Vanaf 18 oktober verhogen de Verenigde Staten de importheffingen op veel Europese producten. Wat zijn de gevolgen voor de Belgische economie en de Brusselse bedrijven?
Het conflict gaat al langer dan 15 jaar mee. In 2004 hebben de Verenigde Staten een Europese overeenkomst van 1992 over subsidies in de luchtvaartsector opgezegd. Washington beschuldigde Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Spanje ervan dat zij Airbus onwettige subsidies hebben verleend, waardoor de concurrentie tussen de Europese fabrikant en het Amerikaanse Boeing werd vervalst.
De VS dienden een klacht in bij de Wereldhandelsorganisatie (WHO). En de Amerkanen kondigden aan dat zij Europese producten tot 11,2 miljard dollar ter compensatie zouden belasten. De Europese Unie diende daarop klacht in tegen de Verenigde Staten voor een soortgelijke steun van 19,1 miljard aan subsidies voor Boeing.
De WHO oordeelde op 2 oktober 2019 in het voordeel van de Verenigde Staten. De organisatie schat de schade op 7,5 miljard dollar en geeft Uncle Sam de toestemming tot dat bedrag douanerechten te heffen op Europese producten. Dat was een niet-bindende beslissing, maar wel een die huidig Amerikaans president Donald Trump zo snel mogelijk besloot uit te voeren. Zo publiceerde Washington een dag later de lijst van 150 productcategorieën die vanaf 18 oktober hoger zullen worden belast.
Sancties variëren van land tot land
Sommige Amerikaanse belastingen zijn van toepassing op alle landen van de Europese Unie, andere specifiek op Frankrijk, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en/of Spanje, afhankelijk van het product.
Eerste invoerbelasting (10 procent) : vliegtuigen voor de burgerluchtvaart, die die vier Airbus-partnerlanden produceren. Het gaat ook om andere producten, met name levensmiddelen. Likeuren en stropen uit die vier landen en Ierland, worden belast tegen een tarief van 25 procent.
Hetzelfde tarief geldt voor Franse, Duitse en Spaanse wijnen. Ook voor whisky en textiel (anorak, truien, truien, truien, lakens) uit het Verenigd Koninkrijk geldt dat tarief. Voor Duitsland: hetzelfde percentage van 25 procent, met name voor gebrande koffie, diverse optische en fotografische apparatuur, gereedschap en industriële producten. Boeken, koekjes en wafels uit deze twee landen zullen ook worden belast tegen 25 procent van hun waarde.
Daarna volgen andere belastingen voor alle (of sommige) EU-landen op olijfolie, diverse kazen, varkensvlees, yoghurt, boter, zalm, mosselen en schelpdieren, verschillende soorten fruit en sappen.
Een beperkte impact voor België
Wat zijn de gevolgen voor België? Volgens de FOD Financiën is die zeer beperkt. De FOD stelt dat de bijkomende invoerrechten in de VS slechts 0,1 procent van onze uitvoer naar de Verenigde Staten dekken, met een gemiddelde waarde van 13,6 miljoen euro per jaar. Belgische producten die rechtstreeks betrokken zijn bij de zaak zijn vruchten- en fruitbereidingen, bepaalde zuivelproducten, weekdieren en worst.
“Deze Amerikaanse sancties zullen gevolgen hebben voor de export van een reeks Belgische verse kazen, met een geschatte impact van 3 miljoen euro,” zegt Fevia, de federatie van de Belgische voedingsindustrie.
Slecht nieuws voor deze bedrijven, maar de directe impact is niet te groot voor de sector. Hij voegt eraan toe: “De lijst van producten die onder de Amerikaanse invoerbelastingen vallen, bevat ook varkensvlees. Maar volgens Febev, de Belgische vleesfederatie, is er sinds 2001 geen varkensvlees meer geëxporteerd naar de Verenigde Staten.”
Hoe zit het met de Brusselse economie?
“In de eerste helft van 2019 lag 17 procent van de Brusselse export naar de Verenigde Staten in de voedingssector,” zegt hub.brussels, het Brussels Agentschap voor Bedrijfsondersteuning.
“We zien geen enkel nieuw product die onder de nieuwe invoerrechten zou vallen. In 2018 was er wel een sort jam. Dit jaar exporteren Brusselse bedrijven al producten naar de Verenigde Staten, zoals chocolade, sauzen, koekjes, bier, champagne, ketchup, wafels, olijfolie, babyproducten en natuurlijk zout. Die producten vallen niet onder de maatregelen.”
Andere producten van andere landen staan daarentegen wel op die lange lijst. End at maakt Belgische en Brusselse producten competitiever.