In 2014 zat de energienorm vervat in de verklaring van de nieuwe federale regering. Deze norm valt best te vergelijken met de loonnorm en is bedoeld om prijsverschillen tussen België en zij n buurlanden terug te schroeven. Vijf jaar later is dit doel echter niet bereikt: elektriciteit blijft in ons land, vergeleken met de buurlanden, nog steeds te duur. Het valt nu af te wachten of het nieuw Energiepact geloofwaardig en realistisch zal zijn.
Energie kan natuurlij k niet worden herleid tot de prijs alleen, maar met dit fundamentele aspect moet wel meer rekening worden gehouden, al was het maar om een energiesysteem tot stand te brengen dat een zekere, duurzame en betaalbare voorziening kan waarborgen. Deze aspecten zij n trouwens onderling verbonden. De onbeschikbaarheid van verscheidene kernreactoren heeft afgelopen winter tot een stijging van de elektriciteitsprij zen geleid. Het opstellen van een energienorm evenals het toezicht op en de uitvoering van het Energiepact tussen de federale regering en de gewesten moeten dan ook heropgestart worden.
De toepassing van dit Pact moet aan vier criteria voldoen: de continuïteit van de energievoorziening, de naleving van de klimaatakkoorden van Parijs, de handhaving van een betaalbare prijs voor huishoudens en bedrij ven en, tot slot, de veiligheid van de installaties. De implementatiestrategie richt zich op zes aspecten: een toekomstige energienorm, het stelsel dat moet instaan voor de vergoeding van de capaciteit, monitoring, de ontwikkeling van een nationaal energie/klimaatplan, de verdeling van de last en offshore windenergie.
Het Pact en de daaruit vloeiende strategie lij ken in de goede richting te gaan (de energietransitie), maar sommige aspecten blij ven problematisch, namelijk de stopzetting van kernenergie. Het Energiepact en zij n strategie voorzien nog steeds de stopzetting van onze kerncentrales in 2025. Uit een recent verslag in opdracht van de federale regering blijkt echter dat het opgeven van kernenergie niet alleen een negatieve impact zal hebben op de energiekosten, maar eveneens op de CO2 uitstoot. Volgens dit rapport, dat verscheidene scenario’s analyseert, zou een volledige uitfasering van kernenergie tussen 150 en 900 miljoen euro meer kosten dan het behoud van twee kernreactoren tot 2030.
Uit het rapport blij kt bovendien dat een volledige uitfasering van de kernenergie in 2025 een stabiele gascapaciteit van 7.500 MW vereist tussen 2025 en 2050. Een nieuwe verlenging van het operationele leven van de kerncentrales zou de noodzaak aan investeringen in gascentrales niet wegnemen, maar gewoon uitstellen. Verder zou de stopzetting van kernenergie de CO2 uitstoot van de Belgische energiesector tegen 2025 met 76% doen toenemen. Indien twee kerncentrales in stand worden gehouden, zou de uitstoot slechts met 30% toenemen.
Beci en de Brusselse ondernemingen oordelen dat drie principes moeten worden gerespecteerd om de economische ontwikkeling en de energietransitie niet in het gedrang te brengen. En dat zij n: de bevoorradingszekerheid verzekeren, betaalbare en competitieve prij zen garanderen voor de bedrijfs wereld en de burgers en ten slotte de CO2 uitstoot verminderen, conform de internationale verplichtingen van België. De handhaving van een beperkte en tijdelijke nucleaire capaciteit na 2025 en de versnelde ontwikkeling van extra gascapaciteit dragen bij tot het evenwicht tussen de drie criteria. Toezicht hierop moet op een ernstige en snelle manier worden uitgevoerd, zodat de regeringen aan de hand van alle relevante informatie de juiste beslissingen kunnen treffen.