Het Agentschap voor Buitenlandse Handel is het resultaat van een samenwerkingsakkoord tussen de federale overheid en de gewesten. Het bundelt bijgevolg de federale bevoegdheden inzake internationale politiek met de gewestbevoegdheden inzake internationale handel. Kunnen Belgische ondernemers die (willen) exporteren zich een beter instrument dromen? Wij spraken met Fabienne L’Hoost, Directeur-generaal.
Hoe gezond is onze handelsbalans in 2019?
In het eerste semester van 2019 bedroeg het globaal overschot op de Belgische handelsbalans iets minder dan 6,7 miljard1. Dit is 1,8 miljard minder dan in dezelfde periode van vorig jaar. De daling is vooral het gevolg van de sterke stijging van onze import van goederen uit de Verenigde Staten, Japan en Zwitserland. De Belgische handelsbalans is over het algemeen vooral positief ten opzichte van de EU-landen. Buiten Europa blijft Azië onze belangrijkste partner, met 9% van onze export en 14,7% van onze import.
India komt weinig aan bod en toch heeft het land vrijwel evenveel inwoners als China (weliswaar met een lagere koopkracht). Biedt India dan geen aantrekkelijke mogelijkheden?
Het klopt dat de economie in India de laatste jaren in hoog tempo evolueert. Om de talrijke opportuniteiten in dit land aan te grijpen heeft België recent twee gezamenlijke economische missies georganiseerd: in 2010 (170 bedrijven, 255 ondernemers en 27 afgesloten akkoorden) en in 2013 (340 deelnemers). In 2017 zijn onze vorsten er op bezoek geweest om 70 jaar diplomatieke relaties tussen beide landen te vieren. Toen werden er achtendertig contracten gesloten!
In 2018 was België binnen de Europese Unie de op één na grootste goederenexporteur naar India, voor een bedrag van 7,9 miljard of 17,3% van de totale Europese uitvoer. Diamant blijft weliswaar één van de centrale elementen van de bilaterale handel, maar talrijke andere sectoren bieden veelbelovende vooruitzichten. Denk aan “Machines en apparaten”, waarvan in 2018 voor 590 miljoen werd uitgevoerd, of 312,9 miljoen meer dan in 2013. De laatste vijf jaar zitten ook de chemische producten sterk in de lift. Dit is trouwens de belangrijkste Belgische exportsector. Door de aanzienlijke verkoop van vaccins liep de export in deze categorie op tot 680,9 miljoen in 2018, een stijging met 248,1 miljoen in vergelijking met 2014.
In de dienstensector valt vooral een forse groei op bij de verkoop van telecommunicatie-, informatie- en IT-diensten. Eind 2018 bedroeg de export ervan 104 miljoen, vijf jaar eerder nog maar 31 miljoen.
De economische missies die u organiseert, zijn vaak heel succesvol en leveren talrijke contracten op. De steun van de Koning of één van zijn vertegenwoordigers is daarbij onmiskenbaar een voordeel. Wordt ook 2019 weer een vruchtbaar jaar?
Eind 2019 zullen wij twee gezamenlijke economische missies hebben georganiseerd onder het voorzitterschap van H.K.H. Prinses Astrid. Wij werken daarbij nauw samen met de drie gewestelijke instanties die de buitenlandse handel bevorderen – hub.brussels, Awex en FIT – en met de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
Niet minder dan 130 bedrijven hebben 202 deelnemers afgevaardigd voor onze missie naar Mexico in februari 2019. Zij waren 2,5 keer talrijker dan bij de vorige economische missie naar Mexico, in 2009. In 2019 waren de deelnemers in totaal zelfs met 283. De sectoren met de sterkste vertegenwoordiging waren de voedingsmiddelenindustrie, ICT en telecommunicatie, de farmaceutische, parafarmaceutische en biotechnologische sector, de energie- en cleantechbedrijven, de specialisten in hernieuwbare energie en ten slotte de gezondheids- en lifesciences-bedrijven.
