City Climate Challenge: ondernemers zetten zich in voor het klimaat

5 november 2019 door
BECI Community

Eind juni lanceerde een dozijn bedrijven op initiatief van Beci het project City Climate Challenge 303030. Zij gaan de uitdaging aan om tegen 2030 de CO2-uitstoot in Brussel met 30% te verminderen, dankzij 30 samenwerkingsprojecten. Drie maanden later waren enkele honderden ondernemers aanwezig bij de overhandiging van het Charter 2030 aan de Brusselse regering, nu in naam van een twintigtal geëngageerde partners.

“Meer dan 600 personen hadden zich voor deze avond aangemeld! De Brusselse bedrijven beseffen heel goed dat er inspanningen nodig zijn voor het klimaat”, aldus Olivier Willocx, CEO van Beci. “Onze bedrijven beschouwen dit privé-initiatief trouwens niet als een verplichting. Zij willen echt de daad bij het woord voegen.”

Peter Wittoeck, Diensthoofd Klimaatverandering van de FOD Volksgezondheid, verduidelijkte de doelstellingen van de Akkoorden van Parijs van 2015 voor het talrijke publiek in de Club van Lotharingen. 195 landen en de EU zijn toen de verbintenis aangegaan om de klimaatopwarming te beperken tot 1,5°C, de CO2-uitstoot tussen 2010 en 2030 te verminderen met 45% en klimaatneutraal te zijn tegen 2050.

Dit is alleen maar bereikbaar door krachtdadig en collectief actie te ondernemen, inclusief door de bedrijven. Daarom lanceerde Beci de City Climate Challenge en rekent het op de expertise van CO2logic, dat gespecialiseerd is in het meten en beperken van de koolstofvoetafdruk. “De hele wereld stoot jaarlijks 40 miljard ton CO2 uit”, zegt de CEO van het bedrijf, Antoine Geerinckx. “Dat heeft niet alleen een impact op het klimaat, maar ook op economische sectoren zoals de landbouw. Aan de uitstoot zijn dus kosten verbonden, 220 tot 417 euro per ton, afhankelijk van de raming. Als nu niemand betaalt, schuiven wij de rekening door naar onze kinderen en kleinkinderen. Daarom willen wij het goede voorbeeld geven aan de hand van 30 projecten.”

 

“Diesel, benzine en LPG uit de stad verbannen”

“De klimaatuitdaging maakt deel uit van het beleid van mijn regering en wij rekenen op de verantwoordelijkheidszin van de Brusselse ondernemers om er werk van te maken”, verklaarde minister-president Rudi Vervoort via een videolink. Vrijwel de hele Brusselse regering was op het podium aanwezig (behalve staatssecretaris Nawal Ben Hamou). “In dit verband kan ik het initiatief 303030 alleen maar toejuichen.”

In het daaropvolgende debat hielden minister van Mobiliteit Elke Van den Brandt (Groen) en minister van Klimaattransitie Alain Maron (Ecolo) een pleidooi voor alternatieven voor de auto: “Elke ochtend zitten de pendelaars die in Brussel komen werken vast in de files. En files zijn vervuilend, vervelend en stresserend. Als er 20% minder auto’s richting de hoofdstad rijden, zijn er geen files meer. De meest vervuilende voertuigen worden nu al geweerd uit de Lage Emissie Zone. Tegen 2030 willen wij ook dieselvoertuigen uit de stad verbannen en tegen 2035 LPG en benzine. Maar het elektriciteitsnetwerk moet die maatregelen kunnen opvangen. Wij moeten het aantal laadpalen voor elektrische auto’s verhogen. De aankoop van elektrische voertuigen moet fiscaal gestimuleerd worden door een gunstige verkeersbelasting. Nog te veel parkeermogelijkheden buiten de straten en lanen blijven onbenut. En het aantal P+R randparkings rond de stad moet worden uitgebreid.”

Elke Van den Brandt legde vooral de nadruk op alternatieven voor de auto: “Er moeten meer treinen rijden, het aantal elektrische bussen in Brussel moet stijgen, mensen moeten meer de klassieke of elektrische fiets gebruiken, we moeten iets doen aan het grote aantal bestelwagens, …” Om een gedragsverandering tot stand te brengen aarzelde de minister van Mobiliteit niet om een omstreden idee op tafel te leggen: de kilometerheffing. Die zou volgens haar de jaarlijkse forfaitaire verkeersbelasting moeten vervangen. “De technologie om dit in te voeren is er”, beweerde zij.

