Heel wat studies voorzien dat ruim een derde van de huidige beroepen binnen 20 jaar zal verdwijnen. Dit zou te wijten zijn aan internet, robotisering en kunstmatige intelligentie. Ondertussen ontstaan nieuwe vormen van economie en nieuwe beroepen. In feite staat vooral onze opvatting van werken op de helling. Vergaande veranderingen zijn op komst, met op de achtergrond, uitdagingen als de strijd tegen de klimaatverandering, het behoud van natuurlijke hulpbronnen en een duidelijk onderscheid tussen mens en machine.
Brussel in het jaar 2037. Om 8u32 ben ik op kantoor. Voor de koffiemachine aarzel ik tussen de bonen die op het dak van de buurman werden geteeld en de mokka ‘Guinguette de Forest’. Ik kies uiteindelijk voor de tweede oplossing, om mij wat op te peppen. Om 8u40 heb ik een afspraak met de coördinator van de collectieve intelligentie. En om 10 uur neem ik deel aan een meditatiesessie met het team ‘Impact op het algemeen welzijn’. Ik vraag me af of ik mijn afspraak om 11u30 met de numeropaat zal halen. Al enkele weken lang voel ik me duizelig wanneer ik een hologram verstuur…
Terug naar 2017. Volgens een onderzoek van auditreus PwC in maart loopt 38% van de beroepen op het Amerikaans grondgebied tegen 2030 een hoog risico op automatisering. In Duitsland bereikt dit percentage 35% en in het Verenigd Koninkrijk, 30%. De meest getroffen sectoren zijn afvalbeheer, transport, detailhandel en de administratieve diensten. Andere domeinen zijn kennelijk minder kwetsbaar: gezondheidszorg, landbouw, bijstand aan personen, onderwijs enz. Deze verschuivingen gaan al enkele jaren gepaard met de opkomst van nieuwe vormen van economie: de kringloopeconomie, de collaboratieve economie, de participatieve economie, de deeleconomie of bijvoorbeeld nog de kenniseconomie … Zo schat PwC o.a. dat de collaboratieve economie op wereldschaal een gemiddelde jaarlijkse groei van 36% doorstaat. In de toekomst zal dit hoogstwaarschijnlijk vele nieuwe beroepen opleveren. Hoe dan ook, het beroepsleven gaat ingrijpende veranderingen tegemoet.
Op weg naar nieuwe economieën
Emmanuel Mossay uit Brussel publiceerde onlangs Shifting Economy, in samenwerking met Michel de Kemmeter. Deze door Wise Holding uitgegeven praktische gids tracht bedrijven te helpen de nieuwe vormen van economie te integreren – en de overgang voor te bereiden. “Om ons in te beelden wat de beroepen van de toekomst zouden kunnen zijn, moeten we eerst inzicht krijgen in de huidige economische transitie. De klassieke en kapitalistische kijk op de economie is lineair en piramidaal. Hij is gefundeerd op de ontginning van natuurlijke hulpbronnen, zonder rekening te houden met menselijke aspecten – waaronder armoede en risico’s voor de gezondheid, laat staan de milieuschuld. Deze visie is gewoon gericht op business. Een bedrijf dat onder dit systeem opereert, houdt helemaal geen rekening met externe factoren gerelateerd aan klimaat, milieu of maatschappij.” De auteur stelt dat het collectieve aspect een cruciale rol speelt in de opkomst van de nieuwe economieën. “Het is hoog tijd om met het algemeen belang rekening houden, maar daarvoor moet de collectieve intelligentie voorrang krijgen op de intelligentie van de elites. Werk dient eerder volgens een samenwerkingspatroon dan hiërarchisch te worden aangepakt. Alleen met een duidelijke en transparante communicatie kan zoiets op coherente wijze worden bereikt. Wat lineair placht te zijn, wordt nu circulair, systemisch en decentraal. De creatie van waarde moet opnieuw lokaal gebeuren door de nadruk te leggen op het delen van materiële en immateriële middelen. Het immateriële vertegenwoordigt trouwens meer dan 50% van de waarde van de bedrijven, al hebben financiële analisten vaak de neiging om dit aspect te verbergen. De nieuwe generaties hebben het oude lineaire economische systeem al de rug toegekeerd. De meeste jongeren weigeren trouwens in piramidestructuren te werken. Ze zijn vooral op zoek naar een betekenis voor hun beroepsactiviteit.”
