Bouw, renovatie, verwarming, elektriciteit, isolatie… De sociale woningen vormen een belangrijke uitgavenpost van de overheid. De opdrachten kunnen oplopen van minder dan 200.000 tot meer dan 10 miljoen euro. We bespraken dit met Vincent Thiery, directeur Patrimonium van de BGHM (Brussels Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij).
De BGHM controleert 16 OVM’s (Openbare Vastgoedmaatschappijen), verspreid over de 19 gemeenten. Zij zijn eigenaar van sociale woningen en verantwoordelijk voor het beheer, het onderhoud en de ontwikkeling van dit vastgoed. “De BGHM ondersteunt deze organisaties bij de uitvoering van hun missies en controleert de manier waarop ze met overheidsopdrachten omgaan”, zegt Vincent Thiery. “We treden ook als operator op, met ons woningplan ‘Alliantie Wonen’, bedoeld om sociale woningactiva te ontwikkelen door nieuwbouw, om woningen voor renovatie aan te kopen of om gebouwen tot woningen te verbouwen.”
Wat zijn de behoeften van de BGHM? Hebben ze specifieke kenmerken?
“Niet echt. Wij zijn onderworpen aan de reglementering van de overheidsopdrachten. Eén zaak staat vast: het aantal nog beschikbare terreinen is beperkt en we hebben die echt nodig om verder te bouwen. Er zijn gesprekken aan de gang om de beschikbare grond uit te breiden.”
Wat zijn de budgetten die met de opdrachten van de BGHM en de OVM’s gepaard gaan?
“We kunnen een beroep doen op een budget van 300 miljoen euro over vier jaar (zie kader) voor de renovatie en opwaardering van sociale woningen, met bijzondere aandacht voor veiligheid. In dit opzicht plaatsen de OVM’s samen gemiddeld zo’n 65 miljoen euro per jaar aan opdrachten bij bouwbedrijven. In 2017 was dit 92 miljoen, maar het was een uitzonderlijk jaar en sommige opdrachten gingen niet door.”
Wat is de typische omvang van een BGHM of OVM opdracht?
“BGHM bouwcontracten kunnen oplopen tot 10 miljoen euro. OVM’s lanceren meestal opdrachten van 200.000 euro tot 5 miljoen euro voor de grootste. Maar 14-15 miljoen hebben we ook al meegemaakt, al is het dan uitzonderlijk. Deze cijfers lijken misschien indrukwekkend, maar ze hebben betrekking op de renovatie van volledige gebouwen. Als we slechts bepaalde aspecten renoveren, bijvoorbeeld elektriciteit, verwarming, enz., lopen de opdrachten minder hoog op.”
Welke procedure wordt het vaakst gebruikt?
“Over het algemeen open procedures met de prijs als belangrijkste criterium. De procedures zijn ook minder omslachtig voor contracten van minder dan 144.000 euro en enkele tientallen ‘Design & Build’ bouwopdrachten voor de BGHM.”
Wat type bouwonderneming reageert op zulke aanbestedingen en krijgt ze toegekend?
“Voor complete renovaties doen we een beroep op algemene aannemers. Als het gaat om specifieke renovatieaspecten, dan krijgen we reactie van kleine en middelgrote ondernemingen.
Wat doet de BGHM om de toegang van KMO’s tot zulke opdrachten te vergemakkelijken?
“Laten we meteen verduidelijken dat er heel veel opdrachten zijn. Woningbouwmaatschappijen worden overstelpt met werk. In ons renovatiebudget gaat 123 miljoen naar grotere algemene aannemers. En er is 100 miljoen beschikbaar voor meer gerichte renovaties waarbij andere bedrijven betrokken zijn.”
Welke zijn de voornaamste struikelblokken wanneer de opdracht is toegekend?
“Het grootste probleem is uitstel en vertraging. Een goede aannemer haalt deadlines, voldoet aan de specificaties en past ze integraal toe. Onvoorziene omstandigheden en gebeurtenissen kunnen natuurlijk altijd aanleiding geven tot extra bestellingen. Dit moet echter tot een minimum worden herleid. Want zoiets zorgt steeds voor vertraging.”
Tips voor ondernemingen die een offerte zouden willen indienen?