Is energie binnenkort een luxe?

Wordt energie verbruiken om je te verplaatsen, iets te verlichten of iets te produceren geen luxe in een koolstofvrije wereld, zowel voor de burger als voor bedrijven? “Ja en neen”, antwoordde Alain Maron. “De kans is inderdaad groot dat de prijs per kWh zal blijven stijgen. Maar dat was eerder ook al het geval. Waar het op aankomt, is om steeds minder te verbruiken en zo dicht mogelijk bij nul koolstofuitstoot te komen. Want uiteindelijk hoef je niets te betalen voor energie die je niet verbruikt.”

Bovendien zal het berekenen van de energiebelasting alleen maar complexer worden: “Bij het bepalen van de energieprijs spelen in de toekomst veel factoren een rol: de beschikbaarheid van energie, het moment waarop je verbruikt, de verbruikte hoeveelheid, …”.

Bedrijven kunnen hun voordeel doen met die uitdaging: “Door aan te sluiten bij deze inspanningen om minder te verbruiken, creëren bedrijven voor zichzelf economische opportuniteiten en kansen om aan te werven”, meende Barbara Trachte (Ecolo), staatssecretaris belast met Economische Transitie. “Bedrijven die inspanningen leveren om hun energieverbruik te matigen genieten nu al bepaalde maatregelen en stimulansen in de vorm van premies. Maar er komen nog andere stimulansen, naast flankerende en financieringsmaatregelen. En vergeet niet dat bedrijven niet alleen overheidssteun ontvangen, maar ook inkomsten halen uit overheidsbestellingen en -opdrachten, want het Gewest en de overheden investeren veel. En in de toekenningscriteria van overheidsopdrachten kunnen milieu-eisen worden opgenomen.”

 

Werkgelegenheid, opleiding en de digitale samenleving

Anderzijds betreuren veel bedrijven het dat ze niet genoeg gekwalificeerde kandidaten vinden om hun vacatures op te vullen. “Natuurlijk heb ik liever dat ze Brusselaars aanwerven dan elders te gaan zoeken”, benadrukte Bernard Clerfayt (Défi), minister van Werk en Beroepsopleiding. “Wij zullen de opleidingen voor de knelpuntsectoren aanpassen. Ze moeten beter aansluiten bij de behoeften van de werkgevers. Ik wil het alternerend onderwijs ook verder uitbouwen, dat heel succesvol is in onze buurlanden.” Hij had het ook over de Digitalisering, die tot zijn bevoegdheden behoort: “Ik ben er niet zeker van dat de Brusselse administraties al even ver zijn gevorderd met de digitalisering als onze bedrijven. Dit wordt een van onze doelstellingen om het burgers en bedrijven gemakkelijker te maken.”

Pascal Smet (one.brussels), staatssecretaris belast met Stedenbouw, sloot zich hierbij aan: “Wij moeten de ondernemers helpen, bijvoorbeeld om vergunningen te verkrijgen. Om één en ander sneller te doen gaan, zullen wij personeel aanwerven, digitaliseren en de aanvraagprocedures automatiseren. Ik ben onlangs in Lissabon geweest: er heerst momenteel een enorme concurrentie tussen steden. Daarom moeten wij bedrijven die in Brussel willen blijven of er zich willen vestigen maximaal steunen.”

Sven Gatz (Open Vld), minister van Financiën, hield een pleidooi voor 5G: “Brussel moet een digitale stad worden en daarvoor is 5G noodzakelijk. De invoering ervan moet zo veilig mogelijk gebeuren, in overleg met de federale overheid en private partners.”

Aan het einde van dit hoogstaande debat formuleerde de voorzitter van Beci, Marc Decorte, de conclusie: “Het klimaat is voor ons als ondernemers niet alleen een uitdaging, maar biedt ons ook kansen om creatief te zijn en innoverende oplossingen te vinden.”

De avond werd afgesloten met de overhandiging van het Charter 2030, dat ondertekend werd door de eerste partners van de City Climate Challenge: AG Real Estate, Brussels Airport Company, de Confederatie Bouw van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Edenred, Engie, Europcar Mobility Group, G.M. Electronics (GME), ING, Interparking, Iris Group, Jeasy, LeasePlan, Micropole, Pasha-Parking, Sibelga, SNCB/NMBS, Sodexo, Solvay, Total, Tractebel, Veolia en VINCI Energies Belgium.

Info: 303030.brussels

 

 

BECI Community 5 november 2019
Deel deze post
Archiveren

Volgende lezen
Klimaatactie 2.0