De elektrificatie van bedrijfswagens tegen 2023 was een opmerkelijk punt in de veelbesproken informateursnota van Paul Magnette. De inspiratie kwam wellicht van het voorstel van Open VLD’er Egbert Lachaert om het fiscale voordeelregime van de bedrijfswagens op fossiele brandstof vanaf 2023 stelselmatig af te bouwen, tot het in 2028 volledig is uitgedoofd. Hoe realistisch is dit? LeasePlan en de federaties Renta en Febiac reageren.
Johan Portier, managing director van LeasePlan Belgium, erkent dat er wel degelijk enkele drivers zijn voor de elektrificatie van de bedrijfsvoertuigen. “Zo is er onomstotelijk een grote wil en daadkracht bij de constructeurs om te investeren in elektrische wagens. Er is de Green Deal van Europa met daarnaast nog 1000 miljard euro investeringscapaciteit voor duurzame industrieën in de periode 2020-2030, wat een boost zal geven aan de verbeteringen van de huidige technologieën. Verder zijn er de lage-emissiezones in steeds meer steden en gemeenten.”
Dat zijn stevige steunpilaren, maar volgens Johan Portier is het grote probleem dat ze niet gealigneerd zijn. De politiek kan dat niet alleen oplossen, maar moet wél de transitie faciliteren door een stabiel fiscaal kader te creëren voor werkgevers en de administratieve procedures om laadpalen te installeren verregaand te vereenvoudigen. “Dit vraagt om een langetermijnvisie en aftoetsing met de sector”, zegt Portier. “Als dat gebeurt, kunnen ambitie en realiteit zich verzoenen.”
Zachte overgang
Frank Van Gool, algemeen directeur van Renta (de Belgische federatie van voertuigenverhuurders), ziet ook wel wat hobbels op de weg naar een volledige elektrificatie van het bedrijfswagenpark. De prijs en het aanbod van de elektrische wagens, de infrastructuur én de stroomvoorziening moeten aanzienlijk verbeteren. Hij betwijfelt of dit lukt tegen 2023. “Dus lijkt ons een zachte overgang binnen de contouren van de huidige fiscale wetgeving, zonder verplichting, wenselijk.” Qua elektriciteitsproductie en -verdeling vraagt Van Gool garanties van de overheid. “Maar ook de privé sector zal zijn steentje moeten bijdragen aan investeringen in de laadinfrastructuur.”
Volgens de Vlaamse energieregulator VREG zijn er voor ‘honderden miljoenen, misschien zelfs miljarden euro’ investeringen nodig in het netwerk. “Aan die realiteit kunnen we niet voorbij”, meent Joost Kaesemans, directeur communicatie van Febiac. “Het gaat niet enkel om het neerpoten van laadpalen, men moet er ook voor zorgen dat het netwerk de stroomvraag aankan. Er moet werk gemaakt worden van slimme netten, slimme tellers, slimme laders …” Spelers om de laadpalen te installeren zullen er volgens Kaesemans genoeg zijn; de markt zal snel reageren. “Zou er voor een stad als Brussel geen mooi opleidings- en tewerkstellingstraject aan verbonden kunnen worden? Brussel heeft serieuze uitdagingen qua tewerkstelling. Ik denk dat het plaatsen van laadinfrastructuur behoorlijk wat mensen een waardevolle job mét toekomst kan opleveren.”
Waterstof
De partij CD&V suggereerde dat leasingmaatschappijen vanaf 2025 enkel nog wagens met nul uitstoot zouden aanbieden. Die timing lijkt Johan Portier van LeasePlan iets te krap. “De interne strategie van LeasePlan is om de eigen personeelsvloot tegen einde 2021 emissieloos te maken en we zitten daarvoor op schema, met onder meer 37 laadpalen in ons hoofdkantoor. Wat onze klanten betreft, is de ambitie om tegen 2030 emissieloos te worden. Dat is gezien de versnelde plannen van de constructeurs, mogelijke verdere fiscale aanpassingen aan het statuut van de bedrijfswagen met verbrandingsmotor, de Green Deal en de verscherpte aandacht van toonaangevende bedrijven zeker mogelijk.”
Joost Kaesemans van Febiac is ervan overtuigd dat onze automobiliteit evolueert naar zero emission en dat bedrijfsvloten sneller zullen elektrificeren dan de auto’s van particulieren. “Maar het lijkt me verkeerd om batterij-elektrische voertuigen als de enige en finale oplossing te zien. Waterstof maakt zijn opwachting en heeft een mooie toekomst. Ook mét behoud van de gekende verbrandingsmotor kunnen we, mits het gebruik van synthetische low-carbon fuels, tot onverwachte resultaten komen. Die synthetische brandstoffen, aangemaakt via groene stroom, beginnen aan een opmerkelijke ontwikkeling. Dit moeten we blijven opvolgen, al was het maar omdat per gewicht en volume hun energie-inhoud zeer gunstig is en omdat de distributie van vloeibare brandstoffen makkelijk en goedkoop is.”