Creativiteit in de gemeenten om de lokale economie te behouden

7 mei 2020 door
BECI Community

Hoe hou je de lokale economie in stand wanneer een ongekende crisis de wereld overvalt en een wijdverbreide inperking veroorzaakt? En hoe werk je daarna aan het economisch herstel? De afgelopen weken hebben we in de Brusselse gemeenten de schepenen belast met economische zaken hierover ondervraagd. Vrijstellingen van belasting, handelscheques … De antwoorden gaan vaak in dezelfde richting, maar de ideeën getuigen soms van creativiteit.

 

19 gemeenten. En evenveel uiteenlopende realiteiten wat betreft oppervlakte, bevolking, budget, stedelijk weefsel, handel, sociale structuren, levensstandaard, politieke eigenheden … Ondanks al deze verschillen hebben we tijdens de interviews bij de meeste van onze gesprekspartners de bereidheid opgevangen onderling en met het Gewest te overleggen, inspiratie te putten bij de buren en geen initiatieven te nemen zonder overleg.

 

1. Vrijstellingen van belastingen en huurgelden

Sommige maatregelen waren zo vanzelfsprekend dat ze ook nagenoeg overal werden genomen. Zo zijn de meeste gemeenten (Ukkel, Brussel-Stad, Sint-Lambrechts-Woluwe…) eerst fiscaal opgetreden door handelszaken vrij te stellen van belastingen op uithangborden, kraampjes of terrassen. Dat geldt tenminste waar zulke belastingen bestaan, want sommige gemeenten belasten winkels meer dan andere. Bovendien hebben de gemeenten meestal de handelshuren opgeschort op de panden die zij in eigendom hebben.

 

2. Discussie over een gemeentelijke premie

De uitkering van een ‘covid-premie’ geniet minder eensgezindheid. Weinig gemeenten zouden zich die trouwens kunnen veroorloven (onder meer omdat het verlies aan fiscale inkomsten de budgetten beperkt). En een dergelijke premie zou ergens de gewestelijke premie van 4000 euro overlappen. Alleen Sint-Joost-ten-Node (die geen gevolg gaf aan ons verzoek tot interview) kondigde een premie van 2000 euro per handelszaak aan. Van zijn kant is Etterbeek van plan een premie om te zetten die voordien was bestemd voor de lancering of renovatie van winkels. Het budget hiervoor zou worden verdubbeld van 150.000 naar 300.000 euro. De gemeenten waarderen zulke initiatieven op uiteenlopende manieren, mede door hun discriminerend karakter.

 

3. Praktische steun

Sommige gemeenten hebben de handelaars concreet geholpen door bv. de toonbanken met plexiglasschermen uit te rusten of door afstandsstrepen op de vloer te trekken. Dit gebeurde o.a. in Vorst. Veel gemeenten hebben een eenheidsloket of een gratis nummer geopend om de handelaars te informeren over de aangeboden maatregelen en bijstand. Zo bijvoorbeeld in Jette. Anderlecht heeft hiertoe ook een WhatsApp groep opgericht.

 

4. Promotie-tools

Voor de promotie van opengebleven winkels en restaurants die aan huis leveren of afhaalmaaltijden aanbieden, hebben meerdere gemeenten (Sint-Pieters-Woluwe, Evere …) een speciale webpagina gecreëerd of gebruik gemaakt van onbenutte informatieborden. Koekelberg verdeelt binnenkort in alle brievenbussen een papieren gids van al deze winkels en restaurants. Om winkelen in de buurt te vergemakkelijken wegens de beperkte toegang tot het openbaar vervoer, werd parkeren in sommige gemeenten gratis.

Nu nog zijn nieuwe ideeën volop in ontwikkeling: Elsene staat op het punt om een gedeelde online winkel te lanceren onder de naam #MaZone, terwijl Oudergem de mogelijkheid overweegt om winkeliers te helpen video’s te maken.

 

5. De event-sector blijft wachten

Bij de beginnende afbouw van de inperking gaan de gemeenten nadenken over het herstel. Alle evenementen en de bijhorende animatie die de commerciële activiteit meestal ondersteunen, zullen nog vele weken geduld moeten uitoefenen. Onze gesprekspartners zijn trouwens de mening toegedaan dat de aankomende zomer sowieso verloren is. Ze rekenen eerder op een beloftevolle herfst om een deel van de verknoeide tijd in te halen. Ze sleutelen nu al aan herontworpen programma’s of promotiecampagnes, in de hoop dat we geen nieuwe inperking tegemoet gaan.

 

6. Iedereen heeft het over lokale-handelscheques

Een echt lopend vuurtje: de voorbereiding van lokale-handelscheques. Het concept hiervan is in Ganshoren ontstaan, nog vóór de covid-epidemie. Volgens sommigen biedt de formule heel wat troeven: meer koopkracht voor de inwoners ten gunste van buurtwinkels, en de hoop nieuwe koopgewoonten te creëren en misschien zelfs nieuwe sociale banden. Bijna iedere gemeente heeft zijn opvattingen over de configuratie van de formule: een vast stelsel dat zou berusten op de omzetting van gemeentelijke premies (Ganshoren of Berchem) of een in de tijd beperkte actie (Schaarbeek, waar eerder wordt gedacht aan een opeenvolging van kortingsbonnen).

Op langere termijn overwegen sommigen een dergelijk systeem op te nemen in een ecologische-transitielogica, waarbij het stelsel zou berusten op criteria zoals die van de Zinne, de door Brusselse verenigingen gesteunde lokale munt. De meest enthousiasten denken aan uitwisselingen tussen naburige gemeenten of zelfs de toepassing van de Zinne op gewestelijke schaal. Anderen zijn voorzichtiger en herinneren zich de mislukking van de Eco-Iris of ze beklemtonen de risico’s van een mutualisatie tussen gemeenten met zeer verschillende handelsweefsels.

Zijn zulke consumptiecheques nuttig voor het herstel en de terugkeer naar de lokale handel? Of zijn zij een vorm van lokaal protectionisme of economisch dirigisme? Het onderwerp doet in elk geval veel stof opwaaien en verdient een debat.

 

BECI Community 7 mei 2020
Deel deze post
TAGS 
Archiveren