Mexico bekleedt de vijftiende plaats op de wereldranglijst van de grootste economieën en het is een scharnierland tussen de Verenigde Staten en Latijns-Amerika. Onze missie viel samen met de verkiezing van een nieuwe president, Andrés Manuel López Obrador, die de officiële Belgische delegatie heeft ontvangen. Er werden in totaal 15 contracten ondertekend.
De volgende economische missie, van 17 tot 22 november, zal de steven richten naar de Chinese Volksrepubliek. Ze zou het hoogtepunt van het jaar 2019 moeten worden, met een delegatie van 630 deelnemers, die 311 bedrijven vertegenwoordigen. Prinses Astrid en de ministers zouden door het allerhoogste staatsniveau ontvangen moeten worden. Het programma stelt de bedrijven in staat om banden aan te knopen met lokale partners of die te versterken. In Peking en Sjanghai is telkens een grootschalige officiële receptie gepland, met zo’n 1.100 deelnemers. De vijf meest vertegenwoordigde sectoren voor wat het aantal bedrijven betreft, zijn de voedingsmiddelensector, bedrijven die commerciële diensten leveren, de chemische, farmaceutische en lifesciences-sector, de luxenijverheid, mode en textiel, de energie-, milieu- en cleantechsector.
Welke vrijhandelsakkoorden laten de meeste deuren openzwaaien voor onze bedrijven en in welke sectoren is dat vooral het geval?
De Europese Commissie sluit handelsakkoorden af die onder andere tot doel hebben om de douanetarieven te doen dalen, zodat handel drijven gemakkelijker wordt. De impact van deze akkoorden wordt sinds 2017 opgetekend in een openbaar rapport voor de Europese instellingen, het Trade Agreement Implementation Report. De meest recente beschikbare cijfers (over 2017) laten zien dat dergelijke akkoorden gevolgen hebben voor ongeveer één derde van de export van de lidstaten van de Europese Unie naar derde landen. De belangrijkste partners met wie de EU deze akkoorden sluit, zijn Zwitserland (7% van alle handelsstromen met de Europese Unie), Turkije, Noorwegen en Zuid-Korea.
Deze vrijhandelsovereenkomsten hebben geleid tot een toename van de handelsstromen. Een voorbeeld: sinds in 2011 een vrijhandelsovereenkomst met Zuid-Korea werd gesloten, is de export naar dit land met meer dan 55% toegenomen. Een jaar na de implementatie van het akkoord met Ecuador steeg onze export naar dat land met meer dan 20%. Nadat het CETA-handelsverdrag twee jaar geleden gedeeltelijk in werking is getreden, steeg de Europese export naar Canada met 7%. De sterkste stijging deed zich daarbij uiteraard voor in sectoren waarvoor een tariefverlaging was overeengekomen. België heeft er opvallend veel baat bij, want het heeft zijn marktaandeel binnen de Europese Unie voor de export naar Canada flink kunnen optrekken: terwijl de Belgische export eind juni 2016 5,5% van het Europese totaal vertegenwoordigde, steeg dit aandeel tot 7,8% eind juni 2019, met een piek van 8,7% eind juni 2018.
Volgens de Europese Commissie heeft 81,6% van de Belgische ondernemingen van deze preferentiële tarieven geprofiteerd. Dit blijkt uit een analyse van de gegevens van 20 landen die overeenkomsten met de EU hebben gesloten. De Belgische export naar deze landen vertegenwoordigt 15 miljard euro. De preferentiële tarieven leverden een besparing van 400 miljoen aan douanerechten op. Deze bedragen zullen naar verwachting verder stijgen: er wordt over vrijhandelsovereenkomsten onderhandeld met Japan, Singapore en Vietnam. Nog andere landen, zoals Australië en Nieuw-Zeeland, staan ook op de lijst van potentiële partners voor deze overeenkomsten.