Sinds deze maand kunnen werkgevers medewerkers de kans bieden hun bedrijfswagen in te ruilen voor een mobiliteitsbudget. We vroegen het gespecialiseerde advocatenkantoor Claeys & Engels en de bedrijven AXA Belgium en BNP Paribas Fortis welke perspectieven het volgens hen biedt.
Het mobiliteitsbudget kan de werknemer besteden aan drie pijlers: eerst en vooral een ecologische bedrijfswagen, daarna alternatieve vervoersmiddelen en tot slot de cash uitbetaling van het resterende saldo.
Hoe groot je mobiliteitsbudget is, hangt af van de total cost of ownership principe. Wat wil dat zeggen? Dat is hoeveel de wagen bruto kost aan de wergever, de fiscale en parafiscale lasten inbegrepen. Daardoor kan het budget zelfs voor een relatief goedkope bedrijfswagen redelijk hoog zijn. Je zit al snel aan 400 à 500 euro per maand. Werknemers stappen volledig vrijwillig mee in het systeem.
Vertegenwoordigers
Bedrijven die het mobiliteitsbudget willen invoeren, kunnen best een policy opstellen. Het advocatenkantoor Claeys & Engels begeleidt klanten daarbij. “Wij vertellen werkgevers dat ze vrij zijn om te bepalen welke werknemers ervoor in aanmerking komen, maar ze moeten dan wel opletten voor discriminatie”, zegt Jan Lein, advocaat bij Claeys & Engels. “Werknemers met een vergelijkbare functie en loonpakket moeten dus gelijk behandeld worden.”
“Bedrijven moeten ook extra aandacht hebben voor vertegenwoordigers, die hun bedrijfswagen vaak gebruiken. Zij hebben meestal een zwaardere wagen nodig. Daarom is het moeilijk om een alternatief te vinden en pas je het mobiliteitsbudget dus best niet op hen toe. De werknemer stapt best pas in het systeem wanneer de leaseperiode afloopt. Want als je die vóór de normale afloop beëindigt, zal dat een meerkost voor de werkgever betekenen.”
Duurdere bedrijfswagens
Claeys & Engels merkt dat veel leasingfirma’s kansen zien in het mobiliteitsbudget. Enerzijds heb je nieuwe spelers die er bewust op inspelen. Anderzijds verkiezen klassieke providers een flexibeler beleid en bieden ze bijvoorbeeld een service waarbij men het mobiliteitsbudget met een kredietkaart kan gebruiken voor duurzame vervoersmiddelen.
Claeys & Engels krijgt behoorlijk wat vragen van geïnteresseerde werkgevers binnen. “Zeker voor mensen met een wat duurdere bedrijfswagen, is dit systeem interessant. Zij hebben nu echt wel de mogelijkheden om voor een milieuvriendelijke wagen te gaan”, weet Jan Lein. “Ik heb de indruk dat het systeem van cash for car, waarbij je een geld krijgt in ruil voor je bedrijfswagen, veel minder populair is. Dat heeft zijn doel voorlopig gemist. We merken dat veel werkgevers de komst van het mobiliteitsbudget hebben afgewacht. Dat is een veel flexibeler systeem dan die som geld. Het valt op dat we veel vragen krijgen van bedrijven uit stedelijke gebieden, ook uit de Vlaamse Rand, waar de mobiliteit redelijk slecht is, maar er wél goede verbindingen zijn met het openbaar vervoer.”
Beperkt elektrisch aanbod
Voor AXA Belgium heeft het mobiliteitsbudget weinig nieuws in de aanbieding. “We hebben al enkele jaren een vrij uitgebreid cafetariaplan. In het luik mobiliteit vind je de pijlers van het mobiliteitsbudget terug”, reageert Els Jans, Chief HR-Officer van AXA Belgium.
“Het cafetariaplan laat ons toe mensen aan te moedigen om de wagen links te laten liggen en te kiezen voor alternatieve vervoersmiddelen zoals de fiets en het openbaar vervoer. Onze verhuizing vanuit de rand naar het centrum van Brussel heeft daar zeker bij geholpen. We zijn nu veel makkelijker bereikbaar met het openbaar vervoer. Momenteel maakt 82 procent van ons personeel daar gebruik van.”
Els Jans is ook persoonlijk heel erg begaan met het promoten van groenere wagens via een ‘Green car policy’. AXA heeft het bestaande budget verbeterd voor wie een groenere wagen wil in plaats van hun oude. “Alleen betreuren we het dat het aanbod qua elektrische modellen nu nog zo beperkt is. Op dit moment stellen de automerken zelden of nooit groenere wagens voorop. Ik hoop en verwacht dat de leasingmaatschappijen samen met de merken en werkgevers gaan nadenken over groenere én betaalbare oplossingen.”