“Ze moeten weten waar ze aan beginnen. Ze mogen gerust, nog voor de offerte, een bezoek komen brengen om vragen te stellen en de aard van de opdracht te begrijpen. Verder beveel ik aan dat ze onder andere de toegangsvoorwaarden controleren, nagaan of zij erkend zijn en over de nodige documenten beschikken. Er zal bijvoorbeeld worden onderzocht of de inschrijver in het verleden al failliet is gegaan. Lees het bestek aandachtig door, bestudeer de plannen en meld eventuele problemen of fouten zo snel mogelijk. Heeft de ontwerper van het project de juiste hoeveelheden opgegeven? Heeft hij geen aspect over het hoofd gezien? Inschrijvers dienen ook het verbintenisformulier te ondertekenen, anders riskeren ze te worden afgewezen. En dit alles moet gebeuren voordat de offerte wordt ingediend, want daarna is het te laat…”.
“Laten we meteen verduidelijken dat er heel veel opdrachten zijn. Woningbouwmaatschappijen worden overstelpt met werk.”
300De BGHM beschikt over een budget van 300 miljoen euro over een periode van vier jaar (het vierjarenplan 2018-2021 dat werd goedgekeurd door de Brusselse regering) voor de renovatie en de opwaardering van sociale woningen. 123 miljoen euro is voorzien voor de volledige renovatie van gebouwen, met inbegrip van alle veiligheidsaspecten (elektrische installaties, gas, vervanging van liften, enz.). 57 miljoen euro is bestemd voor werkzaamheden aan specifieke aspecten van de veiligheid. 32 miljoen euro gaat naar de renovatie van gevels en de veiligheid. 28 miljoen euro dient voor restauratieprojecten. En 60 miljoen euro niet-toegewezen middelen staat ter beschikking van de OVM’s tijdens het programma (trekkingsrechten, dringende en culturele werken).
|
Het Observatorium van de referentieprijzen voor de overheidsopdrachtenOmdat de sociale partners vaststelden dat bij overheidsopdrachten o.a. oneerlijke concurrentie en zwartwerk moesten worden voorkomen, werd bij ordonnantie van 3 april 2014 het Observatorium van de referentieprijzen voor de overheidsopdrachten opgericht binnen de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De taken van het Observatorium kaderen in de strijd tegen sociale dumping en zijn bedoeld om gewestelijke aanbestedende diensten bij te staan in het raam van hun overheidsopdrachten voor werken en diensten. Dit gebeurt door specifieke doelstellingen te verwezenlijken, in het bijzonder het verstrekken van analyseresultaten over geoffreerde prijzen wanneer de aanbestedende dienst redenen heeft om te twijfelen aan het abnormaal lage karakter van de prijzen. Het orgaan brengt adviezen uit over de opneming van technische clausules in het bestek, waardoor de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten kunnen worden verbeterd. Het houdt toezicht op de prijzen. Het zorgt voor bewustmaking en de verspreiding van kennis op het gebied van prijzen. Het treedt op als bemiddelaar tussen de aanbestedende machten en de organisaties die de privé sector vertegenwoordigen. Het unieke karakter van de opdrachten heeft het Observatorium ertoe aangezet progressief te werk te gaan, per activiteitssector. In dit verband verricht het Observatorium werk op het terrein met de Brusselse aanbestedende machten en de verschillende spelers van de sector (bedrijven, federaties, vakbonden, enz.). Hierbij is het de bedoeling om zoveel mogelijk informatie te verzamelen over de gunning van overheidsopdrachten en de prijzen die in de onderzochte sector worden aangerekend. Er worden methodologische elementen voorgesteld met betrekking tot de prijsanalyse. In elke sector identificeert het Observatorium de specifieke goede praktijken. En het stelt technische notities of zelfs standaardspecificaties op. Deze werkzaamheden stellen het Observatorium in staat om de aanbestedende diensten in Brussel te adviseren en te informeren. De taken van het Observatorium zijn ook uitgebreid naar aanleiding van de werkzaamheden van de werkgroep voor de bestrijding van sociale dumping. Deze werkgroep kreeg de opdracht een reeks maatregelen voor te stellen om de risico’s van sociale dumping bij overheidsopdrachten te beperken. Tot deze taken behoren het opstellen van een gids voor goede praktijken voor de aanbestedende diensten in Brussel en het opzetten van een ondernemingsregister. De uitvoering van deze projecten is momenteel aan de gang. Meer informatie over het Observatorium: http://esr.irisnet.be/nl/observatory/.
|