Naar tweetalig onderwijs in Brussel?
Sommige op zich eerbare doelstellingen zijn nefast voor de tweetaligheid in onze hoofdstad, nochtans een kapitale voorwaarde op de arbeidsmarkt. Denk daarbij aan de behoefte aan meer plaatsen in het onderwijs door de demografische boom of de beperking tot één nationale taal voor leerlingen uit de immigratie. De discussie over tweetalig of zelfs drietalig onderwijs is niet nieuw, maar actueler dan ooit.
Voor
Guy Vanhengel – Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Financiën en voorzitter van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC), belast met Onderwijs
Het onderwijs heeft innovatie nodig. In de specifieke context van Brussel willen wij meertalig onderwijs blijven stimuleren, met aandacht voor het Frans bij niet-Franstalige leerkrachten en leerlingen om er Brusselaars van te maken. Leerlingen, scholen en ouders moeten worden aangemoedigd om in een pedagogisch project te stappen dat meertaligheid en burgerzin als basis heeft. Als wij in België iets tot stand willen brengen, moeten wij rekening houden met de staatsstructuur van het land, met zijn Gemeenschappen, Gewesten en federale overheid.
Er is in onze stad behoefte aan tweetalige leerkrachten en de oprichting van een tweetalige opleiding voor leerkrachten sluit hierbij aan. De ambitie om dit project te steunen is aanwezig in de regeerakkoorden op verscheidene niveaus: federaal, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, GGC, VGC en CoCof. Vorig jaar werd er reeds een belangrijke aanzet hiervoor gegeven met een tweetalige leerkrachtenopleiding in Brussel. De departementen Onderwijs en Pedagogie van de Erasmushogeschool Brussel en van de Haute École Francisco Ferrer gingen de verbintenis aan om samen te werken voor hun lerarenopleiding voor het basisonderwijs. Zij zullen een “bidiplomeringstraject” inrichten om studenten in staat te stellen, wanneer zij klaar zijn met hun bacheloropleiding, een verkorte voortgezette opleiding te volgen in de partnerinstelling. Tijdens deze opleiding zal de nadruk liggen op vervolmaking van hun talenkennis, zodat zij uiteindelijk over twee lerarendiploma’s beschikken. Zij kunnen dan zowel in het Franstalig als in het Nederlandstalig basisonderwijs lesgeven. Deze meertalige leerkrachten bieden een antwoord op de echte behoeften van de Brusselse leerlingen.
Over de Franstalige leerlingen in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel wordt vaak gezegd dat velen onder hen de schooltaal onvoldoende beheersen, waardoor zij een leerachterstand oplopen. De inspectie stelt vast dat de Brusselse scholen continu hun taalbeleid bijschaven.
Tegen
Liesbet Dhaene, Brussels parlementslid voor de N-VA
Dit idee lijkt goed, maar is het niet. Het Nederlandstalig onderwijs levert nu al een aanzienlijke bijdrage tot tweetaligheid in Brussel. Van de Nederlandstalige scholen tweetalige scholen maken, zou het niveau van het Nederlands van de Franstalige leerlingen doen dalen. We merken dat deze kinderen het moeilijk hebben met de taal, omdat alle lessen in het Nederlands worden gegeven. Ze zouden pas echt tweetalig worden en hun leerachterstand ophalen als het Nederlands in de Nederlandstalige scholen wordt versterkt. De kwaliteit van ons onderwijs moet bijgevolg nog worden verhoogd om dit niveau op te trekken. Door het niveau van het Nederlands te verlagen zal het zeker niet lukken.
Ik heb een evaluatie gemaakt van het taalonderwijs in het Franstalig onderwijs in Brussel en daarbij een negatieve evolutie voor het Nederlands vastgesteld. Anderhalf jaar geleden heb ik een resolutie ingediend om aan de Franstalige Gemeenschap te vragen om meer te investeren in het aanleren van het Nederlands via het “Pacte d’Excellence”. Toch staat dit punt nog niet op de agenda van de Commissie. Immersiescholen vind ik heel goed, maar het is jammer dat er zo weinig van in Brussel zijn in vergelijking met de andere provincies.
Als alle scholen van de Franse Gemeenschap tweetalig worden, dan zou dit natuurlijk het niveau van het Nederlands ten goede komen. Maar als men tweetalig onderwijs in de Franstalige én de Nederlandstalige scholen zou organiseren en men ervoor zou kiezen om de bevoegdheden van de Franstalige en de Nederlandstalige Gemeenschapscommissies naar het Gewest en de GGC over te hevelen, dan zou men evolueren naar een ultra-Franstalige toestand, zoals altijd wanneer in Brussel iets onder de bevoegdheden van de GGC valt. Volgens mij is alleen de Vlaamse Gemeenschap in staat om het Nederlands op een hoog niveau aan Brusselse kinderen aan te leren. Bovendien kunnen alle Brusselaars profiteren van de kwaliteit van het Vlaamse onderwijs, dat opmerkelijk hoog scoort in de Pisa-rankings, wat niet het geval is voor het Franstalig onderwijs.