Nog veel onduidelijk
BNP Paribas Fortis verwelkomt het principe van het mobiliteitsbudget. “Wat we wel spijtig vinden, is dat we nu naast cash for car met een tweede systeem zitten”, zegt Hubert Roels, HR Reward Expert manager bij BNP Paribas Fortis. “Ze vullen elkaar aan, maar de combinatie maakt het voor de werkgevers wel complex.” Hubert Roels stelt tot slot dat BNP Paribas Fortis al sinds 2012 in de geest van het mobiliteitsbudget werkt.
Een werknemer van de bank kan kiezen voor een bedrijfswagen met een lage CO2-uitstoot, eventueel gecombineerd met een derde-betalersabonnement voor het openbaar vervoer. Als er dan nog budget overblijft, kan de medewerker die cash ontvangen. 75 procent van medewerkers komt nu al met de trein naar de hoofdzetel in Brussel. En veel managers ruilden bovendien hun parkeerplaats in voor een abonnement op het openbaar vervoer.
Twee ideeën in het mobiliteitsbudget noemt Roels dan weer uitstekend. Werknemers kunnen nu ook privéverplaatsingen binnen Europa duurzaam maken en er werknemers die dicht bij hun werk wonen, worden daarvoor financiëel beloond.
“Al is de bepaling van dat laatste wel ongelukkig. Als je bijvoorbeeld op vier kilometer van je werk woont, is er geen probleem. Maar als je vervolgens verhuist naar een kantoor dat zich twee kilometer verder bevindt, dan woon je op zes kilometer en val je niet meer binnen de regeling. En dat is absurd. Wat ons betreft is er nog te veel onduidelijkheid over het mobiliteitsbudget. We willen nog nader bestuderen welk systeem, het mobiliteitsbudget of cash for car, in onze huidige mobiliteitspolitiek ingepast kan worden.”
Wagenpark voor KMO
Volgens Jan Lein van Claeys & Engels is het mobiliteitsbudget tenslotte binnen een onderneming perfect combineerbaar met cash for car. De werknemer kan dan de keuze tussen de twee maken. Het kan ook makkelijk naast het cafetariaplan staan. “Met die nuance dat de ingeruilde wagen geen cafetariawagen mag zijn. Vaak wordt een cafetariaplan gefinancierd met een vermindering van het brutoloon en andere voordelen,”. zegt hij.
“In vele gevallen ga je de bedrijfswagen nooit in een cafetariaplan steken. De combinatie van de twee is dus mogelijk als de onderneming veel werknemers heeft die een vast loonpakket inclusief bedrijfswagen hebben. Het zullen vooral grotere bedrijven zijn die het mobiliteitsbudget snel zullen invoeren, omdat het een zekere administratieve last met zich meebrengt.”
Voor kleinere bedrijven is er dus een drempel? Jan Lein: “Ik denk dat de nieuwe providers de drempel serieus zullen verlagen. Al is een bedrijfswagenpark beheren voor kleine ondernemingen ook niet evident, het mobiliteitsbudget zal dit een stukje vergemakkelijken. KMO’s hebben liefst een zo eenvoudig mogelijke verloningsstructuur. Een mobiliteitsbudget invoeren kost natuurlijk geld en moet goed opgevolgd worden, maar toch is het een pak minder complex dat een cafetariaplan.”
De drie pijlers
1. Een milieuvriendelijke bedrijfswagen.
Het gaat om een elektrische wagen of een auto met een maximale CO2-uitstoot van 105 gram per kilometer (vanaf 2020: 100 gram; vanaf 2021: 95 gram). De (para)fiscale behandeling loopt 100 procent parallel met de gewone bedrijfswagen.
2. Alternatieve en duurzame vervoersmiddelen.
Hieronder verstaan we zachte mobiliteit (al dan niet gemotoriseerde rijwielen), openbaar vervoer, deeloplossingen (carpooling, autodelen, Uber), een bedrijfsfiets en fietsvergoeding. Een ander belangrijk punt is de mogelijkheid om gedurende maximaal 30 kalenderdagen per jaar een voertuig te huren zonder bestuurder (dit is bijvoorbeeld handig voor vakanties).
Wie binnen een straal van vijf kilometer van de normale plaats van tewerkstelling woont, komt ook in aanmerking voor terugbetaling van huisvestingskosten (huurgelden, interesten van een hypothecaire lening). De (para)fiscale behandeling is zeer voordelig: 100% aftrekbaar in de vennootschapsbelasting en 100% vrijgesteld van belastingen en sociale zekerheidsbijdragen.
3. Saldo in cash.
Het bedrag dat op het einde van het jaar nog resteert van het budget wordt ten laatste samen met het loon van de maand januari van het volgende jaar uitbetaald. Dit is vrijgesteld van belastingen, maar er is wel een bijzondere werknemersbijdrage van 38,07% op verschuldigd. Voor de werkgever is de betaling 100% aftrekbaar in de vennootschapsbelasting.