Internationale stations: op het goede spoor?

13 maart 2025 door
Philippe Beco

Als belangrijke toegangspoorten tot Brussel, zijn de stations ook een hefboom voor economische ontwikkeling en uitstraling.

Enkele regels in het programma van onze nieuwe federale regering zullen niet ontsnapt zijn aan de aandacht van diegenen die geïnteresseerd zijn in de toekomst van de spoorwegen in onze hoofdstad. “Brussel wordt erkend als internationaal knooppunt en als verbinding tussen verschillende spoorlijnen. De regering zal onderzoeken hoe investeringen kunnen worden gepland om de capaciteit doorheen de hoofdstad te verhogen”, staat in het dikke document.

De regering stelt dat ze “voorstander is van een echte Europese strategie om van de trein een alternatief voor het vliegtuig te maken”, maar vindt het nog steeds “cruciaal” dat de nationale luchthaven beter bediend wordt. “We verbeteren de internationale hogesnelheidsverbinding tussen de TGV-knooppunten en de luchthaven van Zaventem”, legt ze uit.  Verder belooft ze “alle technische en regelgevende obstakels voor de ontwikkeling van nachttreinen uit de weg te ruimen”.

Nieuw aanbod

Zou dit de internationale status van de Brusselse stations een boost kunnen geven? Meer kunnen we niet hopen! De bedrijfswereld benadrukt voortdurend dat de ligging van de hoofdstad, ideaal gelegen tussen Parijs, Amsterdam, Londen, Luxemburg en Frankfurt, een troef is die ze absoluut moet benutten via een betere verbinding.

De afgelopen weken lijkt de NMBS een beweging in gang te hebben gezet met twee nieuwe aanbiedingen. Naast de Eurostar verbindt een OUIGO Brussel nu drie keer per dag met Parijs. Deze trein rijdt op de klassieke lijn en is iets langzamer, maar ook veel goedkoper dan de hogesnelheidstrein. Eurocity Direct werd in december gelanceerd en biedt 16 dagelijkse heen- en terugreizen tussen Brussel, Amsterdam en Schipol.

Strijd tegen onveiligheid

Het is nu aan de operator en de verschillende Brusselse overheden om van de internationale stations in Brussel plekken te maken die echt hun status waardig zijn. We kennen allemaal het gebrek aan groene ruimten, de vervuiling en bijna-verlatenheid van bepaalde zones en het gevoel van onveiligheid in de overdekte straat van het Zuidstation. Niemand is de vele incidenten in de zomer van 2023 vergeten. Sindsdien is er een nieuw politiebureau geïnstalleerd.

“Stations zijn plaatsen waar grote mensenstromen zijn, wat illegale activiteiten in de hand werkt. Er wonen ook veel daklozen en drugsverslaafden”, legt Antoine de Borman, directeur van perspective.brussels, uit. “Maar onveiligheid is niet onvermijdelijk. Naast buurtplanning op middellange en lange termijn en eenmalige veiligheidsmaatregelen zijn er andere hefbomen die kunnen worden gebruikt om het imago van een station te veranderen”, aldus het hoofd van het centrum, dat voor de Brusselse regering strategische visies heeft opgesteld voor de ontwikkeling van de wijken Noord en Zuid.

Openbare ruimtes en verbindingen verbeteren

Antoine de Borman wijst in het bijzonder op de noodzaak om de openbare ruimtes rond de stations te verbeteren en overzichtelijker te maken. We mogen ook het belang van verbindingen niet vergeten, om te zorgen voor zo vlot mogelijke aansluitingen met de zakelijke en toeristische centra van de hoofdstad. In het noorden zou een voorgestelde tramlijn 15, waarvan de werken in 2026 zouden kunnen beginnen, het station moeten verbinden met de site van Tour & Taxis. In het zuiden is het nog maar de vraag wat er overblijft van de geplande metrolijn 3, die het Zuidstation rechtstreeks met het stadscentrum zou moeten verbinden.

Bergen, Luik, Namen, Antwerpen, Ottignies ... al deze stations hebben de afgelopen jaren geprofiteerd van grote, zelfs kolossale investeringen. Brussel niet. “Toch is het Zuidstation het belangrijkste internationale station van het land”, betreurt Antoine de Borman. “Maar vandaag is het als een doos in het midden van de wijk. Het is niet erg open en integreert niet goed met de omgeving. Daardoor kan het niet echt zijn rol spelen in het aantrekken en stimuleren van de wijk”, benadrukt hij.  Als aankomstpunt voor veel internationale reizigers, met name uit Parijs en Londen, schat de NMBS dat het Zuidstation in 2023 bijna 60.000 passagiers per dag zal ontvangen op weekdagen. De cijfers voor het Noordstation zijn vergelijkbaar.

