Het mechanismevoor koolstofcorrectie aan de grens (CBAM) maakt deel uit van de EU-strategie ter beperking van de klimaatverandering. Dit is een douanerecht dat wordt geheven op de invoer van bepaalde goederen in de EU, die koolstofintensief zijn tijdens hun productieprocessen. CBAM zorgt ervoor dat de prijs van de invoer het koolstofgehalte weerspiegelt, waardoor wereldwijd schonere productie wordt aangemoedigd.
BECI/Enterprise
Europe Brussels vestigt de aandacht van de Brusselse importeurs van de
betrokken producten op deze nieuwe verordening en beveelt aan dat zij goed
worden geïnformeerd over hun verantwoordelijkheden en procedures om te voldoen
aan de eisen die de Europese Commissie via dit mechanisme heeft ingevoerd.
Wat bedrijven moeten weten over CBAM
Het CBAM legt nieuwe verantwoordelijkheden en eisen op aan bedrijven die specifieke goederen invoeren in de EU. Momenteel richt het mechanisme zich op ijzer en staal, cement, aluminium, meststoffen en elektriciteit. Deze sectoren zijn essentieel voor de wereldeconomie, maar zijn ook energie-intensief en zijn kwetsbaar voor verplaatsingen wanneer koolstofbeprijzing alleen binnen de EU wordt toegepast. Bedrijven die actief zijn in deze sectoren zullen het koolstofgehalte van hun producten moeten monitoren, verklaren en mogelijk CBAM-certificaten moeten kopen om de koolstofprijs aan de EU-grens te dekken. Dit vereist een goed begrip van de toeleveringsketen en de CO2-uitstoot in verband met het productieproces. Bedrijven moeten de uitstoot van broeikasgassen in hun geïmporteerde producten rapporteren en ervoor zorgen dat ze voldoen aan de CBAM-regelgeving. Daarom zullen importeurs moeten investeren in systemen en processen om deze emissies te volgen en te rapporteren. Deze taak kan aanzienlijke aanpassingen van de huidige operationele praktijken vereisen.
Welke berekeningsmethode en wat te rapporteren in het kader van het CBAM?
In het kader van het mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens moeten bedrijven die in de EU importeren jaarlijks verslag uitbrengen over de broeikasgasemissies die met hun invoer gepaard gaan. Om aan de CBAM-vereisten te voldoen, moeten zij verschillende stappen ondernemen:
- Als eerste stap moeten zij de koolstofemissies van hun producten beoordelen en documenteren. Deze taak vereist het onderhouden van contact met leveranciers om de nodige gegevens te verkrijgen.
-
Daarom moeten importeurs zich
registreren bij de door de invoerende lidstaat aangewezen nationale autoriteit
en gedetailleerde informatie verstrekken over hun invoer en de daarmee
samenhangende emissies. De berekeningsmethode van de CBAM-vergoeding weerspiegelt
de kosten die EU-producenten in het kader van het emissiehandelssysteem (ETS)
dragen. Om het aantal vereiste certificaten te bepalen, moeten importeurs de
totale emissies in hun goederen rapporteren. Deze berekening omvat de
koolstofprijs die reeds in het land van oorsprong is betaald om dubbele
prijsstelling te voorkomen. Voor elke ton CO2-emissies in verband met
ingevoerde goederen moeten importeurs CBAM-certificaten kopen om emissies te
dekken.
Welke fasen van geleidelijke implementatie?
De EU heeft overgangsperioden en aanpassingsmechanismen geïntegreerd in het CBAM. De eerste fase, die in 2023 begint, is gericht op rapportagevereisten. Gedurende deze periode zijn importeurs van verschillende koolstofrijke goederen verplicht om emissies in verband met hun producten te rapporteren, maar zij zijn nog niet verplicht om voor emissies te betalen. Deze fase is bedoeld om een database op te zetten en ervoor te zorgen dat alle partijen hun verantwoordelijkheden en verplichtingen begrijpen.
Vanaf 2026 zal het CBAM zijn volledige uitvoeringsfase ingaan. Vervolgens zullen importeurs CBAM-certificaten moeten kopen die het koolstofgehalte van hun invoer weerspiegelen, waarbij de kosten van niet-EU-goederen worden afgestemd op die welke in het kader van de koolstofbeprijzing van de EU worden geproduceerd.
Meer info hier
Neem contact op met Enterprise Europe Brussels voor meer informatie om het CBAM beter te begrijpen en aan te passen.
Bron: DG
Handel en thematische groep Internationalisering Enterprise Europe Network