De coronacrisis biedt opportuniteiten voor de mobiliteit in Brussel. Misschien is het wel de trigger voor een inclusief en duurzaam mobiliteitsbeleid, met voldoende aandacht voor elke weggebruiker.
Dat de uitbraak van COVID-19 voor een schokeffect in de mobiliteit in Brussel heeft gezorgd, illustreert de case van Urbike, een coöperatieve vennootschap die inzet op fietslogistiek. De lockdown was nauwelijks een feit of Urbike zag het aantal leveringen in B2B drastisch slinken, wat uiteraard te wijten was aan de lege kantoren in de stad. Gelukkig ging op hetzelfde moment de B2C – de pakjeslevering aan huis – de hoogte in. “Vooral de actie ‘Maks Corona-Brussels’ zorgde voor een indrukwekkend volume, waardoor we nieuwe fietskoeriers moesten rekruteren”, vertelt Urbike-ceo Philippe Lovens. “Verder in de lockdown verslapte de vraag even snel en drastisch, en gingen we vier sombere maanden tegemoet. Sinds september kloppen evenwel, zowel in B2B als in B2C, nieuwe klanten aan, onder wie ook grote bedrijven. Uiteindelijk was het ‘reculer pour mieux sauter’, want als efficiënte dienstverlener konden we onze plaats in de Brusselse e-commerce markt veroveren.”
Bij Jeasy, provider van de gelijknamige multimodale mobiliteitsapp, beschouwt men de coronacrisis als een katalysator voor een duurzamere mobiliteit in Brussel. Meer fietsgebruik en thuiswerk waren tendensen die zich al enkele jaren in Brussel aftekenden. “De fiets – al dan niet in een deelformule – maakt deel uit van de oplossingen die wij aanbieden”, zegt Sandrine Haenecour, marketingdirecteur van Jeasy. “Als je de fiets combineert met andere transportmiddelen, biedt dat heel wat perspectieven.”
Vervoersmodi moeten elkaar versterken
In dat opzicht vindt Andreas Cremer, ceo van Febiac, het verontrustend dat de gezondheidscrisis heel wat mensen afkerig heeft gemaakt van het openbaar vervoer. Uit schrik voor besmetting wil men niet dicht op elkaar op tram of bus zitten. “Het is afwachten hoe dit verder evolueert, want collectief vervoer blijft hoe dan ook een wezenlijk deel van een efficiënt mobiliteitssysteem. We merken ook dat de auto een mobiliteitsoplossing blijft waarover vele gezinnen willen beschikken. Een mobiliteitsbeleid kan pas werken wanneer dat inclusief is en de verschillende vervoersmodi elkaar versterken. Ik ben er niet van overtuigd dat recente maatregelen van de Brusselse regering, zoals het en stoemelings invoeren van een woonerf in het centrum, het afsluiten van wegen, het verminderen van rijstroken en het improviseren van fietspaden, een voorbeeld zijn van goed beleid. Dit zet verschillende vervoersmodi tegen elkaar op.”
Sandrine Haenecour van Jeasy vindt dat de werknemers de voorbije maanden een onwaarschijnlijk aanpassingsvermogen aan de dag hebben gelegd. “Ze hebben twee duidelijke behoeften waar de werkgever nu rekening mee moet houden: de nood aan flexibiliteit en vereenvoudiging. Om daaraan tegemoet te komen hebben de hr-afdelingen van bedrijven platformen als Jeasy ter beschikking. Mobility as a Service (MaaS) kan de nodige verandering faciliteren.”
Andreas Cremer van Febiac gelooft ook in deelplatformen en mobiliteitsapps. “Een slimme kilometerheffing zou die concepten een boost kunnen geven. Wanneer je in real time via je smartphone info krijgt over het snelste en meest kostenefficiënte antwoord op je mobiliteitsvraag, dan is de cirkel rond en creëer je een geïntegreerd vervoerssysteem dat gewenst gedrag beloont.”