Het succes van de fotovoltaïsche energie is in Brussel, net als in Vlaanderen en Wallonië, op zich positief. Hierdoor ontwikkelt zich een nieuwe economische sector waarmee de uitstoot van broeikasgassen enigszins daalt en bedrijven hun energiekosten kunnen stabiliseren of verlagen. Maar in Brussel zal de steun aan de sector begin juni aanzienlijk veranderen.
In Brussel geniet de installatie van fotovoltaïsche panelen veel steun het mechanisme van groenestroomcertificaten. Dit geldt zowel voor kleine huishoudelijke installaties als voor grotere, met een vermogen van meer dan 5 kilowattpiek (kWp).
“Voor installaties met een vermogen van meer dan 5 kWp is het groenestroomcertificatensysteem ook van toepassing, met de mogelijkheid voor de eigenaars van de installatie (vaak bedrijven) om de elektriciteit die ze niet zelf hebben verbruikt, door te verkopen”, vertelt Adeline Moerenhout, communicatieadviseur bij Brugel.
Voor elke geproduceerde kWh ontvangt de eigenaar van de installatie groenestroomcertificaten. Hij kan die vervolgens doorverkopen aan elektriciteitsleveranciers, die op die manier het niet-duurzame karakter van de door hen geproduceerde elektriciteit “compenseren”. En zo verdienen de eigenaars van fotovoltaïsche installaties hun investering in fotovoltaïsche installaties sneller terug.
Wegkwijnende certificaten
In Brussel kunnen grote fotovoltaïsche installaties met een vermogen van meer dan 5 kWp nog tot het eerste kwartaal van 2020 2,4 groenestroomcertificaten ontvangen per geproduceerde MWh (3 groenestroomcertificaten per MWh voor installaties van minder dan 5 kWp).
De lente brengt echter belangrijke veranderingen. Op advies van Brugel, de Brusselse regulator belast met het beheer van de verrichtingen met groenestroomcertificaten op de markt, werden de coëfficiënten voor de berekening van het aantal toegekende groenestroomcertificaten herzien. Vanaf de lente ontvangt de begunstigde bijvoorbeeld voor een installatie met een vermogen tussen 50 en 100 kWp slechts 1,7 certificaat per geproduceerde MWh. En als het vermogen van de installatie meer dan 250 kWp bedraagt, daalt het tarief zelfs tot 1,4 certificaat per geproduceerde MWh.
Uitstel tot begin juni
Op basis van de aanbevelingen van Brugel heeft minister van Energie Alain Maron een nieuw decreet voorbereid dat minder gunstige voorwaarden zal inhouden voor nieuwe fotovoltaïsche installaties. Die zullen dus minder groenestroomcertificaten krijgen. De inwerkingtreding ervan was aanvankelijk gepland voor april, maar werd eerst uitgesteld tot mei en vervolgens tot 1 juni.
Het is dus in ieder geval aanbevolen om de installaties die nu worden gemonteerd zo snel mogelijk te laten certificeren. Beci was dan ook in een vroeg stadium – en terecht – bezorgd over het plan om de coëfficiënten naar beneden te herzien. Beci vroeg dus dat bedrijven die al stappen hadden ondernomen (contract met een installateur, derde-investeerder, aanvragen voor certificering, aanvraag van een bouwvergunning indien nodig), de bevestiging zouden krijgen dat ze wel degelijk de voorwaarden van het gunstigste geldende regime zullen genieten. Het is immers meer dan wenselijk te kunnen rekenen op coëfficiënten die binnen een redelijke termijn een return on investment mogelijk maken. Deze bezorgdheid is gegrond. In Wallonië hebben we vastgesteld dat elke verandering in dit evenwicht nare gevolgen heeft: een kunstmatige versnelling van de installaties voordat het nieuwe regime van kracht wordt, een plotselinge vertraging achteraf, enz.