Stel u voor: een bank die zich schuldig heeft gemaakt aan dubieuze verrichtingen en die nadien met het geld van de belastingplichtige van de ondergang moest worden gered … En diezelfde bank die haar neus misprijzend optrekt voor de kredietaanvraag van een ondernemer omdat die, in zijn carrière, een faillissement heeft ondergaan …
Wie een eigen zaak opricht en daar niet van de eerste keer in slaagt, blijft blijkbaar levenslang gebrandmerkt. Alsof hij of zij in de gevangenis heeft gezeten. Het maakt niet uit of deze persoon het slachtoffer werd van een gerechtelijke vergissing. De bewezen onschuld heeft geen waarde. Het goed recht en het ondernemerstalent al evenmin. Een zwart schaap, een ex-gedetineerde, een pestlijder en daarmee uit. De bank mijdt zo’n gepeupel: “Donder op! Wij willen met u niks te maken hebben!”
Een dergelijke minachting is onduldbaar, zeker als de financiële instelling kennelijk zware fouten heeft begaan. Wellicht heeft de ondernemer ondertussen een vijftigtal nieuwe banen gecreëerd. En werd bewezen dat hij geen enkele verantwoordelijkheid droeg voor zijn faillissement, waarvan hij gewoon het slachtoffer werd. Een land dat toegevoegde waarde wil creëren, moet ondernemerschap aanwakkeren, niet afstraffen. Een financiële instelling mag niet beweren dat zij ondernemerschap ondersteunt en tegelijk blindelings en constant discrimineren aan de hand van een historisch overzicht.
En hoe kan er nu sprake zijn van een tweede of een derde kans in het zakenleven als de minste tegenslag levenslang de weg verspert voor financiering?
Wenst u ook te getuigen van een waanzinnige situatie of een onrechtvaardige beslissing in uw carrière als ondernemer? Contacteer ons via er@beci.be of geef een seintje aan de redactie op het nummer 02 643 78 44.