Volgens de jongste cijfers die de Belgische Federatie van Kamers van Koophandel ‘Belgian Chambers’ publiceerde, is Turkije het eerste land van bestemming voor Belgische certificaten van oorsprong. Hieruit blijkt hoe dynamisch de Belgische export naar opkomende markten wel is.
In de maand januari 2019 gaven de Belgische Kamers van Koophandel meer dan 31.000 certificaten van oorsprong (CO) uit. Dit betekent een stijging van 2,1% ten opzichte van het voorgaande jaar en de beste maand januari ooit. Turkije, waar de vraag naar CO’s sterk toeneemt, is net als in december koploper op de ranglijst, gevolgd door Rusland, China, Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten. India, Egypte, Oekraïne, Katar en Algerije volgen het voorbeeld en vullen de Top 10 aan.
CO’s bevestigen de ‘nationaliteit’ van een geëxporteerd product. Toch zijn zij niet altijd noodzakelijk: voor de handel binnen de Europese eenheidsmarkt hoeven ze niet. Buiten Europa bestaat dit vereiste soms wel, soms niet, naargelang van het land van bestemming, de productsoorten en de mogelijke vrijhandelsovereenkomsten. Om na te gaan of een land een certificaat van oorsprong vraagt en/of uw producten in aanmerking komen voor een preferentiële behandeling, kunt u terecht op de Market Access Database die door de Europese Commissie online is gebracht.
Exportmogelijkheden naar opkomende landen
De door Belgian Chambers gepubliceerde CO-cijfers en de samenstelling van de Top 10 van de landen van bestemming spreken boekdelen over de dynamiek van de Belgische export naar opkomende landen. Hetzelfde geldt trouwens voor de Brusselse export, die weliswaar stagneert in de richting van de partnerlanden van de eurozone, ondanks een toename van de afzetmogelijkheden in Nederland en Luxemburg tijdens de afgelopen 10 jaar.
Een bedrijf dat export overweegt, zal zich eerder richten op opkomende markten. Brusselse bedrijven hebben deze kans duidelijk aangegrepen, zowel richting de Aziatische markt (zo’n 236 miljoen euro en een stijging van 150% in minder dan 10 jaar) als naar Zuid-Amerika toe, waar de Brusselse export in dezelfde tijdsspanne verviervoudigd is. Dit momentum wordt aangewakkerd door de consolidatie van de economische groei in de opkomende markten. De economie profiteert daar zowel van een lage-rentebeleid, een beheerste inflatie en een toenemende binnenlandse vraag. De groei schommelt rond 6,5% in Zuid- en Oost-Azië, en 3,3% in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Dit is te danken aan het hernieuwde vertrouwen van het bedrijfsleven en aan het gedrag van de consumenten in markten die zich door de expansie van een jonge middenklasse kenmerken[1].
Formaliteiten: compliance-risico’s
‘Klassieke’ risico’s als wisselkoersschommelingen of niet-betaling lijken onder controle te zijn. Dit is te danken aan een beter ondernemingsklimaat in opkomende landen en aan de consolidatie van verzekeringsregelingen. Andere risico’s (en kansen) hebben te maken met ‘compliance’, namelijk de naleving van de regels die zowel door de exporterende als de importerende landen worden toegepast.
Wat betreft het land van invoer, vereisen de regels en bewijzen van preferentiële en niet-preferentiële oorsprong dat de exporteur een grondige kennis bezit van deze bijzonder technische aangelegenheden. Het kan ook gebeuren dat uw klant of de banken die betrokken zijn bij de kredietbrief dit bewijs van oorsprong vragen.
Inzake preferentiële oorsprong zijn de eisen voor de certificering van de oorsprong zeer specifiek. Zij kunnen bovendien variëren naargelang van het land van bestemming. De twee jongste vrijhandelsovereenkomsten (namelijk met Canada en Japan) hanteren bijvoorbeeld verschillende ‘statements on origin’. De aangiften zijn niet uniform en de voorwaarden voor het gebruik ervan al evenmin. Voor ‘oude’ overeenkomsten moest de exporteur bij de douane de status van ‘erkend exporteur’ hebben verkregen. Voor recentere overeenkomsten, zoals die met Canada en Japan, kan hij echter gebruik maken van een vereenvoudigde procedure via registratie in de REX databank. Bovendien voorzagen de vroegere vrijhandelsovereenkomsten helemaal niets op het vlak van digitalisering.
DigiChambers: uw certificaten met één muisklik
Het rechtskader is veel minder complex in geval van niet preferentiële oorsprong. De digitalisering is bovendien verder gevorderd. In 2018 kwamen 86% van de in België uitgegeven CO’s van het DigiChambers-systeem, waarmee exporteurs online een niet preferentieel certificaat van oorsprong kunnen verkrijgen. Na goedkeuring door de Kamer van Koophandel kan de onderneming het certificaat zelf afdrukken of het met zijn klant uitwisselen onder de vorm van een beveiligde PDF. Op dezelfde manier kunnen ook facturen worden gecertificeerd. Bedrijven die over een SAP/ERP-systeem of een douanesoftware beschikken, kunnen die bovendien integreren met DigiChambers. Vandaag gebeurt dit via FTP en binnenkort via een webservice (API). Het nieuwe DigiChambers 2.0 platform is aangekondigd voor 2019.
Verdere stappen: contacteer het Customs Center van Beci – ata@beci.be – tel. +32 2 6437 806.
Raadpleeg onze diensten voor export formaliteiten.
[1] Persbericht: 2018/174/DEC, http://www.worldbank.org/