De Smart City is hip. Talloze voordrachten en publicaties worden eraan besteed. Toch blijft dit concept even wijdverbreid als vaag …
Dit heb ik onlangs kunnen vaststellen dankzij enkele vragen aan deelnemers van een workshop over dit onderwerp. Eerste vraag: wat is de definitie van een Smart City? Doe de test: weinig mensen geven hierop een duidelijk antwoord. Tweede vraag: geef een voorbeeld van een Smart City. Veelzeggende stilte. Derde vraag: als u geen definitie of een voorbeeld kunt geven van een Smart City, hebt u dan voorbeelden van ‘Stupid Cities’? Beschaamd gelach in de zaal.
Ieder zijn definitie
Sommige omschrijvingen van de Smart City zijn op zijn minst vaag. Voor de Europese Commissie is “een slimme stad de plaats waar traditionele netwerken en diensten efficiënter werken dankzij het gebruik van digitale en telecommunicatietechnologieën, ten behoeve van haar inwoners en bedrijven.” Het Europese Parlement komt met een andere definitie op de proppen: “een slimme stad probeert openbare vraagstukken aan te pakken door een beroep te doen op ICT oplossingen die een veelheid van belanghebbenden betrekken waarvan het partnerschap berust op de gemeentelijke overheid.” Wablieft?
De Wereldbank stelt twee definities voor, die uiteenlopende opvattingen illustreren. Enerzijds kan een Smart City worden begrepen als “een technologie-intensieve stad, met overal sensoren en hoogwaardige openbare diensten, dankzij de informatie die duizenden onderling verbonden toestellen in real time verzamelen.” Hier krijgt de technologie voorrang, maar ze reduceert de Smart City tot een geconnecteerde stad. Anderzijds is er sprake van een “stad die, dankzij de beschikbare technologie, een betere relatie tussen burger en overheden onderhoudt. Ze maakt gebruik van de feedback van de burgers om de dienstverlening te verbeteren en stelsels te creëren die de nodige informatie verzamelen.” In deze definitie is het de samenwerking die de stad intelligent maakt.
Marketingconcept of veranderingsproces?
De Smart City wordt duidelijker vanuit het perspectief van een marketingconcept. Het zou dus de marketing van nieuwe technologieën zijn. Sommige beweren trouwens dat het concept voortvloeit uit campagnes van multinationals als Cisco en IBM (die trouwens in 2011 het merk ‘Smarter Cities’ registreerde). Toch werd het concept eveneens overgenomen in politieke marketing: de partijprogramma’s of de stedelijke marketing. De Stad Brussel beschikt trouwens over een specifieke website, naast die van het Gewest, dat een eigen Smart City Manager tewerkstelt. Deze invalshoeken vullen elkaar aan en krijgen een betekenis voor zover de slimme stad wordt begrepen als een proces van verandering eerder dan als een holle slagzin.
Met een nuchtere kijk moeten we al gauw toegeven dat noch een stad, noch een technologie intelligent kunnen zijn. Technologie alleen geeft geen aanleiding tot ingrijpende veranderingen. Wel is de vraag hoe de technologie wordt ingezet en toegepast in het raam van ‘slimme’ projecten en beleidsmaatregelen, onder de drievoudige impuls van overheden, ondernemingen en burgers. Geen van deze spelers heeft controle op de Smart City. Maar ieder van hen heeft een rol te spelen in het veranderingsproces van onze steden.
Nieuwe technologieën zijn dus een noodzaak, maar op zich niet voldoende. Technologische innovatie was aanwezig bij de meeste grote maatschappelijke verschuivingen. Het fenomeen is niet nieuw (denk aan de uitvinding van de drukkerij of de industrialisatie). De innovaties hebben revoluties teweeggebracht omdat er onderliggende culturele veranderingen aan het werk waren. Het was trouwens in de tijd van de Verlichting dat de drukpers echt tot bloei kwam.
Uiteindelijk is een Smart City gewoon … een stad. De stad van morgen begint weliswaar bij de keuzes die we vandaag maken.