander van de 'build to order' samenwerkingsverbanden die hij is aangegaan met verscheidene andere merken. Hierbij worden fietsen rechtstreeks bij de fabriek besteld en binnen vijf of zes weken geleverd. Dit verlaagt de druk weg op winkelvoorraden en vermindert, in de toeleveringsketens, de onzekerheden die dikwijls gepaard gaan met in grote series en tegen lagere kosten gebouwde fietsen. De CEO noemt Riese & Müller en het Belgische Norta, waarvan de fietsen in Europa worden geassembleerd, onder de fabrikanten met wie hij samenwerkt. “Sommige onderdelen zijn van Aziatische oorsprong, maar de fabrikanten gebruiken overwegend Bosch of Shimano onderdelen. Je moet bijzonder ambitieus zijn om met deze uitstekende onderdelenmerken te kunnen wedijveren op hun eigen terrein”, aldus Lechat.
Leasing en aftersales
Aan dergelijke fietsen hangt uiteraard een prijskaartje. Maar de grote retailers kijken uit naar een aanzienlijke groei in de leasemarkt, vooral gericht op duurdere, complexere fietsen, én onderhoudscontracten. “Vandaag vertegenwoordigt leasing 50% van onze omzet in Vlaanderen. In Brussel bereiken we maar 25%. Doorgaans gebruikt 25% van de Vlamingen zijn fiets wekelijks, tegenover 17% van de Brusselaars. Groeivooruitzichten genoeg, dus,” zegt Karl Lechat.
Het is algemeen bekend dat aftersales in de auto-industrie de voornaamste bron van inkomsten voor dealers is geworden. Dit is te wijten aan drastisch verlaagde marges op de verkoop. Wat fietsen betreft, geeft Karl Lechat toe dat het moeilijker is om aftersales winstgevend te maken. Fietsen worden op meer uiteenlopende manieren gebruikt. Daarom verschillen de technische problemen volgens de eigenaar, wat een meer ambachtelijke aanpak van reparaties vereist.
Toch groeit de behoefte. Een elektrische fiets die dagelijks langere afstanden aflegt, stapelt meer kilometers en de bijbehorende slijtage op. Tot slot belasten snellere en zwaardere machines bepaalde onderdelen, zoals de ketting en de remmen, veel intenser dan mechanische fietsen. Onderhoudsrekeningen gaan dan ook steeds meer lijken op die van auto-onderhoud.
Tot slot vereisen e-bikes nieuwe vaardigheden in de werkplaatsen. “Zelfs op meer ambachtelijke productieniveaus, leunt de technologie van bepaalde merken tegenwoordig meer aan bij die van een auto dan van een traditionele fiets. Aan degenen die bij onze teams willen werken, raad ik altijd aan om een diploma in elektronica te halen in plaats van fietsmechanica te studeren,” besluit Karl Lechat.