Ons land onderscheidt zich door zijn groot aantal politieke verkozenen. In Brussel komt dit nog sterker tot uiting wegens de 19 gemeenten en de tweetaligheid. De hervatting van de Brusselse Parlementsactiviteiten ging in september gepaard met een toestroom van hervormingsvoorstellen. Zo bv. de afschaffing van de GGC, de invoering van tweetalige gewestelijke lijsten, decumulatie enz. Met de laatste twee zou het aantal Brusselse parlementsleden moeten verminderen.
Vóór
Caroline Désir, PS fractieleider in het Brusselse parlement
De schandalen Publifin en Samusocial beledigen de kiezer. De politiek moet dringend afzien van dergelijke praktijken om het vertrouwen van de burger te herstellen. Het moet duidelijk worden dat overdreven bezoldigingen de wereld uit zijn en dat niemand wordt betaald als daar geen werk tegenover staat. De parlementaire functies mogen hierdoor echter niet op de helling komen te staan: het is een kwestie van onafhankelijkheid. Bovendien mogen deze functies in geen geval worden voorbehouden aan vermogende burgers.
Om de tekortkomingen van de wetgeving bij te sturen, stemden de partijen unaniem voor een pakket bestuursmaatregelen, o.a. wijzigingen aan de ordonnantie van 2006 over de transparantie van de bezoldigingen en een tekst over de oprichting van een commissie voor deontologie. Toezicht op de verkozenen is geen probleem voor mensen die eerlijk aan politiek doen. De Noord-Europese landen gaan hierin veel verder en geven het voorbeeld. Voortaan wordt er gediscussieerd over goed bestuur, zowel lokaal als in het Brusselse parlement.
Te veel verkozenen om de Brusselse bevolking te vertegenwoordigen? Op louter praktisch vlak heeft het Brusselse parlement uiteraard geen 89 volksvertegenwoordigers voor iets meer dan 1 miljoen inwoners. De decumulatie zal een rol spelen en riskeert het politieke landschap te wijzigen. Veel de parlementariërs cumuleren namelijk meerdere functies. Het aantal verkozenen is echter het gevolg van de wil om de Vlaamse vertegenwoordiging in Brussel te garanderen. Het is een kwestie van communautair evenwicht. Partijen met een beperkte electorale basis zouden wel eens uit het parlement kunnen verdwijnen. Tweetalige lijsten functioneren goed op lokaal niveau en zouden kunnen bijdragen tot een oplossing op gewestelijke schaal, ondanks het feit dat niet alle partijen een tegenhanger hebben in de andere landstaal en dat overtuigingen min of meer gelijk lopen naargelang van de politieke strekkingen. Dit vraagstuk hebben we nog niet onderzocht en de Nederlandstalige partijen blijven tot nu toe eerder discreet.
Tegen
Bruno De Lille, Groen fractieleider
Toezicht op een regering kost geld. De prijs van de democratie. Ik geloof verder dat het probleem zichzelf zal oplossen omdat Brussel uitbreidt, terwijl het aantal parlementariërs niet toeneemt. Het klopt dat bepaalde Franstalige partijen zeer groot zijn en sommige parlementariërs weinig actief. Maar dit gebrek aan persoonlijke inzet lossen we niet op met een kleiner aantal verkozenen.
Groen is de grootste Vlaamse oppositiepartij. Wij hebben drie verkozenen en er bestaan zeven commissies in het Brusselse Parlement en een aantal andere aan de VGC. Wij lopen van commissie tot commissie. De stijging van het aantal parlementariërs tot 89 resulteert aan Franstalige kant van de angst voor een uitbreiding van de extreemrechtse groep en het risico dat de Brusselse instellingen hierdoor zouden stranden. Aan Vlaamse kant slagen wij er niet in onze taak te vervullen met zo weinig verkozenen, wat een democratisch probleem oplevert. Vroeger waren er 11 Nederlandstalige verkozenen. Bijna alle Nederlandstalige partijen moesten kartels vormen om een plaats te krijgen in het parlement. Beginnen met een compromis, daar kwam het op neer.
De Vlaamse minderheid beschermen en slechts het aantal Franstalige verkozenen verminderen zou politiek niet aanvaardbaar zijn omdat een evenwicht moet worden behouden in de verhouding tussen de twee groepen in functie van hun representativiteit in de bevolking. Een ‘50-17’ formule zou constant in vraag worden gesteld. Ik ben lid van de minderheid maar moet ook toezien op de naleving van de rechten van de meerderheid. Anderzijds wens ik niet de vermindering van het aantal parlementariërs te koppelen aan het gebruik van tweetalige lijsten, al besef ik dat dit afhangt van de aanpak. In de jaren 70 deed de FDF een beroep op ‘valse Vlamingen’. De regels werden nadien verstrengd. De sociale vermenging is in de stad toegenomen en tweetalige lijsten zouden beter overeenstemmen met de huidige situatie in Brussel. Wij zijn vragende partij. Het vraagstuk blijft echter delicaat en niemand durft echt een denkproces op gang te brengen.