Wat betreft de cijfermatige argumenten hebben de auteurs zich voornamelijk op België gericht. Toch verzamelden ze ook gegevens van de MIT, de Universiteit van Oxford, de Europese Commissie en de OESO. Uit hun analyses blijkt dat de nieuwe vormen van economie tegen 2025 een aanzienlijke groei tegemoet gaan. Zo zal bijvoorbeeld het nationale aandeel van banen in collaboratieve en deeleconomieën toenemen van 1 tot 18%. De kenniseconomie is goed voor 14 tot 17%. En voor de kringloopeconomie ligt de voorspelling tussen 1 en 2,5%. Dit alles ten koste van sectoren als chemie, industriële landbouw, overheidsdiensten of de ontginning van fossiele brandstoffen.
Deze economische transitie zal wellicht veel banen creëren, wat niet wegneemt dat automatisering een bedreiging blijft. Dit is ook de stelling van Emmanuel Mossay: “Iedereen zal zijn ‘soft skills’ moeten ontwikkelen tegenover robotisering en kunstmatige intelligentie om zijn professionele toekomst te verzekeren. In ‘Shifting Economy’ leest u enkele tips in die zin. Zo zult u bijvoorbeeld steeds vaker een beroep moeten doen op instinct en emotie, ten nadele van zuivere rationaliteit. Het heeft ook allemaal te maken met het ontwikkelen van wederzijds vertrouwen, optimisme, humor en empathie. Kortom, alles wat robots nog niet kunnen.”
Mens centraal in management
Marc Vossen is directeur-generaal van N-Group (NRJ, NRJ hit TV, nostalgie en Chérie FM). Sinds hij aan het roer staat, heeft de man een horizontaal managementsysteem opgezet waarin het menselijke steeds voorrang krijgt. “Ik ben inderdaad de baas, maar ik beschouw dit niet als een vorm van bewind: ik sta eerder ten dienste van de luisteraars, de leveranciers, de klanten, de teamgenoten en de ganse gemeenschap. Ik ben ervan overtuigd dat de toekomst van werk zal steunen op collectieve intelligentie geleid door optimisme. Onze taak bestaat erin om positieve golven de wereld in te sturen. We zijn een aantal sterke verbintenissen aangegaan: niet toegeven aan sensatiezucht, ons inzetten voor de kanslozen, jongeren en volwassenen helpen hun projecten en dromen te realiseren, en onze ecologische voetafdruk verkleinen.” Marc Vossen vertrouwt ook sterk op collectieve intelligentie. “Mensen werken beter als er interactie bestaat en wanneer iedereen tot dit participatieve management kan bijdragen. En zo belanden we bij het concept van holacracy: de organisatie wordt gezien als een levende matrix waarvan elk element bijdraagt tot de ontplooiing van de gemeenschap. Zelfs in een grote structuur levert het werk in kleine groepjes de beste resultaten op en zorgt voor een maximum aan veerkracht. Je bereikt meer met meerdere zeilboten die een onzekere koers varen dan met een groot schip dat rechtdoor vaart.”
Het algemeen belang
Michel Bauwens is oprichter van de Peer to Peer Foundation, een internationale organisatie die onderzoekers en burgers wil samenbrengen om de overgang te bevorderen naar een samenleving gebouwd op materiële of digitale gemeenschappelijke goederen (‘commons’). De universele toegang tot zulke commons zou worden gegarandeerd door licenties voor het delen van werken en vrije software als Creative Commons of GPL. De stichting sluit daarmee volledig aan bij de opkomst van nieuwe economieën, aldus Michel Bauwens. “In het afgelopen voorjaar hebben we een studie verricht naar het toenemende gebruik van ‘commons’ in de stad Gent. We stelden vast dat het aantal projecten op dit gebied de afgelopen tien jaar vertienvoudigd is. In Duitsland is de energietransitie bijvoorbeeld geïnitieerd door burgerlijke energiecoöperaties. Ik ben er dan ook van overtuigd dat de collaboratieve, deel- en kenniseconomieën de arbeidswereld grondig zullen veranderen. Maar dan wel met behoud van de natuurlijke hulpbronnen. Ik stel bijvoorbeeld verbijsterd vast dat vandaag drie keer zoveel energie en materiaal wordt besteed aan vervoer als aan productie. Wereldwijd moet de productie lokaler worden. Alleen nadenken moet globaal gebeuren. Ik ben van mening dat we moeten overschakelen naar generatieve economische modellen. Zulke modellen zijn in staat om tegelijk een persoonlijke passie en een missie voor de wereld te ondersteunen. Ze betekenen een verrijking voor de gemeenschap en beschermen de natuurlijke hulpbronnen. Ik denk bijvoorbeeld aan initiatieven in de richting van sociaal ondernemerschap. Iedere werknemer zou zich moeten afvragen of hij nu bijdraagt tot de problemen of tot de oplossingen.”