[Coproductie] Lean, agile en scrum zijn tegenwoordig courant gebruikte managementtermen. Deze methoden om projecten te beheren en producten te ontwikkelen die worden toegepast door grote ondernemingen zoals Amazon, AirBnB of Uber, liggen aan de basis van de spectaculairste successen van de laatste jaren. Kunnen de kmo’s en de zelfstandigen ook een soortgelijke aanpak doorvoeren om competitief te blijven of hun activiteiten te ontwikkelen?
De algemene context waarin ondernemingen werken wordt beïnvloed door drie evoluties: het wegnemen van de belemmeringen voor vrije concurrentie, de nieuwe ondernemerschapsvorm van de “liberated company” en het herdefiniëren van commerciële modellen. Deze veranderingen zetten vaak de ondernemingen onder druk waarvan de activiteit zich richt op een aanbod van producten of advies- en begeleidingsdiensten voor de klant.
Door de komst van de digitale wereld en de impact ervan op de economische modellen, hebben alle spelers in de ondernemingswereld hun strategie en aanbod moeten herzien. De integratie van een digitale aanpak is echter slechts een middel om waarde te creëren en geen doel op zich. Om de slaagkansen van een digitale transformatie te verhogen, is het cruciaal om zich de vragen te stellen die ten grondslag liggen aan elk commercieel succes: hoe kan ik waarde creëren en competitief blijven? Het is op die aspecten van de werking van de onderneming, dat de principes lean, agile en scrum gericht zijn.
Een noodzakelijke discipline
Deze principes zijn dezelfde, ongeacht of men nu een elektronicareus, een lokaal schooltje, een multinational of een kleine onderneming is. Ze kunnen hoogstwaarschijnlijk zelfs gemakkelijker in de praktijk worden gebracht in een kleine structuur die uit haar aard en uit noodzaak al lean, agile en scrum handelt zonder dat zij zich hier bewust van is. In de huidige ultra-competitieve context in volle verandering, is het niettemin nodig om deze principes bewust en nauwgezet toe te passen. Het gaat er vooral om zich te richten op een aantal basiselementen en ze op systematische wijze toe te passen.
Uiteindelijk is het de bedoeling om een optimaal evenwicht te vinden tussen het creëren van waarde, de keuze tussen de in het aangeboden product of de aangeboden dienst aanwezige opties en het beheer van operationele risico’s en risico’s die verband houden met de gebruiker. Om dit evenwicht te bereiken is het nodig om keuzes te maken tussen deze drie sleutelelementen door enkele kernvragen te beantwoorden. De toepassing is tegelijkertijd eenvoudig en subtiel.
1. Wat is waarde?
De waarde die voortvloeit uit onze verwezenlijkingen bepaalt het succes van onze acties. Het is dus cruciaal om de concrete reikwijdte van dit begrip onder de loep te nemen voor onze klanten of gebruikers en voor onszelf. Wat is voor hen belangrijk? Welke criteria zullen ons helpen te beslissen of wat we voorstellen te ontwikkelen, waarde zal creëren voor onze onderneming? Het begrijpen van de eerste aspecten zal de ontwikkelingsassen begeleiden; de tweede aspecten kunnen de aantrekkingskracht van het project verzekeren en het ons mogelijk maken ons te richten op die concepten welke de meeste kans van slagen hebben.
2. Welke zijn de beschikbare opties voor mijn product of mijn dienst?
Afhankelijk van de aard van de assen voor het creëren van waarde die op die manier worden bepaald, is het van belang om de mogelijke opties voor elk van hen te kennen om die opties te kiezen die het grootste hefboomeffect zullen hebben op het creëren van waarde. Eén van de sleutels om een waardevolle optie niet over het hoofd te zien, is om open te staan voor deze oefening en er zich niet toe te beperken om reeds toegepaste formules opnieuw in te zetten. In deze fase is een mix van realisme, creativiteit, open geest en ervaring vereist.
3. Aan welke risico’s moet mijn product of mijn dienst het hoofd bieden?
Hier gaat het erom in de huid van de klant of de gebruiker te kruipen om de risico’s in te schatten die zijn ervaring en dus ook zijn perceptie veranderen over de waarde die met het product of de dienst geassocieerd wordt. Men dient ook in te schatten wat de productie en dus de beschikbaarheid van het product of van de dienst kan belemmeren. Opgelet: een gepaste risico-identificatie is een subtiele oefening. Men dient zowel de oorzaak van het risico vast te stellen als de verschijningsvorm en de gevolgen ervan om een strategie te bepalen.
Zodra men het antwoord op deze drie fundamentele vragen gevonden heeft, is de basis gelegd om keuzes te maken waardoor men tot een competitief concept kan komen. Daarvoor moet men eerst begrijpen welke aanpassingsvariabelen er spelen langs de drie assen die de sleutelelementen verbinden.
Tussen “waarde” en “opties” is de aanpassingsvariabele de kostprijs
Men moet de opties indelen afhankelijk van hun prijs-kwaliteitsverhouding door zich de vraag te stellen welke opties de klant of gebruiker het meest kunnen aanspreken omdat ze waarde toevoegen of hun ervaring verbeteren.
Tussen “opties” en “risico’s” is de aanpassingsvariabele de functionaliteit
Hier worden de opties ingedeeld volgens de functie-risicoverhouding. Het idee is om de impact van de opties op de risico’s te vergelijken met de gebruikerservaring, maar ook om hun impact op de productierisico’s in te schatten.
Tussen “risico’s” en “waarde” is de aanpassingsvariabele de kwaliteit
Soms is de aanwezigheid van sommige opties zo belangrijk voor het creëren van waarde, dat het enige middel om ze te beheren erin bestaat om in te zetten op de kwaliteit van de gebruikte producten. De beoogde opties moeten dan ook vergeleken worden met wat het verwezenlijken van sommige risico’s als gebruiks- of productievoorwaarde betekent voor de perceptie van de waarde door de klant of de gebruiker.
We kunnen besluiten dat deze aanpak een driedubbel voordeel heeft: hij is fundamenteel gericht op de klant en het creëren van waarde, hij bakent duidelijk de grenzen en de mogelijke opties af en objectiveert de keuzes die leiden tot een competitief concept en tot een doeltreffende toepassing ervan in de praktijk. Kortom, hij brengt de essentie van lean, agile en scrum op compacte wijze samen.