Interview met Véronique Culliford, CEO van IMPS, de onderneming die de rechten op het werk van Peyo beheert en uitbaat
Wat was uw eerste betaalde baan (studentenjobs niet inbegrepen)?
Ik was 19 toen ik halftijds begon te werken in het bedrijfje van mijn vader, Pierre Culliford (alias Peyo). Ik had toen een andere halftijdse betrekking als secretaresse in een ambassade.
Het “doorslaggevende ogenblik” in uw beroepsleven?
In 1984, toen ik IMPS heb opgericht. Het bleef dezelfde job, maar dan wel als zelfstandige. Geleidelijk aan heb ik alle contracten overgenomen waarin de rechten op de Smurfen in elk land waren vastgelegd: Frankrijk, Duitsland enz. Na 1990 slaagde ik erin het beheer over te nemen van de wereldwijde merchandising, de tekenstudio en het audiovisuele luik.
Uw grootste succes in het beroepsleven?
In 1988, wanneer we onze audiovisuele rechten op de tekenfilms hebben teruggewonnen van de audiovisuele afdeling van Dupuis. Vanaf dat ogenblik waren we veel vrijer om contracten te negotiëren en te ondertekenen. Onafhankelijkheid, da’s niet te schatten.
Uw grootste tegenslag?
Wanneer we, in het begin van de jaren 90, de fabricage van Smurf-producten hebben willen opstarten. Mensen, wat een opdoffer! Wij hebben de productie in China uitbesteed en werden bedrogen. Wij hebben een enorme hoeveelheid goedkope producten laten produceren, maar het transport bleek plots peperduur en de goederen werden met veel vertraging geleverd …
Wat is uw super-troef?
Een onverwoestbaar positieve ingesteldheid!
De voornaamste reden van het succes?
Ik werk samen met mensen die eerbied opbrengen voor de personages. U kunt bij IMPS niet werken zonder doordrongen te zijn van het Smurfenconcept. Ik treed op als tempelbewaker.
Wat is vandaag de grootste uitdaging?
Een nieuwe reeks tekenfilms die in 2021 klaar moet zijn. Voor de eerste keer produceren we die zelf. Een overweldigend project!
Wie beschouwt u als uw held?
Toen ik in dit beroep ben begonnen, was ik de jongste en een van de weinige vrouwen. Ik heb vooral geleerd veel mensen te wantrouwen. Mijn vader blijft mijn inspiratiebron: hij heeft me alles aangeleerd en ik doe vandaag nog steeds wat hij zou hebben gewenst.
Uw favoriete boek?
“Leven na dit leven”, van Dr. Raymond Moody. Een boeiende studie over mensen die klinisch dood worden verklaard en dan weer opleven. Zonder dit boek zou ik verloren zijn gelopen, toen mijn papa is overleden. Ik stond enorm onder de indruk van dit boek, dat mij trouwens doorheen het rouwproces heeft geloodst. Vandaag ben ik 60 jaar oud. Mijn ouders zijn overleden. En mijn perceptie van de dood is veranderd.
Uw lievelingsfilm?
“2001, a Space Odyssey”, van Kubrick. Ik was toen totaal gefascineerd. Dit was iets totaal nieuws. Ik heb de film meerdere keren in de bioscoop gezien en zodra hij op tv komt, bekijk ik hem opnieuw, met mijn kinderen. De ontdekking van een onbekende wereld betovert mij.
Welke tip had u uzelf aan het begin van uw carrière willen geven?
Ik zou precies hetzelfde doen. Ik ga ervan uit dat vergissingen leerrijk zijn en dat de keuzes die wij maken ons brengen waar we moesten zijn. Nooit spijt hebben, dat is het voornaamste.
Uw stelregel, uw favoriet citaat?
Mijn leuze is “gezondheid, vreugde en geluk”. Typisch iets voor de maand januari, maar voor mij het ganse jaar door van toepassing!