Publieke investeringen

In de Zuidwijk weten we dat de bevoegdheidsverdeling tussen het Brussels Gewest en de gemeenten Anderlecht en Sint-Gillis het renovatieproces van de wijk en de openbare ruimte voortdurend heeft vertraagd. Beetje bij beetje lijkt er echter beweging in te komen.  Afgelopen zomer vernamen we dat de NMBS vier kantoorcomplexen rond de site te koop aanbiedt, waaronder het grote complex France-Bara, het Atrium-gebouw aan de Hallepoortlaan en de Delta-Zennewater-gebouwen naast de sporen. De verkoop is een voorwaarde voor de verhuizing van al het Brusselse personeel naar het voormalige postsorteercentrum in de Fonsnylaan, een ander groot project dat pas in werking treedt nadat het nieuwe hoofdkantoor voorlopig is overgedragen.

In het voorjaar van 2023 heeft de Brusselse regering ook een stadsvernieuwingscontract (SVC) goedgekeurd voor een investeringsprogramma van 22 miljoen euro om de openbare ruimte, het groen en de voorzieningen rond het station te verbeteren. Deze omvatten de verbouwing van de Europaesplanade en de ontwikkeling van het commerciële potentieel van de vierhoekige gebieden onder de sporen. De start van de werkzaamheden is gepland voor 2028, na een eerste fase van studie, projectontwikkeling en openbare aanbesteding.

Stations, centra van kennis

En dan is er nog het grote project Move'Hub van Atenor en BPI Real Estate. Als resultaat van discussies tussen ontwikkelaars, citydev.brussels, bewoners, investeerders en belanghebbenden van het Zuidstation, kreeg het project afgelopen december zijn milieu- en stedenbouwkundige vergunning. Het project, gelegen op het terrein tegenover de uitgang van de internationale treinen, tussen de Barastraat, de Blerotstraat en de P.-H. Spaaklaan, omvat 38.000 m² kantoorruimte. “Vandaag de dag zijn internationale treinstations kenniscentra geworden waar grote bedrijven, start-ups en mensen met connecties elkaar ontmoeten en ideeën uitwisselen,” legt Sandra Gottcheiner, Directeur Ontwikkeling & Innovatie bij BPI Real Estate, uit. “In een tijd waarin auto's en vliegtuigen geleidelijk worden vervangen door zachtere vormen van mobiliteit, is het vanzelfsprekend om op deze plaatsen aanwezig te zijn,” vervolgt ze.

“Vandaag de dag zijn internationale treinstations kenniscentra geworden waar grote bedrijven, start-ups en mensen met connecties elkaar ontmoeten en ideeën uitwisselen” Sandra Gottcheiner, Directeur Ontwikkeling & Innovatie bij BPI Real Estate.

Ruimte teruggeven aan de voetganger

De directeur hoopt op veel SVC's en legt uit dat als het Zuidstation vandaag de dag zo “introvert” is, dat ongetwijfeld ook komt door de dominantie van de auto in de omgeving. “Net als in andere grote Europese stations moeten we voetgangers hun recht teruggeven om koning te zijn op de esplanades rond het station, waar ze zouden moeten kunnen ontspannen”, stelt ze. En in Brussel is er genoeg te doen! Terwijl de esplanades rond de stations Paris Nord, Lille Flandres en Rotterdam respectievelijk 9.000, 12.000 en 15.000 m² groot zijn, is de Brusselse esplanade 30.000 m² groot!

King's Cross als model

Met het oog op een functionele mix omvat Move'Hub 79 woningen, waarvan 65 gesubsidieerd door citydev.brussels om de toegang tot woningeigendom te vergemakkelijken alsook een tuin van 1.500 m². Het project is van plan om de benedenverdiepingen te dynamiseren met 1.000 m² winkels, die ook moeten fungeren als verbinding tussen reizigers en buurtbewoners.  De stadsplanningskosten van meer dan 5 miljoen euro zullen worden gebruikt om infrastructuurprojecten te financieren. “Het doel is om te zorgen voor een echte verbinding tussen de lokale dimensie, de grootstedelijke dimensie via multimodaal vervoer, en de internationale dimensie. En om er een plek van te maken die 24 uur per dag leeft”, benadrukt Julie Willem, Development Director bij Atenor.

Als referentie noemt ze de succesvolle transformatie van het King's Cross-stationsgebied in Londen, ondersteund door verschillende publiek-private projecten. Het gebied was ooit onbewoonbaar, maar biedt nu onderdak aan de 7.000 werknemers van het Europese hoofdkantoor van Google, naast een groot aantal wooneenheden, waarvan een kwart is gereserveerd voor de meest kansarmen, winkels, co-working spaces en een kunstschool.

De twee directeuren hopen, gedreven door dit voorbeeld, dat de Zuidwijk binnen 5 jaar getransformeerd zal zijn. “Naast de intrinsieke kwaliteiten van de gebouwen, met name hun duurzaamheid, willen we nu projecten die een positieve impact hebben op de wijk en de stad als geheel,” besluit Sandra Gottcheiner.

Philippe Beco 13 maart 2025
Deel deze post
TAGS 
Archiveren