Duurzame kantoren dankzij de circulaire economie

28 juni 2023 door
BECI Community

Architecten, projectontwikkelaars, meubelontwerpers, materiaalleveranciers... In de kantoorinrichtingssector passen nieuwe en traditionele spelers voortaan de principes van de circulaire economie toe. Relieve en Composil zijn twee bedrijven die zich daar volledig voor inzetten. Ze lichten hun bedrijfsmodel toe.

Voor wie het nog niet zou weten: de circulaire economie is een nieuw model van productie en consumptie. Het houdt in dat bestaande producten en materialen zo lang mogelijk worden hergebruikt, gerepareerd, gerenoveerd, gerecycled of gedeeld, zodat ze hun waarde behouden. Door de levenscyclus op deze manier te verlengen, vermindert het gebruik van grondstoffen, de uitstoot van CO2 en de productie van afval.

Deze principes zijn volkomen logisch in een sector die tot nu toe niet bepaald bekend stond om zijn soberheid. Maar beetje bij beetje komt daar verandering in. Nieuwe spelers duiken op, initiatieven lopen van stapel en gemeenschappen organiseren zich. Zo is er het IRISPHERE-programma, gecoördineerd door citydev.brussels, en Build circular, gerund door de bouwvereniging Embuild. Verder nog ‘circlemade’, een initiatief van hub.brussels, met daarin enkele pioniers op dit gebied. Tot slot vermelden we ook de BeCircular projectoproep van de gewestelijke overheid.

Containerparken vermijden

Relieve was een van de winnaars van BeCircular in 2022. Deze digitale B-to-B marktplaats geeft een tweede leven aan gebruikt kantoormeubilair en -materiaal. Om zijn voorraad aan te vullen, biedt Relieve bedrijven en overheidsinstellingen de kans om tafels, lampen, rekken en stoelen waar ze vanaf willen, gratis te laten ophalen. Het gaat om een vrij gigantischehoeveelheid goederen. Naar schatting belandt er in België jaarlijks één miljoen kantoorartikelen op de stortplaats. “Grote bedrijven vervangen hun materiaal gemiddeld om de 5 tot 7 jaar, nadat het is afgeschreven in de boekhouding”, legt oprichter Jeremy Van Mullem uit. Toen hij tot het besef kwam dat er geen duurzame oplossing bestond voor het hergebruik van deze voorwerpen, lanceerde hij zijn platform.

In de praktijk fotografeert het Relieve-team elk voorwerp nadat het is geïnventariseerd, zodathet kan worden aangeboden voor wederverkoop op de website. “Maar al te vaak associeert een potentiële koper tweedehands nog met iets dat systematisch beschadigd of stoffig is”, benadrukt Jeremy Van Mullem. Een goede foto draagt daarom bij aan de eerlijke beoordelingvan een voorwerp op het platform, zeker als dat geclassificeerd staat als ‘New’ of ‘Near New’, zoals dat ook gebeurt op doorverkoopsites voor smartphones.

Maatschappelijk DNA

Aanvankelijk verkocht Relieve alleen aan scholen en verenigingen. Sindsdien richt het zich ook tot bedrijven, instellingen en architectenbureaus. “De bedrijfsclientèle is essentieel voor onze groei”, vervolgt hij. Maar trouw aan zijn DNA biedt het platform nog steeds verschillende prijzen, afhankelijk van de aard van de klant. Wanneer een meubelstuk bestemd is voor een NGO, wordt het vaak doorverkocht voor 20% tot 30% minder dan aan een bedrijf. Bedrijven worden ook uitgenodigd om een deel van het bedrag te doneren aan een goed doel naar keuze.

Sinds de lancering heeft Relieve geprofiteerd van mond-tot-mondreclame en een aanzienlijk aantal donors gevonden. Het heeft nu bijna 150 grote zakelijke partners, waaronder AG Insurance, Deutsche Telekom, Nestlé, Lenovo en makelaars zoals JLL. Maar dat is niet genoeg om Jeremy Van Mullem tevreden te stellen, die vindt dat geen enkel bedrijf in Brussel, groot of klein, ongebruikt materiaal op zolder zou moeten laten vergaan. Hij rekent ook op veranderingen in de Europese en Belgische regelgeving, met de Franse wet tegen verspilling als voorbeeld. Die wet verplicht openbare aanbestedende diensten om 20 tot 40% hergebruikte of gerecyclede materiaal in hun specificaties op te nemen.

Evenwicht

Relieve is ook voortdurend op zoek naar evenwicht. Aan de aanbodzijde kunnen donaties onregelmatig zijn, vertraagd worden door de validatieprocessen van grote bedrijven, of juist onderworpen zijn aan zeer krappe deadlines vóór een verhuizing. Aan de vraagkant stelt het platform tevreden vast dat zijn klantenkring voortdurend groeit, maar dat het op tijd aan de vraag moet voldoen, zelfs als het daarvoor krachten moet bundelen met andere tweedehandsaanbieders. “Architectenbureaus en bedrijven doen steeds vaker een beroep op ons voor de ontwikkeling van hun duurzame ontwikkelingsprojecten”, zegt Jérémy Van Mullem. Hij vermeldt onder andere het architectenbureau Kaleido en de Brusselse consultants Natura Mater, die alle professionals in de keten ondersteunen bij hun transitie naar eencirculaire economie.

Het materiaal dat op het platform wordt aangeboden, blijft opgeslagen bij het donorbedrijf totdat een klant het koopt. Relieve bereikt een gemiddeld doorverkooppercentage van 70-80%. Het platform biedt bedrijven ook de mogelijkheid om het materiaal eerst tegen een zeer schappelijke prijs aan te bieden aan hun eigen werknemers.

Als onderdeel van een uitgebreider pakket biedt het bedrijf via zijn partners MCA recycling en Tapio ook aan om alle onverkochte voorwerpen te verwerken en een schatting te maken van de vermeden CO2 uitstoot. De reden hiervoor is dat het weggooien van afval economische en milieukosten met zich meebrengt. “Dankzij ons kunnen bedrijven zich kosteloos ontdoen van een groot deel van hun afval. Ze verkleinen ook duidelijk hun ecologische voetafdruk doordat ze geen beroep hoeven te doen op verhuizers die hun afval rechtstreeks naar de verbrandingsoven sturen. Facility managers zien daar onmiddellijk de voordelen van in,” zegt Jeremy Van Mullem.

Duurzaam vasttapijt

Een van de Brusselse partners van Relieve is Composil, een bedrijf dat gespecialiseerd is in het onderhoud, hergebruik en recyclen van kantoortapijt en textielmeubilair. Het bedrijf, dat in 2013 door Jean Minne werd overgenomen, versterkt zijn duurzaam profiel. “Onderhoud in plaats van terugkoop is van nature altijd milieuvriendelijker. Maar op dat moment was het enige verkoopargument dat klanten aansprak louter economisch”, herinnert de CEO zich.

In de daaropvolgende jaren formaliseerde het bedrijf geleidelijk zijn belofte om de levensduur van tapijten (gemiddeld 6 tot 7 jaar) te verlengen – en verdubbelde die. Dit alles met behoud van de esthetische, thermische, akoestische en sanitaire kwaliteiten. “We beseffen vaak nietdat de vezels in een tapijt het stof en andere fijne deeltjes opvangen en vasthouden”, legt Jean Minne uit.

Nieuwe sector

Toen barstte de COVID-crisis los. Composil bedacht een strategische vernieuwing en plaatste duurzaamheid centraal in zijn visie en ontwikkeling. Zo werd Composil ReUse gelanceerd. Deze nieuwe tak van de groep wil ook de eerste oplossing voor hergebruik en recycling van tapijttegels in België zijn. Het biedt zijn klanten een volledig circulaire aanpak, wat het, net als Relieve, een BeCircular award heeft opgeleverd.

Composil ReUse zorgt voor de ophaal, sortering, reconditioning en opslag van de tapijttegels die bedrijven weggooien. Het besteedt dit werk uit aan een betaalde sociale werkplaats, een manier om een grote ‘S’ (voor sociaal) toe te voegen aan de ‘E’ (environment/milieu) in haar ESG-aanpak. De tegels worden vervolgens weer verkocht, in bijna nieuwe staat en voor de helft van de prijs.

Upgrade

Tegels die niet vatbaar zijn voor hergebruik worden door een partnerfabrikant ‘geupcycled’om nieuwe tegels te produceren via een proces van ontbinding en regeneratie van de vezels en de polymeren waaruit ze bestaan. Bij oudere tapijten worden de bitumen onderlagen ‘gedowncycled’ voor gebruik door wegenbouwbedrijven of dakdekkers.

In een paar maanden tijd heeft het bedrijf van Jean Minne al honderdduizend vierkante meter tapijt vernieuwd. Het is weinig bekend dat wanneer vastgoedbedrijven gerenoveerde kantoren te huur aanbieden, ze die voorzien van gloednieuw tapijt dat ze meteen weggooien zodra de contracten zijn ondertekend. Met andere woorden, een astronomische hoeveelheid gloednieuw materiaal vertrekt naar de verbrandingsoven. Jean Minne berekent dit even: “Duizend vierkante meter tapijt staat voor 4 tot 5 ton geraffineerde aardolie, of 10 ton CO2”.

Engie-toren

Dit pleit voor een ecologisch argument waaraan bedrijven steeds meer aandacht besteden, tenminste als ze hun inspanningen vermelden in hun duurzaamheidsrapporten. Jean Minne haalt het voorbeeld aan van het torenproject van Engie, vlakbij het station Brussel-Noord. Tijdens de renovatie nam ontwikkelaar Whitewood geen genoegen met een recyclingcertificaat. Hij stond erop om zoveel mogelijk van het bestaande tapijt te hergebruiken. Als gevolg daarvan werd 9.000 van de 25.000 vierkante meter in de toren volledig gereconditioneerd.

Dit is een echte aanmoediging voor de CEO, die ook rekent op politici om de trend te versnellen, met name via openbare aanbestedingen. “Er is een echte wil, die tot uiting komt in de communicatie. Maar als we ons de middelen willen gunnen om ambities te verwezenlijken, zullen we op een gegeven moment circulariteit als een eis in de wet moeten opnemen”, benadrukt hij. Ondertussen blijft hij hopen dat sommige ontwikkelaars echt van mentaliteitzullen veranderen. “Het is nog lang niet overal het geval, maar het is geweldig om met klanten te kunnen praten voor wie duurzaamheid nu vanzelfsprekend is …”

 

 ➤ 10 ton

bespaarde CO2 per duizend vierkante meter gerecycled tapijt

 ➤ 1 miljoen

kantoorartikelen jaarlijks weggegooid in België

 

 

Een ‘Circular Business Award’ op jouw naam in 2024?

Beci is partner van het VBO in de toekenning van de Circular Business Awards 2024. We nodigen je dan ook uit om je kans te wagen.

Twee Brusselse bedrijven hebben de Circular Business Award gewonnen, en wij hebben hen ontmoet!

Ontdek de interviews met: Snappies & VO Group!


 

BECI Community 28 juni 2023
Deel deze post
Archiveren